Lebenslicht

 

Brugge. Een ruime hedendaagse concertzaal. Het podium. Een orkest. Een filmscherm. Een filmconcert. ‘Lebenslicht’ Collegium Vocale Gent en Philippe Herreweghe & Clara Pons

Een vrouw, drie mannen, drie generaties. Een verhaal van leven en dood, jong en oud, liefde en afscheid.
‘Wat bevreemdend’ klinkt het in mijn hersenen bij de start. Een beeld horizontaal in twee gedeeld, een spiegeling…een vertikale splitsing… De jonge cinéaste speelt niet enkel met splitsingen in het beeld, ook met tijd. Het is meer dan gewoon maar iets in beeld brengen, doordacht, subtiel… Drie mannen, verschillende personages, verschillende generatie… en toch smelten ze in elkaar en worden de drie één om dan terug op zich te bestaan. Een film in meerdere diepere lagen.

Even ben ik op zoek om het totaliteit in me op te nemen. Kijk ik naar het concert? … naar de film… concert… film… zonder ik het doorheb wordt ik meegezogen in de film. De muziek neemt me mee naar het onbegrijpbare.
Mijn ademhaling veranderd…. tranen rollen zachtjes over mijn wangen.
Mijn lichaam wordt gevuld. Het Goddelijke in mezelf wordt geraakt, mijn Ziel.
Waar liefde op het scherm en podium mij raakt in Liefde.
Nog voor ik het besef zijn we aan het einde.
Iedereen begint te klappen. Ik krijg mijn gekruiste armen niet open. Beeld en muziek blijven verder zijn weg vinden in mijn lijf. Wat diep aanwezig is wens ik nog bij mij te houden. Sprakeloos. Ik kijk al die mensen op het podium aan. Zoveel blijde gezichten… zoveel talent… Ontroerd. Het duurt wat even voor ik zin heb om los te laten.

Op het programma boekje… ‘Hemel op aarde’

 

Lieve

 

Zeven uur in de morgen. De stad ontwaakt. Volgens het geluid van de wagens kan ik nagaan in welke richting ze rijden. Het rondpunt aan Sint Jacobs.
Ik slaap hier nu al een paar dagen in het Jacobs huis, het voelt goed. In de dag ontvangt mijn lichaam vaak signalen, ik geef ze de nodige ruimte. Mijn rug voelt open en vrij, mijn borstkas voelt een belemmering en beperking. Mijn lichaam loopt tegen een lange gang van deuren aan. De één gaat open, de volgende staat op een kier. Hoewel het voor mij zo juist voelt om hier te zijn, voel ik dat ik wordt tegengehouden in de flow en vervolg van mijn weg. Welkom in de maatschappij.

Een bezoek aan een hartsvriendin. Een delen over mijn aankomst in België. De pijn is dieper dan ik dacht. Ik laat het toe.
Een heerlijk soepje op de middag. Ik hou het daarbij. Mijn eetlust is verdwenen en een koffie spreekt me niet aan. Niet van mijn gewoonte. Ik voel mijn energie dalen.
Ik vraag of ik in de zetel mag plaats nemen en of ik wat mag rusten en mijn ogen sluiten. Ik heb het koud. De lichaamssignalen komen terug. Ik plaats mijn voetzolen tegen elkaar en neem een kikvors positie aan. Mijn onderrug, stuit ontvangt hevige prikkeling. Net elektrische stoten. Mijn spieren in mijn benen trekken samen, krampen. Ik voel dat er een lading zit. Eventjes wat tranen. Het komt niet optimaal vrij.
Ik deel met Lieve mijn ervaring en het niet kunnen vrijuit beleven van wat ik heb ontvangen op de weg. Ik begin over mijn Christuservaringen te spreken… er gebeurt iets lichamelijks waardoor ik voel dat ik niet verder kan delen. Ik vertrouw hier op en deel deze ervaring met haar en terwijl het gebeurt en vanwaar het komt. Het ontroerd me, tranen vloeien af en toe. Ik deel verder over het ‘Hart’. Over mijn weg, mijn leven, mijn toekomst.
Het is niet de eerste keer dat een vertikale energie mij tegenhoud… beschermend.

Een warme knuffel, een schouder om op te huilen. Deugddoend, bevrijdend.
Bevrijdend om een warme thuis hier te hebben zonder oordeel naar wat vrijkomt. Waar ik mijn lichaam, geest en ziel vrijuit mag laten zijn in vrijheid en veiligheid.

’s Avonds tijdens het avondmaal voel ik me terug onwel worden. Crash. Uitgeput, zwak leg ik me terug in de zetel. Ik val in slaap en al heel snel hoor ik iemand zeggen’ hamer en bijl’ een inwendig gevoel neemt een andere richting aan. Opluchting, ik voel een vreugde over me komen. Een duidelijke zin ‘je mag stoppen met de hamer op tafel te slaan, je mag je strijdbijl neerleggen’.
Ik zie mezelf in een andere dimensie. Mijn mondhoeken gaan opwaarts. Ontspanning vult mijn lijf. Ik ontwaak stilletjes in een thuis waar zorg voelbaar is.
Dankjewel Lieve.

 

Elf

img_20181209_1607453676104375197276.jpg

Donderdag. Tijd. Vast gezette tijd die zoveel levens bepalen. Ik ben nu reeds een paar dagen terug in Gent.
Ook hier probeer ik verder in het Nu te staan midden de agenda’s, verwachtingen en vragen. Meerdere uitnodigingen kwamen naar me toe voor overnachting. Uiteindelijk kwam ik voor een paar dagen terecht in een warm nest bij Rosane en Hubert midden de stad. Aan de andere mensen hartelijk dank voor jullie uitnodiging.

Een coaching ‘Grenzen trekken met de deuren open’ wordt me vrij aangeboden. Zonder twijfel ga ik erop in.
Een vraag in verband met een woning kwam tijdens mijn pelgrimstocht naar me toe, in resonantie van tijd. Reeds twee dagen mag ik hier al onderdak in vinden en is dit voor de komende winter mijn nieuwe woonst.
Een pastorij woning… een droom wordt realiteit… en niet zomaar één. Ter hoogte van mijn slaapkamer staat een groot beeld van ‘Jacobus’.
Wanneer ik voor de deur sta valt het huisnummer me op. 11. Mijn aankomst datum in de Mont Saint Michel was een 11….

 

Een bezoek aan mijn stapelplaats, waar al mijn spullen gestockeerd staan, een scherpe geur komt me tegemoet. Kleine zwarte korreltjes liggen overal in het rond. Een muis. Oeps. Werk aan de winkel. Doos per doos wordt nagekeken.
Overal zijn sporen zichtbaar.
Van kleine urine vlekjes tot uitgebeten stukjes papier in mijn boeken. Zelfs de buizerd vinden ze goede leesvoer. Plots zie ik een muis piepstil en traag een deken opkruipen. Een zak vol schoendozen. Eén voor één doe ik ze open. In één van mijn schoenen liggen witte stukjes roze en wit papier.
Ik schud aan een schoen en sta plots verwonderd te kijken naar twee bewegende roze langwerpige worstjes. Twee boorlingen.
In een andere doos zie ik een lang donkergrijs iets… het trilt. De start van moeder muis. Ik probeer haar terug te brengen tot bij haar kleintjes, tevergeefs. Ze rent de lange gang weg, weg is ze. Ik laat de schoendoos met de boorlingen in de gang staan in de hoop ze hen vind.

Ik breng de eerste verhuisdozen naar huis en pak uit. Mijn matras ligt voorlopig nog op de grond. Een klein altaartje krijgt zijn plaats. De eerste boeken voor de pelgrims bib.

In de namiddag komen plots de muren op me af. Ik open alle gordijnen en ramen.
Een intense gewaarwording, druk is voelbaar op mijn bovenlijf. De vloeiende beweging in de ademhaling is niet meer. Mijn longen en buik staan niet meer in verbinding. Mijn keel, alsof iemand krachtig tegen mijn strot duwt.
Ik zet alle deuren open. Licht en ruimte creëeren.
“Hey Jasmine, en wat met je beweging”, zegt mijn innerlijke stem.
Ik verlaat de woonst en ga wandelen. Ik geef aandacht aan mijn ademhaling waardoor ik al snel voel dat mijn energie zich kan verspreiden en dalen en ik terug mijn eigen ruimte vind. Mijn lichaam voel, uit mijn denken daar waar mijn onrust zat. Ruimte, beweging, ik ontspan.

 

 

Sint Baafs kathedraal

 

Ontwaken voor de wekker. De wekker. Een zeldzaamheid wanneer ik op pelgrimstocht ga.
Vandaag is het iets anders… drie mensen staan ons op te wachten aan de kerk van Afsnee.
Van waaruit we dan samen naar Gent stappen.

Rond 8u nemen we afscheid van Lut, Peter en Michelle. Naast de kerk een ontmoetingszaal. Er is licht binnen. Een man komt aangewandeld. Het is me niet duidelijk wie… Sim… We hebben elkander gezien voor de eerste keer een paar dagen geleden in Kortrijk, hij zorgde voor het interview. Het verheugd mij hem hier op het onverwachts te zien en fijn dat hij meestapt op de laatste kilometers samen met nog zes mensen.
Samen met zeven mensen stap ik naar de eindmeet. Fijn om gekende mensen terug te ontmoeten en ook niet gekende. Een gesprek hier een gesprek daar.

img_20181205_0852178977363582026863776.jpg

De torens van Gent woorden zichtbaar. Klokken die luiden. Hoe dichter ik Gent nader, hoe meer ik voel dat ‘stilte’ me roept. Een diepe ademhaling. Vreugde is voelbaar. Ik ben bewust hoe mijn blik, mijn ogen, mijn ziel, in resonantie met mijn gevoel, zich uiten.
Sim komt terug naast me wandelen. “Het voelt goed, het klopt. Ik ben thuis…En het voelt zo juist dat je aan mijn rechterzijde meewandelt. Het klopt gewoon allemaal”, vertel ik tegen Sim.
Een diepe verbonden steun.

Het Sint Baafs plein is gevuld met houten huisjes voor de Kerstmarkt. Plots is Kerst heel dichtbij. De deuren van de kathedraal zijn nog dicht. Ik ben er. Ik sta er daar waar ik acht maanden geleden vertrok op Pasen. Het voelt goed. Ik heb zelf niet het gevoel dat ik maanden geleden vertrokken ben.
We nemen nog eerst een koffiepauze. Om 10u30 ga ik terug naar buiten. Els, Jeannique , Veronique, Christine, Rosane… Een warm weerzien.
De klokken luiden. Samen gaan we naar de misviering voor de eerste zondag van de advent.

Mgr. Van Looy staat de mensen te verwelkomen. Ik ga naar hem toe. Een warme deugddoende verwelkoming. Zijn handen steunend op mijn schouders delen we wat woorden. We dalen de crypte in voor de viering.

De dagen wandelen zijn voorbij. Wat heb ik genoten van deze tocht in zijn totaliteit. Zoveel wijsheid, diepe waarden mogen ontvangen en terug vinden. Een tocht waar ik van begin tot einde het gevoel heb gehad gedragen te worden. Waar ik niet het gevoel heb gehad dat het zwaar was. Waar ik op zoveel plaatsen heb mogen thuiskomen.

Aan al die mensen die ik heb ontmoet…
À toutes les personnes que j’ai rencontrées
A tutte persone che ho incontrato

Dankjewel
Merci
Grazie Mille

 

Pelgrimszegen

img_20180403_0504148995738626880282414.jpg
Jeannette

1 april 2018.

Een bezoek aan mijn bovenbuur vrouw Jeannette. Een bijna 90 jarige (14 april) en in superform voor haar leeftijd. Het daglicht schijnt op haar rechterkant. Haar ogen glinsteren, ‘oh, ik gau nu min cremekarre nie mej hoaren’ (ze bedoelt het geluid van haar deurbel). We krijgen beiden de slappelach. ‘Wa go ik joan missen’… Het raakt me en voor de eerste keer laat ik dit woord toe. Ik vond dit altijd vervelend wanneer me iemand dit me zei, ik duwde dit af. Afhankelijkheid, afscheid… koppelde ik hieraan. Het komt binnen en voor de eerste keer voelt het goed en juist in mijn beleving en kan ik het toelaten. Iemand betekenen voor iemand en vice versa…

Bij een andere buurvrouw Francine. Hebben we een fijn en boeiend gesprek rond geloof en wat het voor elk van ons betekent. Een half uur later zet ik mijn voeten op de Gentse kasseien en de naam van het appartement ‘Esperanza’ verdwijnt om de hoek.

De klokken van de Sint-Baafskathedraal beginnen te luiden voor de paasviering. Vrienden zijn aanwezig. Hartverwarmend. Ook mijn ‘zus’ is er (dochter van mijn moeder haar tweede man), deze winter mama geworden van de kleine Lena. Op het einde van de viering vraagt bisschop Luc Van Looy me naar voor in de overvolle kathedraal voor de pelgrimszegen. ‘Er is hier een hij of is het een zij die naar Compostella vertrekt’… Ik vond dit gepast hij of zij… Noch het een noch het ander, ze voelt het voor mij. Met een rustige en stevige stap komt Mgr Van Looy voor me staan. Mijn ademhaling wordt dieper. Een diep verbonden contact… Zijn handen rusten elk op een schouder. We kijken elkaar aan… Ik sluit mijn ogen… Ik voel een hand op mijn hoofd. Het voelt stevig, beschermend… De zegen… We delen nog wat woorden… In schoonheid en verbonden geraakt…

Na de viering neem ik afscheid van mensen die me genegen zijn. Innige knuffels worden gedeeld. Een kruisje op mijn voorhoofd, een kaartje, een klein geschenk… Een foto. We verlaten samen de kathedraal via de middenbeuk. Nog even een goede dag aan monseigneur. Een stevige hand… ‘Je eindigt je weg terug langs hier’ vraagt de bisschop. ‘Absoluut’, antwoord ik terug.

Een zwaai langs hier, langs daar. Mensen komen me een goede weg wensen. Mensen die geraakt zijn door mijn vertrek. Dankjewel aan jullie die aanwezig waren. Het voelde zo goed. Nogmaals een dikke knuf.

Samen met vier stappers Lut, Koen, Els en Franky zet ik mijn eerste stappen richting Assisi. Een bijzondere ervaring om samen met anderen te stappen. Ideeën, vraag en antwoord worden gewisseld. Via de Schelde verlaten we Gent richting Melle. Aan het station in Gontrode nemen we afscheid. Een groepsfoto en ik zet mijn weg verder door het bos op weg naar vrienden voor mijn eerste overnachting.

Kunstenaar en bijenhouder Jef Wynants

1 april – Pasen

Toen ik vorig jaar besloot om op 1 april 2018 een nieuwe pelgrimstocht te beginnen – de Francigena, richting Assisi, Rome en uiteindelijk Compostela – kreeg ik de reactie: “Allé, wat een rare datum.” Toch voelde ik dat het klopte. Even later opende iemand de agenda en zag dat het die dag Pasen was. Dat bevestigde mijn gevoel nog meer, en ik was blij dat ik mijn intuïtie had gevolgd.

Ik zal vertrekken vanuit de Sint-Baafskathedraal, waar ik de pelgrimszegen zal ontvangen van Monseigneur Van Looy.

Het zou voor mij heel bijzonder zijn om deze paasviering met jullie te mogen delen, in jullie nabijheid.

Bij deze nodig ik jullie dan ook van harte uit voor de paasviering op 1 april 2018 om 11.00 uur in de Sint-Baafskathedraal te Gent.

Tot dan,

Liefs,

Jasmine

“Er is maar één weg, de weg van het hart.”

Media

Met wat aanpassingen in de tekst. Dat de Gentse in Gent woont en niet in Heusden. Laten we zeggen dat toeval niet toevallig was en is 😉 . Dat ik geen fotografe ben, wel vrijwillig in de Jacobusgent Cultuurkerk. Ik schreef het boek omdat het zo in me opkwam en de rest vloeide er zo uit 🙂 . Allé, kzin nie moeilijk ze, maar just is just 😀 . Dankjewel aan Steven voor de foto (een beeld genomen tijdens de Gentse feesten in een gehuurd pak. Hoewel dat ik me heel goed voelde in die pij) Aan Rudy voor het interview. Dank om dit project in de kijker te plaatsen.

20170731-NB-016-GE-002-REG_20170730213628 kopie

Fabrice

wp-image-1905104670jpg.jpg

J’ôte mes bouchons d’oreille. En dessous de moi, j’entends un cheval cogner le mur de son écurie. Il est clairement éveillé. À la villa ‘Les Olivettes’ je prends un petit déjeuner. La villa est marquée par le temps. Il règne une atmosphère familiale. Christine, la propriétaire me dit vouloir continuer d’exploiter la villa, même si cela n’est pas facile. Une femme bien courageuse.

Une salle à manger décorée chaleureusement. Aux murs des tableaux de chasse. Les nombreux verres en cristal rappellent un passé glorieux. Devant moi un feu, une table en chêne sur laquelle se trouve un panier de fruits. Derrière moi le lever du soleil. Sur ma gauche, un salon avec des livres et des jeux de société. Avec un peu de fantaisie je réussis presque à sentir l’odeur du feu brulant. Nous parlons de ce que La Roche fut et de l’évolution de l’hôtel-restaurant aujourd’hui devenu chambres d’hôtes. Un endroit idéal pour toute personne aimant les chevaux et les chiens. Les chiens sont ici plus que bienvenus. Pureté dans un certain luxe avec une grande simplicité, où on va et vient aisément sans beaucoup de tralala.

Pour la première fois je paye ma nuitée et c’est de bon cœur. Avec le seul billet que j’avais en poche, 10 euros, ils m’ont donné une chambre. Un accueil entre êtres humains. La spontanéité de l’accueil sans se soucier d’argent est aujourd’hui chose rare dans le commerce, certainement quand on ne se connait pas du tout. Au moment de payer je leur demande leur numéro de compte pour verser le solde.

Ma prochaine escale est Bande, où se trouve l’église-Saint-Jacques suivante. Elle est à huit jours de marche de la précédente. Les kilomètres s’engloutissent sous mes pieds. Le cheminement se passe bien à travers bois et champs. Même tellement bien, que je ne me rends pas compte d’y être presque arrivée. À trois kilomètres de Bande je teste pour la première fois mon parapluie de promenade. Petit de taille et de poids. Et oui, à ma plus grande surprise, efficace. Pas de cafouillage avec sac à dos, veste de pluie. Un clic et c’est ouvert. En empruntant un vieux chemin Gallo-Romain je descends entre arbres et arbustes. Une haie d’aubépine me protège de la pluie. Au loin le clocher de l’église qui se dresse au-dessus des vergers. Je me dirige vers l’église en chantant et en fredonnant sous mon parapluie. Quatre chevaux viennent dans ma direction. Ils me regardent et puis tournent tous les quatre, leurs derrières vers la pluie. Arrivé à Bande l’église est fermée. J’appelle l’abbé. Il est en réunion. Une voisine, Marie, m’aide et téléphone à la sacristine. Cinq minutes plus tard quelqu’un vient m’ouvrir la porte de l’église. La femme ne connait apparemment pas Saint-Jacques, puisqu’elle me désigne Saint-Nicolas lorsque nous parlons de Saint-Jacques. Marc, un voisin sait beaucoup de choses sur l’église, le village, la guerre. Un homme à qui on a raconté l’histoire dès le berceau. Il habite avec son père dans la maison familiale. Au mur une horloge dont le tic-tac nous rappelle les secondes qui passent.

José, le mari de Marie propose de passer la nuit chez eux. Reconnaissante. José et Marie ont deux enfants dont un fils aveugle de naissance. Je rencontre Fabrice lorsque Marie me montre la salle de bain et la chambre à coucher. Il sort de sa chambre en caleçon. “Bonjour Fabrice, c’est bien la première fois que je fais connaissance d’une personne qui se trouve en caleçon devant moi”, lui dis-je d’une façon humoristique. Il se met à rire. Il entre dans la salle de bain et s’assied sur le WC. Bien sûr pour lui cela est évident. Les choses peuvent êtres si simples. Je ne me sens pas gênée. Admettez qu’on se complique bien souvent la vie, et qu’elle peut pourtant être si simple!   

GPX Bestand Maboge – Bande

Fabrice

Ik haal mijn oordoppen uit. Onder de kamer hoor ik een paard schoppen tegen de wand van zijn stal. Hij is duidelijk wakker. In de villa ‘Les Olivettes’ neem ik een ontbijt. Getekend door de tijd. Er hangt een huiselijke sfeer. Christine, de eigenares blijft de villa verder uitbaten, ook al is het niet eenvoudig, weet ze te vertellen. Een vrouw met veel moed.

Een warm ingerichte eetzaal. Aan de muren jachttaferelen. De vele kristallen glazen verwijzen naar een roemrijke periode. Voor mij een kachel, een oude eiken tafel met daarop een fruitmand. Achter mij de zonsopgang. Links van mij een zithoek, boeken, gezelschapsspellen. Met enige fantasie kan ik bijna de geur van een brandende kachel voor mij halen. We praten over hoe La Roche vroeger was en de evolutie van het hotel-restaurant naar chambre d’hôtes. Een ideale plaats voor mensen die houden van paarden en honden. En honden zijn hier meer dan welkom. Puurheid in een zekere luxe met een grote eenvoud, waar je makkelijk in en uit loopt, zonder veel tralala. Voor de eerste keer betaal ik een overnachting, en het is hen gegund. Met het enige briefje dat ik op zak heb, krijg ik een kamer, tien euro. Een ontvangst van mens tot mens. De spontaniteit van ontvangst zonder zich zorgen te maken om geld is vandaag een rariteit binnen de bedrijfswereld, toch als je volledig vreemd bent voor elkaar. Bij het betalen vraag ik hun rekeningnummer, de rest schrijf ik over.

De volgende plaats waar ik naartoe wandel is Bande, waar de volgende Sint-Jacobskerk is. Op acht dagen stappen van de vorige kerk. De kilometers verdwijnen onder mijn voeten. De weg gaat vlot via bossen en velden. Zelfs zo vlot dat ik het niet doorheb dat ik er bijna ben. Op drie kilometer voor Bande test ik voor de eerste keer mijn wandelparaplu uit. Klein, compact en lichtgewicht. Ja hoor, tot mijn grootste verwondering best wel efficiënt. Geen gefoefel met rugzak en regenvest. Klik en hij is open. Via een oude Gallo-Romeinse weg daal ik af tussen lage struiken en loofbomen. Een haag van meidoorn beschermt me tegen de regen. In de verte de kerktoren die uitsteekt boven de boomgaarden. Al zingend, neuriënd onder mijn paraplu richting kerk. Vier paarden komen mijn kant op. Ze kijken me aan en daarna draaien ze alle vier terug hun kont naar de regen toe.

In Bande is de kerk dicht. Ik bel l’abbé. Hij is in vergadering. Een buurvrouw, Maria, helpt me verder en belt de sacristine op. Na vijf minuten komt er iemand de deur van de kerk openen. Sint-Jacob is voor haar duidelijk onbekend, want ze wijst naar Sint-Nikolaas als we het over Sint-Jacob hebben. Marc, een buurman, weet me veel te vertellen over de kerk, het dorp en de oorlog. Een jongeheer die de info meekreeg van in de wieg. Samen met zijn vader woont hij in het ouderlijk huis. Aan de muur een klok die bij iedere seconde een regelmatig getik laat horen.

José, de man van Maria, stelt voor om bij hen te overnachten. Dankbaar. José en Maria hebben samen twee kinderen, waarvan de zoon blind geboren werd. Ik ontmoet Fabrice wanneer Maria mij de badkamer en de slaapkamer toont. Hij komt zijn kamer uit in zijn onderbroek. “Bonjour Fabrice, c’est bien la première fois que je fais connaissance d’une personne qui se trouve en caleçon devant moi”, vertel ik hem op humoristische toon. Hij begint te lachen. Hij komt verder de badkamer binnen en zet zich op het wc. Ja, natuurlijk voor hem is dit een evidentie. Zo simpel kan het! Ik voel me er niet vervelend bij. Geef toe, wat kunnen we het soms moeilijk maken, waar het ook eenvoudig kan!

 

Oud en nieuw-l’ancien et le nouveau

wp-image-171715821jpg.jpg

‘La Symphonie des Saveurs’, non seulement cela sonne bien, il s’y ont de délicieuses friandises. Brigitte, la propriétaire vient s’asseoir prês de moi pendant que je bois un café. Sujet de conversation: femmes, être mère, être enfant. Détendue.

Il est déjà midi quand je quitte Houffalize. Je marche le long d’un centre de vacances, entrant et sortant des bois. Sur un chemin de terre entre bois et champs j’entends une buse. Je m’arrête un instant et regarde autour de moi. Haut dans le ciel j’aperçois l’oiseau. Je regarde sur mon gps. Quelque chose n’est pas juste, j’ai pris une mauvaise direction. Je fais demi-tour et cherche un raccourci. Je rentre de nouveau dans Houffalize. Je cherche mon pédomètre pour savoir l’heure qu’il est, et constate qu’il a disparu. Allez, de retour sur mes pas en espérant le retrouver. Exactement huit-cent mètres plus loin le pédomètre est à mes pieds. Pour la troisième fois je rentre dans Houffalize. J’espère que cette fois c’est la dernière. Ceci est le résultat, lorsque je ne suis pas mon intuition je me trompe de direction, je cherche un raccourci pour quand même devoir retourner….un bel exemple pour comprendre que le ‘temps’ ne se laisse pas manipuler. Heureusement que la buse m’ en a  fait prendre conscience.

De chaque côté du chemin, de la bruyère. Des papillons font des va-et-vient. Sur le sol de gros cailloux. Je profite amplement de la marche et de cette façon de voyager. Parcourir le chemin. Cela me parait l’évidence même. Fondre avec la nature, suivre le courant de la vie (si tu ne te trompe pas de chemin, et même cela en fait partie). Mon corps se rempli d’une sensation subtile, fine et profonde. Amour et vie coulent dans toutes mes veines. Cela m’apporte une certaine confirmation, quelque chose qui s’installe jusqu’à dans mes plus petits vaisseaux. Le tout me parait juste. Très vite ma pensée vient mettre des bâtons dans les roues. ‘que vais-je faire de mon logement, des gens que j’aime, de mes affaires…’ idées qui me passe par la tête. Juste à cet instant, je suis confrontée avec le matérialisme dans la nature. Des déchets laissés pour compte, du papier, des emballages qui réfèrent au monde digital, un viaduc sur lequel les autos défilent à toute vitesse. Le contraste est grand. Je laisse tomber tous cela.Le futur me montrera bien le chemin à suivre. Avoir confiance en la vie!

Je suis invitée demain chez des amis, pour une fête. J’ai bien envie d’y aller, la situation ne le permet pourtant pas. La distance pour y parvenir est trop grande. Je me demande si cela à un rapport avec le fait que déjà toute la journée, les choses ne tournent pas rond. Qu’est-ce qui ce passe? J’y vais où j’y vais pas! Doute. Une certaine détermination s’installe  et me fait comprendre que terminer ce que j’ai entrepris est prioritaire. L’envie ne va pas s’enfuir et quand le moment sera venu, tout coulera de source. De la peine et de la joie se font ressentir. De la peine pour ce que je laisse derrière moi et de la joie pour la nouveauté que j’accueille.

Autour de moi un concert d’oiseaux. Des larmes coulent. Lâcher les choses fait partie du renouvellement. Approximativement trente degrés. Un chemin qui monte. Des roches. Des criquets. L’odeur de l’herbe sèche. Mon sac pèse. Je traine mon corps en avant. Je pose très consciemment chaque pied par terre. Le mot croisade me vient à l’esprit. Un cycliste arrive à toute vitesse sans s’annoncer. Je sursaute et crie ‘non de… les sonnettes de vélos ne sont pas faites pour les chiens’ oeps, cela me ramène à l’instant présent.

À Bonnerue je fais un détour par le chêne de quatre-cents ans. La GR57, qui n’est pas à sous-estimer, se termine pour aujourd’hui à Nisramont sur Ourthe, en une charmante compagnie qui m’offre spontanément un lit pour la nuit. Un martin-pêcheur. Un héron blanc. Des orages au loin. Une goutte par ci, par là. Avant de me coucher je me baigne dans l’Ourthe. La foudre éclaire les rives .

GPX Bestanden Engreux – Maboge

Oud en nieuw

‘La Symphony des Saveurs’, dat klinkt niet enkel goed in de oren, ze hebben er ook heerlijke lekkernijen. Brigitte, de eigenares, zet zich erbij terwijl ik een koffie drink. Onderwerp: vrouwen, moeder zijn en kind zijn. Ontspannen. Pas op de middag verlaat ik Houffalize. Ik wandel langs een vakantiecentrum. Bos in, bos uit. Op een aardeweg tussen veld en bos hoor ik een buizerd. Ik sta even stil en kijk om me heen. Hoog in de lucht zie ik de vogel. Ik kijk op mijn gps. Er klopt iets niet en ik zie dat ik de verkeerde kant opwandel. Ik zoek een kortere weg en stap terug tot Houffalize. Zoekend naar mijn pedometer om het uur te weten, kom ik tot de constatatie dat hij er niet meer is. Allé, dan maar weer terug op mijn passen, op goede hoop. Op exact achthonderd meter ligt de pedometer voor mijn voeten. Voor de derde maal wandel ik Houffalize in. Hopelijk nu wel de laatste keer. Het gevolg van mijn buikgevoel niet te hebben gevolgd: verkeerd wandelen, een kortere weg zoeken om die dan toch terug te moeten… Een mooi voorbeeld van hoe je ‘tijd’ niet kan manipuleren. Gelukkig bracht de buizerd me tot bewustzijn.

Aan beide zijden van de weg heide. Vlinders fladderen heen en weer. Op de weg grote keien. Ik geniet van het wandelen en van deze manier van reizen. De weg bewandelen. Het voelt als een vanzelfsprekendheid. Eén worden met de natuur, de flow van het leven volgen (als je niet verkeerd loopt en zelfs dat hoort erbij). Mijn lichaam wordt gevuld met een subtiele, fijne, diepe gewaarwording. Liefde, leven stroomt door mijn hele lichaam. Het brengt een zekere bevestiging met zich mee, die zich voelbaar installeert tot in de kleinste adertjes. Het voelt juist. Heel snel komt mijn denken roet in het eten gooien. ‘Wat met mijn woonst, met de mensen die ik liefheb, met mijn spullen…’, gaat door mijn hoofd. Net op dat moment word ik geconfronteerd met materie in de natuur. Achtergelaten afval, papier, verpakkingen die verwijzen naar de digitale wereld, een viaduct waar auto’s over zoeven. Het contrast is groot. Ik laat los, voor wat het is. De toekomst zal me hier verder wel wegwijs in brengen. Vertrouwen in het leven!

Morgen ben ik uitgenodigd bij vrienden voor een feest. Ik heb een verlangen om te gaan, de situatie nu laat het echter niet toe. De afstand is te ver om er te geraken. Heeft dit nu te maken met het feit dat de hele dag mijn weg niet vlot verliep, stel ik mezelf de vraag. Wat gebeurt er? Ga ik of niet? Twijfel. Een vastberadenheid vertelt me dat wat ik nu bezig ben eerst afgewerkt moet worden. Het verlangen zal niet weglopen en als de tijd er rijp voor is, zal alles wel vloeien. Verdriet en vreugde zijn voelbaar. Verdriet om het achterlaten en terzelfdertijd vreugde voor het nieuwe dat voor de deur staat. Rondom mij een concert van vogels. Tranen vloeien. Lossen is vernieuwing.

Ongeveer dertig graden. Een stijgende weg. Rotsen. Krekels. De geur van gedroogd gras. Mijn rugzak weegt. Ik sleep mijn lichaam voort. Iedere stap zet ik bewust. Het woord kruistocht komt in me op. Een fietser zoeft razendsnel voorbij, onaangekondigd. Ik schrik en floep eruit: “Non de… les sonnettes de vélos!” Oeps! Dit brengt me terug in het hier en nu. In Bonnerue maak ik een ommetje naar een vierhonderdjarige eik. De niet te onderschatten GR57 eindigt vandaag in Nisramont aan de Ourthe, in gezellige compagnie die me spontaan een bed aanbiedt. Een ijsvogel. Een witte reiger. Onweders in de verte. Een druppel hier, één daar. Voor het slapengaan neem ik nog een bad in de Ourthe. De bliksem verlicht de oever.

 

Vipassana

wp-image-1561371684jpg.jpg

 

Hier sta ik dan, in de tuin waar ik vorig jaar met volle overtuiging in wandelde. Het Vipassana meditatiecentrum. Het is half vijf, een open hemel. De sterren schitteren aan de hemel. Een vallende ster. Stilte. Een aangename temperatuur. Een eerste meditatie wacht. Met ongeveer 140 mensen zijn we voor tien dagen de ‘Nobele Stilte’ ingestapt. De stilte van lichaam, geest en woord. Niets om te schrijven, geen telefoon, geen internet. Niets van materie waar je een houvast aan hebt. Tien dagen niets anders dan mediteren.

De eerste dag leer ik de meditatietechniek ‘Anapana’. Focussen is de boodschap. Nog negen dagen te gaan. Mijn gedachten reizen van her naar der. Vragen komen bij me op. De leraar. Het lukt me niet om bij de leraar te geraken omwille van eigen twijfel en de beurtlijst. Angst is voelbaar. Er is nog meer, maar wat? Wandelend in de natuur wordt het me duidelijk. De vragen zijn ontstaan vanuit een oud patroon. Als kleuter had ik het idee dat mijn stil zijn me onzichtbaar maakte, omdat ik het gevoel had niet gezien te worden. Transformatie. Opluchting. De angst voel ik zo verdwijnen. Ik ontvang de antwoorden op mijn vragen. Vertrouwen, Jasmine, gewoon vertrouwen in jezelf. Een fijn gevoel fladdert door mijn lichaam. Vreugde. De behoefte om het te delen is groot. Het eurekagevoel, je weet wel, zo een gevoel waar je een gat van in de lucht zou springen. Het kan niet, ‘Nobele Stilte’. Dankzij de stilte word ik me bewust dat de vreugde niet noodzakelijk naar buiten hoeft gebracht te worden in woorden, ook al is de wens om het te delen groot. De wens gehoord, gezien, begrepen te worden, erbij te willen horen… terug een oud patroon. Door de vreugde tijd en ruimte te geven om mijn lichaam te voeden, ze te laten groeien, zonder er zelf een richting aan te willen geven, geef ik mezelf het geschenk om het leven door mijn hele lichaam te mogen voelen zinderen. De vreugde wordt intenser, warmer. Ik voel de energie van de vreugde stralen, zowel binnenin als naar buiten en deze vorm voelt veel krachtiger, voller… juist. Ik blijf hierdoor bij mezelf en in verbinding. Gewoon stralen! Liefde, Leven is voelbaar. Het is alsof mijn hersenen vanuit een souplesse reageren, de ene wijsheid na de andere.

Het woord ‘meditatie’ en het ervaringsgevoel – of laat ik het gewaarwording noemen – komen aan de oppervlakte. Een gewaarwording die ik moeilijk in woorden kan omschrijven, omdat ik er meer en meer van overtuigd ben dat geen enkel verstandelijk begrip deze gewaarwording kan uitleggen. De momenten dat ik wel een poging deed, zag ik dat mensen me niet konden begrijpen. Dan kreeg ik te horen dat het niet ok was. Mensen die niet wisten hoe ermee om te gaan uit onwetendheid, uit eigen angst, die me waarschuwden voor psychosen, hallucinaties om het maar uit te drukken in maatschappelijk verstaanbare taal. Ik begon te twijfelen aan mezelf, vertrouwde mezelf niet meer. Ik geloofde de grote mensen, hoewel ik vaak voelde dat het niet juist was. Wie was ik als kleine ukkepuk om de volwassenen tegen te spreken en niet te geloven. Het werd me ook duidelijk gemaakt. Er installeerde zich angst. Angst voor mijn eigen gewaarwordingen. Daardoor voelden de gewaarwordingen intenser aan, de beelden werden in omvang groter, dit uitte zich in nachtelijke dromen, ’nachtmerries’ volgens het woordenboek. Ik bleef draaien in een gevoelsmatige wereld waarin ik geen antwoorden kreeg, volgzaam naar de grotere mensen, blindelings vertrouwen. De angst werd alsmaar groter en mijn lichaam voelde alsmaar kleiner. Ik groeide op naar een volwassen vrouw en werd me er bewust van dat ik een groot deel van mijn leven op deze wereld stond alsof mijn hoofd en lichaam gesplitst waren. Terwijl diep vanbinnen het vlammetje aanwezig is gebleven en ik wist dat mijn gewaarwordingen ok waren en nog altijd zijn. Blijkbaar was afscherming noodzakelijk.

Diep binnenin was liefde, is liefde, is Leven. Het Leven waar ik naar op zoek ben geweest als klein kind. Ik kroop in de kast en zocht de warmte op van de schouwpijp. Mijn vingers in de oren om mijn aandacht naar binnen te keren. Luisterend naar mijn adem, voelde ik mijn lichaam. Diep vanbinnen was de enige plaats waar ik me thuis voelde, waar Leven voelbaar was en is. Bij de aanvang van de meditatie, de uitleg en het gewaarworden, voel ik een ‘thuiskomen’. Het is me niet onbekend. Vandaag, de angst voorbij, werd het me in een paar seconden duidelijk. Van zelfvertrouwen naar vreugde, naar liefde, naar het voelen wat ‘Leven’ is.

En zo blijft de tiendaagse Vipassanaweek doorgaan. Het ene inzicht na het andere. Een hernia die me belemmert om een comfortabele houding aan te nemen, verdwijnt. Een lichaam dat op de vierde dag bij het aanleren van de Vipassanatechniek volledig in verkramping gaat wanneer ik te horen krijg ‘niet meer bewegen’. Opnieuw een oud patroon. Een uitbarsting. Ontlading. Een nieuw inzicht. Vreugde… De pijn van de hernia die verdwijnt. Een lichaam dat jeugdig en soepel aanvoelt. Af en toe een lachbui om kleinigheden: een stukje appel dat wegglipt in het bord van iemand anders, iemand die schrikt omdat een ander niest in de stille ruimte, een magneet die op een geschreven letter hangt terwijl we wachten om bij de leraar te gaan ‘eeting the teacher’ in plaats van ‘meeting the teacher’… Een regel doorbroken, waar ik om kan lachen om wat het me brengt. Vreugde, een zuivere geest, genieten van een krekel, een salamander, een bloem, de sterren, de dingen des levens. Zuiverheid, puurheid, volheid, wijsheid…en Liefde. En de Liefde die is in elk van ons. Dat ieder van jullie deze terug mag ontmoeten. Dat wens ik jullie allen.

Vipassana

Me voici à nouveau dans le jardin où, l’année dernière, j’entrais avec conviction. Le centre de méditation Vipassana.

Il est quatre heures trente, le ciel est ouvert. Les étoiles scintillent au firmament. Une étoile filante. Silence. Une température agréable. Une première méditation m’attend. Nous sommes à peu près cent quarante personnes à être entrés dans une période de dix jours de ‘silence noble’. Le silence du corps, de l’esprit et du verbe. Rien pour écrire, pas de téléphone, pas d’internet. Pas de matériel auquel on est attaché. Dix jours, ne rien faire que méditer.

Le premier jour j’apprends la technique de méditation ‘Annapana’. Le mot d’ordre est ‘focus’. Encore neuf jours à venir. Mon esprit vagabonde par-ci, par-là. Des questions me viennent à l’esprit. Le prof. Je ne parviens pas à rencontrer le prof à cause de mes doutes et du tour de rôle. Je sens la peur. Il y a encore plus, mais quoi ! En me promenant dans la nature, les choses me deviennent claires. Les questions ont vu le jour à partir d’un vieux modèle. Comme petite fille je croyais que rester tranquille me rendait invisible, car j’avais l’impression de ne pas être vue.

Transformation. Soulagement. Je sens la peur disparaitre. Je reçois la réponse à mes questions. Confiance Jasmine, simplement avoir confiance en toi. Une agréable sensation traverse mon corps. Joie. Le besoin de partager cette joie est grand. Le sentiment d’Eureka, tu sais bien, cette sensation qui te fait sauter en l’air. Ce n’est pas possible, le ‘noble silence’. Grace au silence je me rends compte que la joie ne doit pas nécessairement être partagée avec des mots, même si le besoin de partage est grand, le désir d’être entendue, vue, comprise, le désir de faire partie de… à nouveau un vieux modèle.

Laissant à la joie le temps et l’espace pour nourrir mon corps, la laissant grandir, sans vouloir la diriger, je m’offre le cadeau de pouvoir sentir la vie couler dans mes veines et remplir mon corps. La joie devient plus intense, plus chaleureuse. Je sens l’énergie de la joie rayonner, aussi bien à l’intérieur qu’à l’extérieur et cette forme est plus forte, pleine…..juste. Comme cela je reste encrée en moi et reliée. Simplement rayonner! Amour, la vie est tangible. C’est comme si mon cerveau réagit avec souplesse, une chose après l’autre.

Le mot ‘méditation’ et le sentiment de l’expérience – ou est-ce que je l’appelle ‘perception’ -font surface. Une sensation d’expérience très difficile à définir avec des mots, parce que je suis de plus en plus convaincue qu’aucune compréhension intellectuelle ne peut l’expliquer. Lorsque j’essayais de le faire je voyais que les gens ne me comprenaient pas. Puis j’entendais que cela n’était pas ok. Des gens qui ne savaient pas comment gérer cela, par ignorance ou par peur. Ils me mettaient en garde contre les psychoses, les hallucinations pour l’expliquer dans un langage social compréhensible. Je commençais à douter de moi, je n’avais plus confiance en moi. Je croyais les grandes personnes, bien que je sentais souvent que cela n’était pas juste. Qui étais-je, moi, ce petit bout de gosse pour contredire les adultes et pour ne pas les croire. On me le faisait comprendre. Une peur s’installait, peur de mes propres perceptions. C’est la raison pour laquelle les perceptions se faisaient plus intenses, les images plus grandes, et cela s’exprimait en rêves la nuit, ‘cauchemars’ selon le dictionnaire. Je continuais à tourner en rond dans un monde émotionnel dans lequel je ne recevais pas de réponses des grandes personnes, et dans lequel j’avais aveuglement confiance. La peur devenait de plus en plus grande et mon corps de plus en plus petit. Je devenais une femme adulte et prenais conscience d’être une grande partie de ma vie en ce monde avec la sensation que ma tête et mon corps étaient séparé l’un de l’autre. Pendant ce temps au fin fond de moi la petite flamme brulait toujours et je savais que mes perceptions étaient justes et qu’elles le sont encore. Apparemment, le blindage était nécessaire.   

Tout au fond de moi il y avait l’amour, il y a l’amour, il y a la Vie. La Vie que j’ai recherché quand j’étais une petite fille. J’allais dans le placard et j’y cherchais la chaleur de la cheminée. Mes doigts dans mes oreilles pour me barrer du monde extérieur. J’écoutais ma respiration, je sentais mon corps. Tout au fond de moi se trouvait la seule place où je me sentais bien, où je sentais la vie et où aujourd’hui encore je sens la vie. Au commencement de la méditation, l’explication et l’exercice me laissent  ressentir comme un retour aux sources. Ceci ne m’est pas inconnu.

Aujourd’hui, passée la peur, j’ai compris bien des choses en quelques secondes: la confiance en soi, la joie, l’amour, sentir ce qu’est la vie.

C’est ainsi que se déroulent les dix jours de Vipassana. D’une vision à la l’autre.

Une hernie qui m’empêchait de m’asseoir confortablement, disparait durant le quatrième jour. Mon corps se contracte complétement lorsque en apprenant une des techniques du vipassana, j’entends les mots ‘ne bougez plus’ (à nouveau un ancien comportement). Une explosion. Une décharge. Une nouvelle vision, un nouvel aperçu. De la joie… le mal que la hernie me procurait, disparait. Un corps qui se sent plus jeune et plus souple. De temps à autre un éclat de rire pour une banalité; un morceau de pomme qui s’échappe et atterrit dans l’assiette à côté, quelqu’un qui sursaute lors d’un éternuement dans l’espace ’silence’… euh où en suis-je… un aimant qui recouvre une lettre sur la pancarte dans la salle d’attente ‘eeting the teacher’ au lieu de ‘meeting the teacher’… j’ai rompue une règle, et cela me fait rire … pour le fait en soi mais surtout pour ce que cela m’a apporté. De la joie, un esprit pur, profitez de voir une sauterelle, une salamandre, une fleur, les étoiles, les choses de la vie. Pureté, plénitude, sagesse … et Amour.

Et l’Amour est en chacun de nous, que chacun d’entre vous puisse à nouveau le rencontrer (le redécouvrir). Je vous le souhaite.