Unienville

Een bijzonder en mooi plafondschilderij in la Ville au Bois

Check… is alles terug op zijn plaats. Check… heb ik alles terug mee.
Ik verlaat de ruimte… en draai me altijd nog eens om in teken van dank.
In mijn hand een bos sleutels, waaronder een heel lange zware… de kerk….en een kleintje die van de crypte. Soms zijn er van die plaatsen waar je kan gewaar worden dat men wordt gedragen, mijn lijf voelt dan aan voorbij de grenzen van het tastbare en een plaats waar men lang zou kunnen in vertoeven. De crypte van Rosnay l’hôpital.

Ik verlaat het dorp. Een traktor in de verte komt in snelheid aan en vertraagt wanneer hij dichterbij komt… Mr. Martin, Brice. Ik richt mijn ogen naar boven. De vriendelijke burgemeester die gisteren zorgde voor een bed, warmte, water en later op de avond kwam hij nog eens aan met een heerlijke linzen schotel van zijn eigen land.
Ik deel het incident en beiden moesten we erom lachen. Gelukkig. “À tu bien dormis”, vraagt hij me met een brede glimlach. “Oh, agréablement et merci pour le repas, c’était un régale.” “Oh, avec plaisir. Ce n’étais pas grande chose”. “Oh, plusque assez, j’ai bien apprécié après une bonne journée de marche.” We nemen afscheid. Ik draai me nog even om en zie de mastodont van een traktor verdwijnen in de verte.

Kraanvogels blijven massaal de weg terug naar het noorden volgen. Boven mijn hoofd.. zie ik hun witte buik die contrasteert tegen het blauw van de lucht… wat een zachtheid, wat een harmonie, wat een samenhorigheid, wat een vloeiendheid. .. mijn hart gaat sneller, tranen rollen over mijn wang… Vreugde is voelbaar.
Vrede, vreugde, harmonie.
Het gebied waar ik ben kent verschillende meren; Lac du Der, Lac d’Amance, Lac d’Orient.

Een koude luchtstroom is plots voelbaar. Het weer veranderd. Na mijn muts, mijn handschoenen en regenvest kap houden me warm.
Brienne le château, ik probeer terug te denken aan toen, twee jaar geleden…
‘Oh, ja’, nu weet ik het terug. Het grote kasteel in de hoogte.

Bij het verlaten van Brienne en zijn lege straten, sta ik stil aan een huis. Op het eerste verdiep heeft iemand luidop muziek opgezet. Ik blijf wat staan en luister mee via het openraam en geniet van de combinatie muziek en de onzichtbare persoon die meefluit.
Het brengt wat leven in de straat, alhoewel ik veel liever mensen op straat zou willen zien. En eigenlijk heb ik soms zin om te roepen… mensen het is hier te doen… buiten…. Leef.

Ik stap verder tot in Unienville. Met zijn schitterende rivier. Een man staat met zijn traktor aan de deur van de gîte municipale. Helaas gesloten via waterlast. De man verwijst me verder naar een huis met blauwe luikjes, een gîte. Een jonge loopt me voor en opent een hekken. “Oh, veut tu bien appelé ta maman ou papa. Merci.”
Een man op krukken komt buiten en nodigt me uit binnen te komen. In een knus klein huisje krijg ik een slaapplaats. Wanneer ik hem vraag wat ik mag betalen voor de overnachting, krijg ik een bijzonder antwoord,” Le respect et le bonjour.”

Wat fijn om deze keer ook te mogen ervaren dat ook jonge gezinnen met kinderen hun deuren open, wat ik voordien zelden heb ervaren. Meestal kwam ik terecht bij mensen waarvan de kinderen reeds groot waren en het huis uit.
Ik kan me zo inbeelden dat dit iets is dat men als kind niet zo snel zal vergeten. Een warm en waardevol beeld dat ouders laten zien aan hun kinderen, dat een wildvreemde welkom is voorbij de angst en hulp wordt aangeboden. Wat een levensles en geschenk in beide richting.

Een gezellige avond rond de openhaard, een gedeelde avondmaal met Aurélie, Julien, Soline, Johan, de hond des huizes PilPoil. En een vriend des huizes Denis.

Klik HIER voor een kortfilmpje

Un café Italien

Aardappelen, tarwe, mais en suiker bieten…maar vooral hoofdzakelijk tarwe en suikerbieten, dit is wat hier in de regio van La Marne op de vlakte wordt gekweekt. In massa’s.
Start voor een tweede dag in rechte lijn, op een heuvelend landschap.
Hier en daar groepjes van herten in de verte.

Ergens midden de dag kom ik aan in een nog historisch dorpje. Met zijn huisjes waarvan de muren schots en scheef zijn. Des belles maison comme j’aime. Ik zoek een bankje, geen. Ik hoor een deur van een schuur.
“Pardon monsieur, je peut me reposer un peut sur votre petit mur”.
De meneer komt naar toe, opent het hek. “Entré, je vais même vous donner une chaise”. Hij brengt me een stoel, “vous voulez encore quelque chose, un peut d’eau, un café.” “Ohla, un petit café ce n’est pas un refu, avec grand plaisir.”
Terwijl ik op de stoel zit geniet ik van het zien van een schuurtje, met hier en daar wat verborgen schatten.
Met een plateau in de hand komt hij terug. Een Italiaanse koffiekan, twee witte tassen en ‘mon cherie’, zo een praliné met drank en een kers erin.
We spreken over het leven midden de velden in een oase dorp. Over hoe hier gecultiveerd wordt, met veel pesticiden, ook al staat erop Biologisch. De boeren ontglippen telkens aan de normen, dit is ook zichtbaar op de velden, kleur is er zelden zichtbaar.

In de tuinen zijn hier en daar bloemen zichtbaar… driekleurenviooltjes, Primula, af en toe komt het geel erdoor van de Forsythia en Paardenbloem. Door de open vlaktes is alles hier wat trager.

”s Avonds kom ik aan in Rosnay L’Hôpital.
De straten zoals op veel plaatsen, zijn leeg, geen mens te zien. Dit was al zo de voorbije jaren, maar nu, amai opvallend.
De jonge en vriendelijke burgemeester opent zijn feestzaal waar ze een klein hoekje hebben geïnstalleerd voor de pelgrim.
Een electrisch kacheltje wordt bijgezet.

Terwijl ik mijn dagboek schrijf, kijk ik plots op. Een witte rook en een bizarre geur is de ruimte aanwezig. Ik zet de ramen open. Kijk naar het vuur. Ik zie niets. Ik ga naar beneden, ook niets. Ik trek de stekker uit. Hef de verwarming op. Bingo. De linoléum zag zwart. Oef, wat een geluk. En de grond, het is wat het is. Ik besef dat ik veel geluk heb gehad en dat ik niet aan het slapen was. Ik haal de ovenplaat en grill uit de oven, plaats de verwarming erop, zo heb ik toch nog een verwarmde ruimte.

Terwijl ik mijn dagboek verder aanvult, voel ik mijn ogen zwaar worden….. midden de nacht kom ik wakker met bril op de neus en telefoon in de hand. Ik zet hem af en slaapzacht terug in. Dankbaar om het leven, de vele ontmoetingen…

Klik HIER voor een kortfilmpje

Chez Babeth

Zaaaliggg… Hmmm… ontwaken. Ik duw op een groen knopje voor de tv, op zoek naar een documentaire. Frankrijk is ‘rijk’ aan verschillende tv zenders met enkel documentaires over… natuur, geloof… Ik blijf nog heerlijk chillen.
Pas tegen de middag verlaat ik de kamer…
En dit is wat mijn lijfje nodig had. Een halve dag rust en op eigen ritme ontwaken. Niet meer, niet min. En voor de rest rustig wandelen… op de catwalk ipv op de atletiekpiste. Haha.
En als ik even terugblik naar gisteren, kan ik het moment zien waar ik me in een fractie van een seconde mezelf louter in het mentale had gestoken en geen rekening meer hield met gans mijn Zijn… zo snel kan soms iets draaien, wanneer men het bewustZijns verlaat of buiten zichzelf vertoeft.

Voor ik de grootstad verlaat ga ik langs de bakker en de fruitboer.
Bij de bakker een lange wachtrij.
Even verduidelijken. De rij lijkt lang te zijn, niets is minder waar. De afstand tussen de mensen rekt de lengte uit. Enne ik denk ook niet dat er nu meer mensen zijn dan andere zondagen. Waarschijnlijk staan alle mensen dan gepropt op elkaar. Het is maar hoe je het ziet. Ik schuif alvast met plezier aan voor een zondagse ochtendcompagnie.

Een vrouw staat voor me en maakt problemen over het feit dat een tachtig jarig haar mondmasker niet op heeft. De vrouw draait zich om en we geraken aan de babbel. “Il y des gent bizarre ici. Il faut faire attention….” Ik kijk wat rond me en voel me best heel ontspannen, zonder maar iets gewaar te worden van wat de vrouw met me deelt. “Oh, vous savez madame les gent bizarre, je crois pas que cela existe. Tous dépend de son propre regard, ce que en porte soi et ce que nous projetons sur d’autres.”


Max. drie mensen in de bakkerij. Ik stap binnen en kijk wat er is. Een jonge juffrouw vraagt gehaast en al roepend wat ik wens.” Pouvez vous m’aider. Il y a quoi dans cette pâte svp.” Ik zie de jonge vrouw twee stuks in een papieren zak steken. Ze kijkt me aan en vraagt me iets.” ” Désolé mais il est impossible de vous entendre et je me demande pourquoi vous criez tous si fort”, vraag ik haar. “À cause du masque”, weet de juffrouw me te vertellen. “À cause du masque ou le faite que vous criez l’un sur l’autre”. Het geroep wordt minder in de hectische bakkerij…eenmaal buiten, oef, wat een opluchting.

Langs de weg overheerst de mondmaskers boven de sigaretten peuken en bierblikjes.
Ik herken bepaalde punten op de weg… in 2018 kwam ik hier langs op mijn weg naar Assisi, die de weg van Aertsengel Michaël werd en behoorlijk mij heeft laten ontwaken.

Wanneer ik terug in de volle natuur kom, weg van stad en drukte, kom ik in een totaal ander landschap terecht dan de voorbije dagen.
Daar waar de dorpen verborgen lagen tussen de bossen… rijzen de dorpen na iedere heuvel van velden. Weg bossen.
Rondom rond aan de horizon zijn de windmolens zichtbaar op de open vlaktes van de champagne streek.

Ik hoor een wagen afkomen in mijn rug. Ik draai me even om. Een stofwolk. Ik ga midden op de weg wandelen tot ik hoor dat de wagen vertraagd. Ik ga terug op de zijkant en steek mijn hand op als dank gebaar. De wagen stopt… Twee jonge dames. “Ça va, vous avez besoin de quelque chose”, vraagt één van de inzittende. “Non, merci, merci d’avoir ralenti…. “, en we praten verder over verschillende regio’s in Frankrijk. de natuur, de weg… “Un jour ou l’autre j’ai envie de le faire ce chemin.” “N’hésiter pas”, deel ik met een vreugdevol gevoel.
Op de landwegen zijn automobilisten zich vaak niet bewust van de stofwolk, dus eventjes naar het midden en dan op zij en met grote kans dat men elkander begroet.

Ik bevind me op de GR654 naar Compostela en de GR145 naar Rome, een weg die sedert dit jaar (2021)een officiële GR route is geworden.
Op een bepaald punt kies ik de tegenovergestelde landweg dan deze van twee jaar geleden. Zalig om in het hier en nu te vertoeven en om hierin eigen keuzes te maken.
Het landschap lijkt op lappen stoffen van een quilt, als een deken die over de aarde ligt, maar of ze de aarde goed doet en ‘warmt ‘ is een andere zaak.

Een hazen rollebollen over het veld. Drie herten huppelen opzoek naar schutting in de weinigen bos oasen.
Hagen zijn verdwenen.
De talrijke vogels, hun gezang waar blijven ze…

Mijn avond eindigt bij Babeth, Barbara, Caroline, Melissa, Tina… In Le Meix-Tiercelin, een gezellig samen zijn onder vrouwen en dat op een acht maart, de Internationale vrouwendag.

Klik HIER voor een kortfilmpje

Vierves-sur-Viroin

Dourbes

Hoog boven mij, de buizerd. Na een fijn ontwaken ten huize Yahn-Loù en met 600gr minder in de rugzak, vertrek ik richting Chooz.
Vanuit Dourbes zijn er verschillende wegen waaronder de compostella route de Thiérache, GR routes… keuze vrij en genoeg. Ik volg de tip van Yahn-Loù…
Ik wandel op de rand van een bos, links van me een open vlakte tussen een bos en een rotswand.
Beige, donker bruine koeien baden in de zon midden een oase van rust. Een aangename weg midden de natuur.

Het is fris… en hoewel de natuur zijn volle groene kleuren vertoont, dwarrelt hier en daar wat dorre, droge bladeren naar beneden…het voelt aan als de prille lente. Dankbaar voor de natuur, die het water meer dan nodig had en nog heeft… ook mijn voeten zijn tevreden met dit frisse weer.

Het kriebelt op mijn benen. Minuscule teken verplaatsen zich razendsnel opwaarts. Geen tijd voor de tekentang… Een per een verwijder ik ze met de hand…

Vanaf vandaag gaat de horeca terug open. Benieuwd waar ik mijn eerste halte zal houden.
In Vierves-sur-Viroin. Om een hoek, een terras. Yes. Het is altijd zo fijn om even uit te rusten op een terras. Ik ga naar binnen voor een bestelling. Bij het naar buiten gaan hoor ik “Tu a vue c’est chaussures, elle a des doigt pieds”. Hi, ik terug naar binnen. Wat gegeneerd dat ik het hoorde, begint de man wat grappen te maken. We hebben plezier. Buiten spelen 2 kinderen, Natheo et Lea.
Op de grond ligt wit poeder van wegenwerken. De kinderen wrijven er hun handen in en strijken het uit op hun gezicht… Ik geniet van het zien, te zien dat men de kinderen niet verbied in hun spontaniteit, hun spelen. “Och, on va les laver sous la douche. Aussi longtemps que ils s’amuse.”,zegt de grootmoeder.

Wat me opvalt is hoe men mij aanspreekt. Wanneer ik vroeger heel korte haren had, had ik iedere keer prijs… “dag meneer… Ah, jongen”… Tot vervelends toe.
Vandaag heb ik nu reeds een paar keer mogen horen “Bonjour madame, que désire vous madame…”, zo fijn dit te horen en dat met super korte haren.

Meidoorn, sleedoorn, eglantier rozen en bramen…. vormen een lange Haag.
De vele nieuwe moestuinen sieren de voortuinen. Precies alsof mensen massaal zijn beginnen kweken tijdens de lockdown… en groot gelijk hebben ze.

Aan de grens staan grote gestreepte wegversperringen. Ik steek ze voorbij… ik ben wat verstrooid en mis een wandelweg. Ik waag me verder door de industrie one van Vireux…een lange omweg… Hmm, ik check mijn kilometers… nog twee uur. Ik haal het niet om op deftig uur bij de vrienden aan te komen. Michelle komt me ophalen… Oef… Morgen een rustdagje in Chooz.

Léa et Natheo

Chooz

Spoor

Saint-Germain-la-Ville

Mathieu Olivier

Ik sluit het tuinhuis waar ik een heerlijk nacht heb gehad. Even tot bij de eigenaar om te danken. De bel. De man komt gehaast aan. “Merci pour votre hospitalité monsieur”,terwijl ik hem de hand geef. “bofff, c’était rien”, terwijl hij zich al half omdraait. De man houdt een chambre d’hôtes open.

Naar het dorp. Het is zeven uur in de morgen. Een vrouw komt aangereden. Parkeert zich en loopt voor me uit naar de bakker. Gehaast.
De bakker. Man en vrouw hebben woorden. De bakkerin laat iets vallen. Mist in het cijferen.
Buiten drink ik rustig mijn koffie en neem ik mijn ontbijt. Een poort gaat open. Een auto rijdt uit. De bakkerin begint haar ronde. Wat verder stopt de wagen. De zijdeur stond nog open. Gehaast.

Ik stap rustig een zonnige dag in. In een dorp vraag ik of er plaatselijke handelaars zijn. “Tous les artisans sant groupé madame au font de la rue. Il y a un centre… ‘Een grootwarenhuis'”, weet de vrouw met een zachte stem me te vertellen.
Het wringt binnenin. Ik heb geen keuze, zoniet heb ik geen voeding voor de dag. Sedert dat de grote ketenen zich geïnstalleerd hebben aan de rand van dorpen en ondertussen aan een snelheid overal bijbouwen, hebben de kleinhandelaars geen kans tot overleving in deze economie. En allen hebben we hier ons aandeel in, ook ikzelf. Het gemak van alles samen te vinden om tijd te winnen ten koste van kwaliteit en menselijk contact.

La Chaussée sur Marne

La Marne

Op een gegeven moment sta ik met mijn twee voeten op een treinspoor. Uitkijkend naar een oneindig punt. Voor me zie ik beelden. Mannen, vrouwen, kinderen. In de hand valiezen. Stille stemmen. Slepende voeten. Mensen die naast elkaar lopen steunend en ondersteunend. Ik blijf nog even staan. Vogels halen me terug. Ik verlaat het spoor. De stemmen verdwijnen. Ik besef dat ik de vrijheid heb van het spoor te stappen. Velen hadden dit niet.

Saint-Amand-sur-Fion

Een lange tocht doorheen een open landschap. Velden in verschillende groen tinten. Af en toe nog wat wijnranken. Wat groeit die snel. Iemand vertelde me dat deze ook ’s nachts blijven groeien. In Saint-Amand-sur-Fion weet ik de frisheid van de kerk met zijn voorportaal te appreciëren.

Mijn avond eindigt in Vitry waar onverwachts iemand mij meeneemt naar een hotel en er mijn hotelkamer betaald. Even een eigen luxe nestje na een vermoeiende weg is welkom. Ik zet de tv aan. Jean Reno. Ik blijf kijken. Le Vel’d’Hiv. Waar de grootste deportatie van Joden is gebeurd in Frankrijk tijdens de tweede wereldoorlog. En waar menigte Fransen hieraan hebben meegeholpen. Ik denk terug aan deze namiddag. Het spoor. De naam Jeruzalem komt binnen.

La pureté

Zeven uur in de morgen. Rechts Gilles, links zijn vrouw. Ik steek mijn hand op en maak een grote zwaai naar rechts. Mijn wandelstokken zwierend naar voor.
Op aanraden van Gilles volg ik het kanaal. De GR route komt langs les marais die momenteel nog een deel onder water staat. De boeren kunnen er momenteel nog niet op het land om deze te bewerken. De Marne is lange tijd uit haar oevers gegaan. Een specht maakt zijn tromgeroffel. De temperatuur is al hoog. Een fietser steekt me traag voorbij “bon courage”. Een volgende “bon voyage”. Deugddoend.

Kathedraal Châlons en Champagne

Kathedraal Châlons en Champagne

Châlons en Champagne

Jeanne d’Arc

Bij iedere stap voel ik intens de aarde. De Aarde, waar ik dagelijks mag op ontwaken. Waar schoonheid iedere dag aan je voeten ligt. In kleine dingen, in eenvoud. Dans toute ça splendeur et simplicité dans la pureté de chaque jour. Bewust stappen in het leven. Waar tijd en ruimte geen betekenis hebben ook al leven we en worden we elke minuut ermee geconfronteerd in onze omgeving. En waar jezelf de vrijheid hebt er al of niet aan deel te nemen. Het bewustzijn, dat het leven meer is dan mijn tastbare lichaam. Dat bij iedere stap er ook verbinding is met het hogere. Mijn lichaam de mogelijkheid brengt contact te hebben tussen en de aarde en het hogere, het onzichtbare voor de één, zichtbaar voor de andere. We alle waardevolle wezens zijn die hier even langs komen.
Als ik terug denk aan alle mensen, wezens die ik al heb ontmoet. Dan kan ik alleen maar mijn beide handen naar elkaar toebrengen en een ingetogen neerwaartse buiging maken.

Op de weg, in het leven staan zonder maar iets te willen neerzetten. Gewoon er zijn. Observeren zonder iets te willen invullen, zonder interpreteren. Zien met je hart. Gewoon, ‘Het Is’. ‘Dans l’esprit du chemin’ met vertrouwen en geloven dat wat komt is en zal zijn. Wat voelt dit goed en vrij.
Zo voelt mijn weg. De ene ontmoeting na de andere.
Een mens, een reiger, een zwaan. De vlinders, hommels, bloemen. De zon, water, lucht…

De eerste warmte verschijnsel is zichtbaar op mijn scheenbeen. Rode plekken. Mijn kousen gaan over mijn schoenen en zorgt op deze manier voor wat luchtcirculatie. Een klein jeukende blaartje op de dikke teen, zegt hallo.
Een aangename tocht langsheen les marais en kanalen. Een middagpauze in Châlons en Champagne zorgt ervoor dat ik wat groenten en fruit kan aanschaffen. Kiwi, tomaat, avocat.
’s Avonds mag ik een nieuw tuinhuis ingehuldigen.

Champagne

Basilique Saint-Remy

Ik verlaat Reims via de GR route. Persoonlijk vind ik deze veel interessanter dan via de Sint-Jacobsroute. Ze brengt je me via de basiliek Saint-Remy, oude abdij en art-déco huizen. Een paar honderden meters verder kom ik terug op de Sint-Jacob route langs het kanaal die l’Aisne à la Marne verbind.

Een grootstad binnenkomen en verlaten gebeurt meestal via industriezones. Zelden zag ik het anders. Soms kan het storend zijn. Afhankelijk waar ik mijn gedachten op focus. Een fabrieksgebouw kan plotseling een andere uitzicht krijgen wanneer ik kijk naar de geometrische vormen en kleuren. Zo gaat het in het leven, niet! Je heeft er zelf kleur aan of blijft in de somberheid. Stilletjes aan verdwijnen de geluiden van de stad op de achtergrond tot ik enkel nog vogels, voetstappen en fietsen hoor. Ik focus me op mijn ademhaling, voetstappen en houding. Mijn scheenbeen doet wat pijn. Mijn aandacht gaat naar mijn bekken. Door de rugzak wordt mijn bekken regelmatig naar voor geduwd waardoor mijn onderrug begint pijn te doen alsook alles wat ermee in verbinding staat.

De Camino verlaat het kanaal

Pas na tien kilometer verlaat ik het kanaal, twee kilometer asfalt om dan tussen de wijnvelden te belanden. De autosnelweg en treinllijn verdeeld de regio in twee waarin ik de laatste dagen aan het wandelen ben geweest. De ene kant open velden… Koolzaad en gewassen. De andere kant, Champagne wijngaarden. De weg stijgt. Mijn rugzak wordt wat gelost zodat mijn rug recht kan blijven bij het stijgen.
Overal staat ergens een witte camionet ten midden de wijnvelden. Hier en daar man of vrouwkracht. Dichtbij een paard en zijn baas, Saumur en Ceril. Aan de wijnranken hangen bruine plastieken kleine bakjes. Hormonen voor de insecten. Het zorgt ervoor dat de sexuele behoefte van de mannetjes uit hun evenwicht geraakt naar het vrouwtje zodat er geen voortplanting kan gebeuren. Zo worden de druiventrossen preventief beschermt.
Ceril vraagt me waar ik heen ga… “Ce n’est pas le plus court chemin que vous prenez. Par l’Allemagne c’est plus court.” Iets wat ik regelmatig hoor… De lengte van de weg.. “Une fois en route les kilomètres non pas d’importance.” “Merci Ceril au revoir Saumur”. “Bonne route et bonne chance”, roept Ceril terwijl hij zijn hand opsteekt.

Een hond gaat liggen. “Passer il n’ est pas dangereux, n’est pas peur”, zegt een man met een wat autoritaire stem. “Je préfère lui attendre et lui laisser la place. Je n’est pas peur c’est plutôt le chien qui a peur. Et je préfère être m’efiont aux animaux qui en peur.” Een bevestiging komt van zijn jong baasje.

Un bar, plaatselijk café. Paars en rose, kleuren het interieur. Geen achtergrond van muziek. Vijf mannen aan de contoir. Drie mannen steunen hun armen op de contoir. Hun hoofd en bovenlichaam kan nog net gedragen worden. Woorden en zinnen hebben geen inhoud meer. Een zin klinkt in mijn oren, ‘Un claire de l’une à Maubeuge’. Lange stiltes ertussen. Bizarbizar.

De vergezichten zijn prachtig. En diegene die naar Compostella gaat via de asfalt weg heeft even ongelijk. Een klein stukje GR kan geen kwaad integendeel. De beloning is groot. De afstand Gent-Reims was twee dagen langer dan Namen-Reims. Dus daarvoor moet je niet laten.

Mijn avond is gevuld met ‘un polar’ sur la 3, intrigerend. De gastheer, een man van 78 jaar is in geslapen gevallen voor de tv. Het doet me denken aan de avonden met mijn grootmoeder. Ook de huiselijke geur brengt me terug in de tijd. Het is net alsof ik hier met mijn grootvader zou zitten. Alleen zou hij mijn vader kunnen zijn. Ook deze namiddag werd ik even terug gefloten in gedachten naar mijn vader. Ook al ben ik het niet eens met zijn gedrag en waren grenzen trekken noodzakelijk, ik zie hem graag. Een goed gevoel vanbinnen, geen wrok, geen rancuneusheid, geen kwaadheid. En daar ben ik fier op dat ik dit kan. Het hoeft niet of/of te zijn. Het kan absoluut ook en/en.

Viola odorata, maarts viooltje

Epileren

Ontwaken onder een immense muurschilderij over piloot Jean Mermoz. Een van de eerste piloten die overzeese post bezorgde en goede vriend van Saint Antoine de éxupery. Mr. Memoz zou hier hebben gewoond. Mainbressy.

De zachte zoete ochtendgeur komt mijn neus strelen. Vogels zingen een concert. Een stralende zon. De meidoorn begint haar bloei. Een witte koe, la Charolaise staat me aan te kijken. Geen enkel wagen te bespeuren of te horen. Rust. Puur natuur. Twee ezels die de prille lente figuurlijk beleven. Een koekoek. Een specht.

De vergezichten zien er oneindig uit. De hommels zoeven van het ene bloem naar de ander. Hun pootjes vol stuifmeel. Een wei langs de weg staat vol bloeiende boterbloemen en in het bos een tapijt vol speenkruid (thx Hilde) . De klok van de kerk van Chaumont Porcien slaat 11u. De lucht is zo puur dat ik bijna het idee al zou kunnen hebben hoog in de bergen te zijn. Ik ben nog veraf. Het beloofd. Een haan kraait. Twee gevechtsvliegtuigen komen even de rust verstoren.

Alexandre en zijn koeien ‘Charolaise’

Op de markt in Chaumont Porcien een wandelkaart. Roze, groene, blauwe, volle, stippellijnen… Een lus. Een lange weg via de GR122 en een mogelijkheid tot een kortere, de andere helft van de lus. Die is voor straks eerst een klim in een bos, die deel uitmaakt van een pelgrimstocht hier in het dorp. Wat didactisch materiaal. Waarvan één een spiegel. Wanneer je ervoor staat lees je het volgende, ‘Vous aimez la solitude ?’…dat ben je uiteindelijk nooit. Ik maak terzelfde tijd gebruik van de spiegel. Een spiegel waar zelf geen bril voor nodig heb. De epileertang. Haha, stel je voor je epileren midden een bos op een pelgrimsheuvel, waarom niet. Kroatië zijn doet geen zeer. Op het bewuste kruispunt kies ik dan voor de kortste kant van de lus. Bij de eerste stappen begint een binnenpretje. De keuze typeerd nu echt wel mijn karakter. De korte weg is dus blijkbaar de pittigste. Tientallen meters in stijgende lijn. Kort en krachtig. Of mocht het lang en zacht zijn. Het laatste is idd. de weg naar waar ik evolueer. De pittige had ik even nodig om me eraan te herrinneren. Al lachend en met vreugde blijf ik met kleine stappen stijgen. Wat een cadeau dat ik mezelf heb gegeven eenmaal op de top. Prachtige vergezichten.

Het landschap is één groot veld aan schakeringen van groene tinten. Op een hoogte neem ik even een selfie film op. Hmm, dit voelt bizar en onwennig. Pauzes aannemen is niet echt mijn ding. De vergezichten zijn immens dat zelf de horizon niet te bespeuren is. Op 180° rond mij tel ik wel 150 windmolens. En in een cirkel van 360° 7 nieuwe worden er gebouwd.
Recht voor mij in de verste verte, één blinkend punt. Doet me denken aan het spel die ik speelde toen ik klein was met spiegels. Of wanneer ik iets blinkend had in de klas en ik de zon probeerde te vangen om te reflecteren op het bord. Hmm, ik durfde wel eens een beetjeveel sloeber zijn (knipoog).
Het klinkt misschien vreemd maar het is alsof het lichtpunt mij roept. Mijn nieuwsgierigheid wordt gewekt. Ik neem Google maps en trek een rechte lijn in de kijkrichting op de kaart. Reims. Ik kijk op. Verdwenen. Ik sta op een kruispunt van veldwegen. Door de werken is geen enkel wegteken nog te zien. Ik volg het lichtpunt.

Ik verlaat de GR122 naar de GR12 om dan uiteindelijk op de GR654 terecht te komen. De laatste is de weg die me rechtstreeks naar Spanje zou kunnen brengen. Op bepaalde plaatsen zie ik de schelp van de Campaniencis, de Pelgrimsroute die Rocroi en Vézelay met elkaar verbind en het verlengde is van de via Monastica. Vier jaar geleden wandelde ik hier tijdens mijn eerste pelgrimstocht. Sedertdien is pelgrimeren gewoon een deel van mijn leven geworden.

Bergerac

Een dikke laag ochtendnevel hangt boven de velden. Het is fris. De natuur tovert met kleuren en contrasten. Ik sta vol bewondering te kijken naar wat moedernatuur me dagelijks schenkt. De natuur is toch wel iets heel bijzonders. Meters spinnenwebben komen tevoorschijn. De opgedroogde maïs is als een veld vol goud. De mist danst door de struiken en bomen. Ik blijf even staan om van deze pracht te genieten. Vreugde zindert door heel mijn lichaam.

Een paar meter onder mij wandelt een vrouw, halfgebukt, in het bos. ‘Je suis curieuse, madame, c’est du buis dans votre main?’ vraag ik, verrast door de rups. ‘Non, madame, c’est une plante qui reste jolie jusqu’à Pâques,’ antwoordt ze. De vrouw probeert dichterbij te komen om de plant te tonen. ‘Attendez, madame, je viens à vous,’ zeg ik terwijl ik me een weg baant tussen de bramen. ‘Si mes enfants me voyaient ici, ils me gronderais,’ zegt ze naar mij kijkend. ‘Je crois qu’ils auraient raison. Merci et soyez prudente,’ antwoord ik terwijl ik terug omhoog naar de weg ga.

De zoete geur van de den, vrijgegeven door de zon, is prettig aanwezig.
Ik herinner me de weg hier nog goed. Drie jaar geleden was dit een deel van mijn route naar Compostella. Een slang, een boom, een halte, een bar (gelukkig nu open), en nog veel meer. Ongelooflijk hoeveel onze hersenen kunnen onthouden.

Ik stuur een bericht naar Anne-So dat ik vanavond in Bergerac aankom.
Voor ik verder ga, zoek ik kastanjes; die neem ik mee als geschenk voor Louis en Octave.

Eglise Saint-Jacques Bergerac

Een gedichtje van Louis:

‘La sorcière Augustine prépare
dans sont grand chaudron.
Une patte à bonbon.
Elle y mais des aubergines,
du poivre, des cornichon,
quatre mandarine,
trois beau potiron,
des fleures d’aubepine,
deux limaçon.
Les cousines de la sorciere Augustine adore les bonbon ratatouille a la sauce citrouille.