Ik verlaat Osieres na een stevig ontbijt, wat krachten opdoen voor de volgende klim.
Bloemenweiden en bergen, sommigen met sneeuw, andere groen of naakte rotsen.
De rust van de natuur brengt me terug naar de dagen rond le Lac Leman…mijn gevoel en vanwaar toen mijn onrust, naar van het al of niet gebruik van het woord God, Dieux…of wat dan ook.
Wanneer geest en lichaam in evenwicht is, krijgen woorden een andere lading.
Er is een verschil tussen een woord gebruiken, uitspreken, horen vanuit een denken of wanneer het vanuit het hart vertrekt waar het een plaats heeft gekregen, opgenomen en geïntegreerd.
Dit is wat hetzelfde als iets buiten jezelf plaatsen, iets laten vertrekken zonder dat er enige connectie voelbaar is binnen jezelf, louter vanuit je denken of het laten vertrekken vanuit je zijn, vanuit het zaadje dat in elk van ons is maar misschien nog niet ontkiemt.
Kunnen voelen dat je het woord draagt, je eigen is geworden. Een woord die geen functie niet meer heeft van losse letters, mentaal en iets die niet tastbaar is .. Wel van het woord transformeren tot een iets tastbaar, voelbaar, gewaarworden binnenin… Een woord krijgt dan plots een totaal andere dimensie, alsof het woord dan enige vrijheid heeft gekregen.
Zo kwam er plots na een bocht zomaar vanuit het niets een woord binnen ‘dieux’ het voelde warm en zojuist. Alsof het van bovenuit via mijn kruin in mijn lijf sijpelde en zich integreerde. Een woord dat een Christen gebruikt of zoals ik het liever noem het universele te duiden. Of zoals een moslim Allah gebruikt. Eigenlijk gaat het allen om hetzelfde. Ik heb me lang niet goed gevoeld bij dit woord om verschillende redenen… omdat ik hoorde hoe verkeerd het woord werd gebruikt, hoe het werd misbruikt, de negatieve reacties van anderen, angst waardoor er een lading kwam opzitten. Hoeveel mensen hebben er diep vanbinnen schrik om dit woord te gebruiken of weigeren… dit komt niet omdat ze weten wat het woord inhoud, wel eerder door wat of hoe men er is mee omgegaan in het verleden of wat men denkt te weten wat het is. Of gewoon omdat men ons geeft proberen aan te leren wie God in werkelijkheid is met woorden en het denken. We hebben beelden voorgeschoteld gekregen of hoe hij eruit ziet, maar nooit had me iemand geleerd om te leren voelen wie God is.
En dit is wat gelijkend zoals ik vroeger nooit gezegd heb dat ik christen was omdat ik schrik had omwille van reacties, reacties die heel kwetsend konden zijn. Er zat een lading op. De reacties zijn er nog altijd, alleen zullen ze mijn zijn niet meer bepalen en zegt het niets over mij wel over de ander.
Christen zijn wilde ik ook niet gebruiken omdat je dan in een groep gestoken wordt net als alle andere godsdiensten waar vaak omheiningen errond gebouw zijn. Alleen men kan evengoed Christenen zijn en er zelf voor zorgen dat omheiningen, muren verdwijnen dan krijgt ook hier het woord een andere lading en kunnen we allen samen arm in arm naast elkaar gaan staan en één zijn. Samen naar de essentie. Gedragen worden door het woord die dan tastbaar wordt.
Terwijl ik neerschrijf denk ik terug aan wat woorden met me deden… Ze zetten me onder druk. Hoeveel keer heb ik willen schrijven… en bij de eerste zin mijn papier verfrommeld. Ontelbare keren kwam ik binninin in angst omdat ik het idee had dat mensen mij niet zouden begrijpen. En hoe meer er van mij iets werd verwacht, hoe meer ik onder druk kwam, hoe meer het tilt deed in mijn hoofd. En dan begon ik iets te zeggen weg uit mijn centrum, weg uit wat voor mij belangrijk was, weg van wie ik was. Het was geen stotteren in taal, wel een stotteren in mijn hoofd. Waarom… ik zat gewoon in mijn denken.
Tijdens mijn pelgrimstocht is geen druk, mijn woorden vloeien eruit zonder denken… Rust. De woorden vloeien vanuit het hart, het gevoel.
Het heeft voor mij ook geen belang niet meer of mensen mij zullen begrijpen… het belangrijkste is dat ik het deel… En de persoon die er nood zal aan hebben, er klaar voor zijn om te ontvangen of open voor zijn, zal ontvangen. Voor de ene zal dit niets zijn, voor de andere in het nu en voor de andere misschien later. En dat is met alles zo… je kunnen openstellen zonder ladingen.. Daarvoor is de weg naar binnen noodzakelijk.
In ons onderwijs worden we van heel klein volgepropt met woorden… Dit moet je kennen, dit is basiskennis, parate kennis…alleen wat betekent een woord als je niet kan voelen wat het met zich meedraagt…
Af en toe zie ik een gele pijl ergens getekend op een rots, boom of muur. De gele pijl die zo veel te zien is op de Camino naar Compostela en waardoor je eigenlijk niet verkeerd kan lopen. Ze leidt je naar… en brengt je de kans om je vrij in beweging te brengen… Een uitgestippelde weg door anderen die je vooraf zijn gegaan, voor anderen… Een verbondenheid. Ze brengt je de kans om je vrij te maken van denken zodat ruimte vrijkomt komt voor geest en ziel, voelen en gewaarworden en waar wijsheid en hart zich kan ontplooien… Geen boekje of gids, geen woorden of kaarten… Totaal in vertrouwen volgen. Alleen dit is net als die woorden, hier in een symbool… Je bewandelt de weg van een ander, het is belangrijk om je eigen weg te wandelen en je eigenheid te behouden. Zoniet blijven muren bestaan.
In een waterstroom neem ik wat rust. Ik ga er middenin staan. Ik leg stenen neer op elkaar en bouw op… best wel leuk om doen. Geen muur die opgebouwd wordt, wel een op zich bestaand iets. Stevig aan de basis… Opbouwend… soms kan het wankelen, dan zoek je evenwicht… en ga je verder… soms kan er een of twee naar beneden vallen… Dan bouw je gewoon weer op, of met dezelfde steen maar leg je die anders of met een ander… tot je tevreden bent.
Op bepaalde plaatsen in het bos zie ik stenen die neergelegd werden door mijn voorbijgangers.
Een steen als teken van ballast. De steen op zich is een handeling, een teken, een symbool. Als teken dat je iets loslaat of achterlaat of het anders wens aan te pakken… Dit is net hetzelfde als de steen die valt hierboven beschreven en terug zijn evenwicht gaat zoeken. Ipv achterlaten of loslaten, gebruik ik liever transformeren en integreren. Want iets loslaten of achterlaten is net als een pakje die daar neerlegt en je handen in elkaar wrijft en zegt ‘hup tis voorbij’ helaas, pindakaas… Het achterlaten en loslaten kan wel een begin zijn van iets nieuws… het bewust worden van, gewaarworden… Dan begint het pas…
is als een rugzak… Het symbool van wat je meedraagt. Die kan lichter worden na het bewustwording van… die kan lichter blijven bij transformatie… Dan kan je plots iets ontmoeten die je ergerd (een actie die buiten jou gebeurt en opneemt, eigenlijk iets over jezelf verteld), je ergeren kan ook samen gaan met bewustworden… Je protesteerde omdat er misschien iets is bij jezelf die aan het veranderden is… Dan boel je plots die rugzak zwaarder worden. Protesteren en ergeren is OK zolang je er bewust van bent en kijkt en voelt wat de achterliggende reden hiervan is… Dit kan van alles zijn… zelf niet durven, zelf niet kunnen, de mogelijkheid niet hebben of nemen… En dit is goed… en zo kan je ervoor zorgen dat die rugzak terug lichter wordt.
De weg blijft stijgen. Mijn kuiten voelen gespannen en mijn longen vragen naar meer ruimte. Ik ontmoet een vrouw, ze wandelt in tegenovergestelde richting. Ze draagt een regenkap want het is ondertussen beginnen wat regenen. We delen en verlaten elkander terug. “Tous du bon”, roept de vrouw me nog na.
Met het beeld van een boeketje. Vergeet me nietjes en des pensée (viooltjes) verlaat ik Zwitserland.
Omwille van niet veiligheid op de col neem ik de bus doorheen de zesentwintig kilometer lange tunnel. De enige manier die er is om zo naar Italië te kunnen gaan. Een dikke mist doet de bus heel traag rijden. Je ziet werkelijk geen steek. ’s Avonds kom ik aan Saint-Oyen.
En de Saint-Bernard… of ik die heb gezien….?