Zuid- Frankrijk, 37° in de schaduw, een appartement, alle rolluiken naar beneden. De structuur 3x eten op hetzelfde uur. Opstaan, eten, was en plas. Duwen op de tv knop. Iedere dag hetzelfde stramien. Zo was de voorbije week, een ware uitdaging. Zo verschillend van hoe ik in het leven sta.
Tijd om de openlucht op te snuiven, en mijn vleugels te spreiden.
Even terug naar Les Gorges de Galamus op een paar kilometer van Bugarach.
Een prachtig natuurgebied waar tussen twee rotsformatie de rivier l’Agly doorstroomt en een eigen golvende creatieve bedding heeft gecreëerd waar je meters in de diepte het helder turkoois water waarneemt. Middenin is er de Ermitage Saint-Antoine de Galamus, een huisje gebouwd tegen een rotsflank, met ernaast een bidplaats in een rots verwerkt. Een paar banken, een altaar met op iedere uithoek een pattée kruis. hier en een vrouwelijk beeldje, dankbetuigingen, de Tau, een groot houten beeld van Antoine de Galamus, vleermuizen, zwaluwen…
Tussen hier en daar bezoekers is het er zalig vertoeven in rust. Mijn boekje, aquarel, een penseel… een eenvoudige schets.Verder op het pad van de Ermitage, een ingang. ‘La grotte de Galamus’ . Een klein donker gat in de wand, amper heupbreedte, smaller in de hoogte. Het ziet ernaaruit dat ik erdoor kan, de wand is gladgestreken. Het maakt me nieuwsgierig. Ik vraag even raad aan de jongen die het onthaal doet. “Oui, vous pouvez y rentrez. Vous avez une torche ?” “Oui, j’ai ma lampe de mon téléphone”. Ik laat mijn rugzak bij het onthaal.
Met mijn voeten vooruit, gsm tussen mijn tanden, op mijn zitvlak neem ik de wand van de rots vast en trek ik me er doorheen. Ik kom in een eerste holte terecht waar ik net in foetushouding kan zitten. Ik schijn even met de lamp in de donkerte, een tweede grotere ruimte. Ik ga erdoor en kom in een donkere, frisse ruimte. Het is bijna als een baarmoeder in Moeder aarde waar tijd verdwijnt en ruimte een dubbele gewaarwording met zich meebrengt. Begrenst/oneindig. Ik zoek een plaatsje om er te zitten in het donker. Een veilig gevoel. In de verte, dieper.. hoor ik stemmen… wat dieper zijn nog andere kamers. Ik waag me niet verder. Plots schijnt een lamp in mijn ogen… speleologie. Een man, een overall, een helm, wat musquetons, een koord… “Comment vous êtes entrée ici ?” “Par-la.”, terwijl ik wijs naar het gat waar amper licht doorkomt.
Samen met de groep die uit de diepte kwam, kruip ik op dezelfde manier uit de grot. Het Licht terug tegemoet.Ik had me nooit kunnen voorstellen dat ik ooit spontaan in een donkergat zou wagen zonder te weten wat aan de andere kant is.
Wanneer angst ontbreekt kan men een totaal andere wereld ontdekken, los van het kader die het denken kan creëeren, waar men zich vaak aan vasthecht om controle probeert te houden aan wat men denkt veilig te zijn… schijnveiligheid.
In bewustwording, in het NU de wonderen van de wereld ontdekken, ze hoeven niet groot te zijn, niet verweg, die kleine wonderen die ons dagelijks omringen en het leven zo waardevol en intens maken in alle eenvoud.Na een frisse en weldoende nacht in de Gorges. Wandel ik terug richting Saint-Paul de Fenoullet. De bus naar Perpignan waar ik even het centrum verken en de krachtige energie mag gewaarworden in het middelpunt van Campo Santo, daar waar vroeger een Abdij stond.
Maandelijks archief: juli 2020
Hoog in de bergen…
Sedert een week ben ik nu bij mijn tante en haar man. Het was, is een blij terug zien.
Hier zijn is echter niet altijd evident.
Soms zou ik een zo een tvbakje willen… hoe noemt dit nu weer… ah, ja een afstandsbediening met een aan en uit knop, zodat ik af en toe kan en zappen… Hihi
Gisteren namen we de wagen en reden richting het Cathare dorp Castelnou, een paar kilometers verder staat er een kerkje midden de bergen, omgeven door groen met zicht op zee. Hier werd zoveel jaren geleden de assen van mijn grootvader uitgestrooid buiten de muren van de kerk. Hij was atheïst en wou verder leven ten midden van de vogels.
Terwijl mijn tante wat Helicrysum aan het plukken is, wandel ik terug binnen de omheining van de kerk. Een paar kleine natuurlijke stenen staan hier en daar op het kleine kerkhof.
Ik haal een foto van mijn grootmoeder uit, haar roosje en een kaarsje. Ik geef de foto een plaats tegen een muur en strooi de rozenblaadjes uit. Sluit het poortje terug achter mij en strooi de rest uit in de wijde natuur.
Ik zet me op een muurtje naast mijn tante die ondertussen terug is van haar bloemenpluk.
Mijn tante heeft tranen in haar ogen.
Ik laat een diepe zucht, een opluchting. ..voilà… een ontspanning is voelbaar, mijn grootmoeder haar wens is vervult.
We stappen de auto in… een innerlijke glimlach is voelbaar.
Tijd om verder te stappen.
Morgen ga ik voor twee dagen stappen naar Ermitage de Galamus. Een dagje nog samen en dan richting verder Sainte Marie de la Mère en Sainte Baume met het openbaar vervoer om de drukte, industrie en asfalt wegen te vermijden. Van daaruit zal ik terug wandelen richting het noorden, Vézelay…. want ik mis mijn hartsvrienden, het groen, het gras onder mijn voeten… verlangend naar een woonplaats in het groen, waar ik mensen kan verwelkomen, waar ik kan tuinieren, groenten kweken, brood bakken, natuurlijke kruidenrecepten maken, koken, dansen, zingen, Liefde beleven…

Église Notre Dame–Castelnou
Rennes-les-Bains
Na een zalig ontwaken midden de natuur in ‘Lavaldieu’ stap ik verder de natuur in via een pad. Hoe dieper ik het bos in stap, hoe minder het pad duidelijk wordt. Varens, bramen, brem overheersen de weg. Ik blijf volgen en vertrouw op de platgetreden grassen. Hier en daar is de grond omgedraaid, everzwijnen. Ik blijf verder hun weg volgen. Na twee uur wandelen kom ik uit het bos, verder richting de rivier ‘La Sals’. Richting ‘Le Serbairou’, de GR is niet meer bewandelbaar en dien rechtsomkeer te maken. Hier en daar is zelfs een stuk van de weg verdwenen door zware regenval.
Op de prachtige, krachtrotsen die ik tegenkom is het betreurenswaardig te zien hoe er vandaag symbolen worden geimiteerd en ze gelijk waar worden vermenigvuldigen.
In Rennes-les-Bains zoek ik een kamer om de rest van de dag zonder bagage rond te wandelen en de buurt op te snuiven. De vrouw des huizes vertelt me een lang verhaal over haar huis, de kunstwerken en alle geschenken die ze kreeg.
In het dorp wanneer ik mensen een goededag zeg en nieuwsgierig ben naar hun werk die ze achter kleurrijke gordijnen uitoefenen. Is er bijna in iedere huis een verborgen plaats waar ‘DE’ bron ontstaat van Maria Magdalena.
Een iets is zeker. .. zorgen dat je met je voeten op de grond staat en leren het onderscheiden, zien, horen en vooral gewaarworden.
Ik wandel tot aan le ‘fauteuil du Diable’, sommigen in het dorp noemen het hier ook ‘Le fauteuil d’ Isis’. Hmmm, wat een verschil, in naam.
Ik geniet verder van wat de natuur me brengt en laat de toeristische en ‘spirituele’ attracties opzij.
Binnen een paar uren komt mijn tante en haar man me oppikken. Benieuwd…

Rennes-les-Bains

Le fauteuil du diable

La Sals
Rennes-le-Château
Rennes-le-Château… in de hoogte is een torentje zichtbaar. Via een aardeweg kom ik aan op een grote parking.
Een wagen staat met de koffer open. Een kind ligt erin met een bloot kontje.. een verse onderbroek komt eraan. Een blonde vrouw. Een gehaaste beweging. Nederlandse taal.
Een trap. Midden de trap, een man, lange haren, op zijn neus een zonnebril, tussen de toppen van zijn wijsvinger en duim een dikke sigaar die hij langzaam naar zijn lippen brengt, kijkend naar de parking. De zonnebril doet me denken aan de tv serie uit mijn jeugd ‘Starsky en Hutch’. Ik kijk de man aan. Terzelfde tijd hoor ik de deuren van de wagen en de motor starten. De wagen start. “Och, ik ken je, je bent, en woont hier niet ver vandaan? ” . De man antwoord positief op mijn vraag. “Och, bijzonder dat ik je hier ontmoet. Een paar maanden geleden dacht ik nog… Hmm, in de tuin werken in het centrum zou me wel interesseren.” Een aanvoelen toen vertelde me iets anders. De sigaar verdwijnt, de zonnebril rust ondertussen op het hoofd. Lichtgekleurde ogen kijken me aan.” Bent u hier voor spiritueel werk? Een goede plaats is boven in torentje, je kan er een half uurtje mediteren. Er is een bijzondere energie…”.
Ik ga verder naar boven. Hmm, nu begrijp ik mijn aanvoelen van toen, waarop ik mocht vertrouwen. Ik wandel door de hoofdstraat verder in stijgende lijn. Hier en daar een winkeltje met allerlei rond spiritualiteit… van boeken, kettingen, hangers in goedkope materie, geurstokjes in allerlei kwaliteiten. Het ene al wat toeristisch dan het ander. Rechts een smal pad brengt me mee naar de Maria Magdalena kerk. Boven de deur, geschreven teksten in Latijn aan de ingang een opvallend beeld van een duivel. Er boven vier engelen elk vormt een verschillende beweging die samen het kruisteken vormen. Een kleine aangename kerk, met veel Kitch taferelen met hier en daar symbolen die men niet op andere kruiswegen terug vind. Ik blijf er een eindje zitten om gewaar te worden. Niets bijzonders. Het is.
Naast de kerk een shop met toeristische items, de ingang om het huis van ‘l’ Abbe Sonnière (een Franse priester 1852-1917) te bezoeken en La Tour de Magdala.
Ik wandel even rond het gebouw. Hmm, niets trekt me aan om het huis te bezoeken. En gaan mediteren in een toren omdat men het zegt… of omdat andere het ‘het’ van het vinden… Ik blijf trouw aan wat het me brengt, wat ikzelf mag gewaarworden, trouw blijven aan mijn eigen instinct. Een van de reden waarom ik vooraf niet wens te lezen, zo kan ik ook niet beïnvloed worden en blijf ik zoveel mogelijk in puurheid de omgeving verkennen.
Ik wandel verder en neem plaats op de muur van het parkje met zicht op het prachtige vergezicht op het gebergte van ‘Les Hautes-Pyrénées’. Een diepe zucht.. wat een schoonheid, wat een kracht dat dit gebergte uitstraalt. Zoals op vele plaatsen die ergens op ‘une Colline’ liggen straalt de natuur ook een zeker rust uit en brengt een stilte met zich mee, afhankelijk van hoe de windrichting zit. Ik heb geluk, windstil. De vroege avondzon schijnt nog hard.

Maison Abbé Saunière, église Marie Madeleine, deur ingang begraafplaats, Tour Magdala
Na de vraag aan een inwoner van het dorp of er een bezwaar zou zijn om mijn matrasje voor de muur te leggen om er te overnachten. “Ah non, tu va te faire virez par le maire. Si, non. Je peut te faire une chambre à 20 euro” , zegt hij al grinneken. Ik dank en stap wat verder. “Va te faire foutre, dégage”, roept hij me toe. Het is duidelijk wat me te doen staat…ik heb hier verder niets te doen.
Ik wandel nog een zes kilometer verder om er op een camping à la ferme te overnachten, midden de natuur onder een prachtige eik met zicht op Pech de Bugarach. Wat een zalige plaats. Ik geniet van de zachte ondergaande zon die de berg kleurt.
grandmère
Sedert een paar dagen ben ik op bezoek bij mijn tante, een zus van mijn vader. Het was, is een blij terugzien en wat wennen na wat ik dacht 22 jaar, het zijn er 34 jaren… en hoewel er zoveel jaren zijn, toch zijn we niet vreemd voor elkaar. Zoveel raakpunten, herhalingen die zich voortgedaan hebben in de voorouderlijke lijn. Zelf schrik ik er niet van, ik was ze gewaar, had een vermoeden en zag en heb de patronen meegemaakt en doorworsteld.
Ik ben dankbaar van hoe ik me heb bevrijd van wat niet van mij was en wat ik niet wou. Een waardevol geschenk die ik mezelf heb gegeven in dit leven.
Ik wordt me hier nog sterker bewust van wanneer men mij vandaag raad komt vragen en vooral het soort vragen die me bewust maken dat niets meer aan mijn lijf kleeft. Mijn levenservaringen hebben me geholpen om in mijn ware kracht te gaan staan en terug worden/Zijn wie ik in werkelijkheid ben met mijn kwaliteiten en capaciteiten die aan het Licht mogen komen zonder te vrezen.
Sedert vorig jaar had ik horizontale trekkingen op hartniveau. ”s morgens werd ik hierdoor ontwaakt. Ik maakte me geen zorgen, een zeker weten was aanwezig om te beseffen dat het niets te maken had met de functie van mijn hart. Ik ontmoette deze winter een vrouw die me attent maakte over mijn capaciteiten na ik haar vertelde over de trekkingen op hart niveau. ‘… is het je vreemd als ik je vertel dat je de capaciteit, mogelijkheid hebt om te werken met de overledenen of mensen die overgaan. Je de capaciteit hebt om heel gemakkelijk in de – wat zij noemt – de’ dead space and the life space’, te gaan en terug te keren.’
“Hmm, neen”, om een of andere reden antwoordde ik neen, net als om een of andere reden ik niet het gevoel had zelf mijn arm in de lucht te hadden gestoken om tot bij haar persoonlijk te gaan, toen ze nog iemand vroeg om naar voren te komen.
Wat deze vrouw met me deelde was me niet onbekend. Zo paste de dag nadien het ene puzzelstukje na het ander in elkaar… een priester die me 25 jaar geleden hiervoor had verwittigd, nachtelijke dromen, mijn reizen tijdens meditatie, wat ik zag en beleefde tijdens het spiritueel werk van de Santo Daime, de foto van vorig jaar van mijn doopmeter en haar man… alles viel plots passend in elkaar.
Zo voelde ik terug plots ook de trekking op hart niveau… en had ik door wie hier achter zat, nl. mijn grootmoeder.
Toen ik het doorhad sprak ik haar aan en beloofde ik haar dat ik naar hier zou komen.
Diep van binnen was er een diep aanvoelen en wist ik wat me te doen stond. Afronden wat zij nooit heeft gekunnen, afronden wat haar fierheid, koppigheid, rancuneusheid in de weg stond en ervoor heeft gezorgd dat ze het nooit heeft goed willen maken met haar dochter.
Een waarheid die ze als moeder niet heeft willen/kunnen horen en zien. Hierdoor een dochter heeft weggeduwd ipv de waarheid aan te nemen en er met een hartgedragen houding je geliefden in de ogen te kijken zonder te oordelen en vooroordelen, en proberen te begrijpen ‘waarom’ en proberen in te zien dat soms dingen gebeuren door gewoon een tekort aan liefde in het verleden.
De pogingen zijn niet te tellen geweest wanneer ik haar vroeg… neem contact, leg het bij… De ‘Non’ was telkens duidelijk… het woord Liefde/Hart was haar onbekend.
In mijn rugzak heb ik gans de weg een foto van mijn grootmoeder meegedragen, haar Paternoster, een kaarsje, een roosje… Een roosje vanop haar begrafenis. Eentje liet ik in België via de wind zich verspreiden. Het andere is er eentje voor straks… die ik zal uitstrooien in de wind daar waar de assen van mijn grootvader verspreid zijn in de bergen.
Liefde, sexualiteit, sexuele énergie, magie, féminin, masculin… bevrijden, vrijheid, … De weg van Maria van Magdala… alles heeft een reden… niets is zomaar.
Emotioneel
Even een up-date… gisteren aangekomen in Carcassonne, overnacht in de jeugdherberg gelegen in de burcht. Een bezoek aan de basiliek Saint Nazaire… Ik voel me sedertdien emotioneel, tranen kwamen tot leven… en voel word gewaar binnenin dat er iets zich wens te tonen…
Terzelfde tijd maakt het me wat wankel en voel ik dat er twee bewegingen zijn, een stuwende kracht en een terughoudende.
Het terughouden is angst…
Angst voor wat?! Voor wat ik zal horen…, neen.
Voor wat ik zal voelen, ja, ik voel een verdriet opkomen van heel diep, ergens in een diepe grot binnenin mezelf. Een énergie die aan het Licht wens te komen, waar angst op zit. Angst voor mijn eigen kracht, angst dat mijn kracht gekoppeld is aan het woord ‘losbandig’… Ik besef dat dit woord niet van mij is, wel ergens diep in mijn genen heb meegekregen en meegedragen. En als kind zinnen en woorden in het verleden heb opgepikt.Vandaag wens ik hierin voluit te mogen leven, voelen zonder het ergens een richting te geven of ergens te laten inpassen. Het gewoon laten stromen zonder meer.
Ik wens en heb het verlangen hierin vrij te mogen zijn… Mijn stuwende kracht.
Ik vertrouw.
Terwijl ik dit nu schrijf zit ik op de bus richting Alet-les-Bains. Door de aanwezig emoties voel ik me wat zwakker in mijn lijf, ik blijf mij innerlijke beweging volgen. En een evenwicht zoeken tussen beide bewegingen. Blijvend bewegen ‘vooruit’ is belangrijk om niet in het mentale te gaan en de beweging naar binnen te blijven volgen.
Ik kom dan ook een dagje vroeger aan in Reines le Château…
Labastide Rouairoux to Caunes-Minervois
Caunes-Minervois to Carcassonne

Cité de Carcassonne
Le bassin

Mijn wikkeldoek
De voorbije 2 dagen koos ik voor ‘la voie verte’ een zachte fietsweg met schaduw. De warmte van de laatste dagen waren zeer drukkend.
Fijne ontmoetingen.
Een fransman met een lekke fietsband die ik heb vergezeld tot aan een… ‘Belgische camping’. Het voelde wat vreemd aan ten volle in Frankrijk te zijn en enkel mijn moedertaal te horen die na veel pintelieren en boemelen een extra accent kreeg. “Une menthe à l’ eau svp”. “Ge mag het in het Nederlands zeggen ze”, was het antwoord. Mijn haren kwam rechtstaan.
De fransman, Thierry, nodigde me uit voor een rustige picknick op een matje, in een uithoekje van de camping. Waar we op onze manier het leven vierden in eenvoud en puurheid zonder extra toevoeging.
De dag nadien twee mannen ontmoet die hun moestuin schonken om er een nachtje te overnachten. Waar de tomaten, sla, ajuinen er in overvloed aanwezig waren. En verse eieren van de kippen. Uiteindelijk hadden we een fijne babbel en zorgde één van de mannen ervoor dat ik terecht kwam in een warm huis. Ik kreeg een zak vol groenten mee en deelde het met Yvonne en Jean-Philippe die hun deur voor mij opende.
Het geluid van een oude fiets die kraakt en een velg die heen en weer wiebelt op ‘la voie verte’, une vieille ‘motebecane’ doet me terug denken aan mijn eerste koersfiets.
Twee silhouetten in een tunnel die zigzaggend al spelend de tunnel doorrijden.
Het meest rakend was de ontmoeting met les Gorges d’Heric- waar ik tussen de gehaaste menigte op zondag, zich een weg naar boven baande – een diep bad heb gevonden tussen rotsen in.
Zigzaggend met de rugzak daalde ik af naar de rivier. Op een rots legde ik mijn rugzak, kleedde me uit. Nam contact met de omgeving. Het water doorschijnend, raakte mijn huid, de wind die zorgde voor lichte golfjes waarop de zon scheen en dansend reflecteerde op de rots. Une couleuvre die wegzwom. De visjes die de huid op mijn voeten wist te appreciëren.
Ik deed mijn witte wikkeldoek af die ik rond mijn lichaam had geknoopt. Ik liet hem dobberen in het water en speelde er een dans mee… zacht, strelend… Traag.. traag… Op eigen ritme zakte het wikkeldoek dragend-liggend op de bodem… een beweging die me telkens diep raakt, als oude geschriften die ergens gegrift zijn en met me meedraag. Daar stond ik in mijn blootje midden een overweldigende natuur. Mijn huid gestreeld door de elementen van de natuur. Mijn armen zijwaarts strelend over het water, met gesloten ogen mijn hoofd achteroverbuigend. Dieper, dieper het water in… geraakt, gevoed… wat een puurheid, wat een gelukkig om in de schoot van moeder aarde gewiegd te worden…geraakt en waar tranen niet ontstonden vanuit het oogkanaal, wel vanuit, ik noem het in het Frans omdat het zo passend is, vanuit ‘le bassin’. Terwijl ik dit neerschrijf voel ik hoe het me terug raakt en het voelbaar is tot in mijn eigen schoot…
Binnen 4 dagen kom ik aan in de Rennes le Château en dit met Nieuwe Maan. Ik voel de nood om me ten volle te concentreren op mijn gewaarwordingen, lichaam, geest en ziel.
En niets is zomaar, ik zal er ook mijn tante terug ontmoeten na vele jaren. En ik ben zo blij dat ze met vreugde ook aandrong om me daar te komen oppikken met de wagen. Hoewel ik het eerst had afgewimpeld, maar nadien haar dit plezier gunde. Het is zo kloppend in ons verhaal.
Ontroerd sluit ik hier even af…. Veel liefs aan jullie. Lot of Love
La Tour sur-Orb to Le Poujol sur-Orb
La mer

Chapelle Saint-Amans
Rommelmarkt….’ neen, Jasmine…’ overtuig ik mezelf.
Ik hou van voorwerpen met een verleden, van degelijke voorwerpen die uren door de handen van de maker gegaan zijn. Waar men kan vermoeden dat de handen het voorwerp hebben gestreeld, de neus een eerste zaagsnede opsnuift, de ogen zich verdwalen in de nerven van het hout en waar de patine van de jaren een leven zou kunnen vertellen.
De ochtend vanuit Lodève begint met een stevige klim via ‘La Tolosane’ een weg naar Compostella.
Doorheen een rivierbedding probeer ik me een weg te banen naar boven.
Amai, wat prees ik me gelukkig om zoveel wondermoois te mogen zien en gewaarworden. Hoe de aarde met haar mantel van groen, haar zachtheid onthult. Waar ik dagelijks getuige mag van zijn. De zoete geur van de brem die me reeds een paar dagen vergezeld. Het geel die vreugde met zich meedraagt, de fladderende vlinders die voor me vliegen alsof ze mijn weg openen… het verveeld me nooit.
Op een hoogte van zowat bijna 700m hou ik even halte… De horizon… ‘Is dit nu de zee die ik zie’, gaat de vraag door meheen.
Mijn adem gaat in schokjes door mijn lijf… De zee… Ademruimte… Geraakt, ontroerd…De stilte in me en rond me verweeft zich met elkaar. Boven me een buizerd.
La lune, la terre, la mer…
La lune m’accompagne, ta terre-mère ouvre le chemin. La mer(e) m’acceuil… ma féminité…

Valquieres

GR7
Ouvre le Chemin
Hmmm, ik rek me uit op de bank. De speelse Zwaluwen vliegen over me heen. Een kever doet een herhaaldelijke poging om op mijn sandaal te klimmen. ‘Ah, petit que est tu courageux’. Ik plaats de kever veilig in het groen.
Het nachtje buiten deed deugd. De ruimte, oneindigheid, openheid gewaarworden van wat Moederaarde en Vadershemel, het Universum ons in continuïteit bied… De hemellichamen die op het ritme van de aarde, van links naar rechts zich in een andere ooghoek bevinden op een verschillend tijdstip in de nacht. De wolken die zachtjes voorbij komen en spelen met het licht, als een aan en uit knop.
Wat geniet ik van de tocht en alles wat het met zich meebrengt en mag ontvangen. Het kunnen voortbewegen in volle overgave, dat zelf het bewustZijn grenzeloos wordt.
De vrijheid geven aan wat op me afkomt, zodat het zijn of haar eigen leven kan leiden en zodat ikzelf ook vrijheid kan ervaren, zonder te negeren. In vrede en liefde accepteren zodat het kan transformeren.
Soms hoor ik de zin ‘Hopelijk vind je er wat je zoekt’. en telkens word ik iets gewaar in mijn lijf, als een niet kloppend,…
Ooit was het wel, ooit ben ik lang zoekend geweest. Zoekend naar iets die een enorme leegte in mezelf zou gaan en moest gaan opvullen. De leegte voelde als oneindig, een pijnlijke leegte want niemand kon deze gaan opvullen, invullen. Het zoeken was een hongersnood geworden, die niet werd gestild. Een oneindig gemis droeg ik met me mee. Wanneer ik huilde was het voelbaar tot laag in mijn buik. Mijn ribben deden pijn, mijn onderbuik voelde aan alsof de voor – en achterkant tegen elkaar kleefden. Afgesneden van mijn eigen bron.
Als kind compenseerde ik dit. Heel vroeg ontdekte ik mijn lijfje en wat masturberen met mij deed. Wat vrij kwam was zo heftig dat ik ‘knock out’ was en zo wiegde ik mezelf iedere avond in slaap. Ik gebruikte het masturberen als compensatie.
Tot op een dag, dat ik begreep dat alles wat ik zocht binnenin mezelf al aanwezig was . Het zoeken hield op en liet alles zachtjes en op eigen ritme zich ontwikkelen van binnenin naar buiten… zonder gebruik te maken van opvullingen…
Zo wordt ik gewaar dat mijn eigen bron, mijn bekken zich stilletjes aan, aan het openen is… en er een natuurlijke stuwing ontstaat die zich verder zal en mag ontplooien… op eigen ritme en ruimte, in right time, right place…
Ben ik dus zoekend, neen, want wat nodig is, is met me, in me…. In Eenheid met het groter geheel, ‘de Bron’…
Na twaalf kilometer hou ik het voor bekeken. De warmte is als een muur waar je tegen aanloopt. Ik kom in een gîte terecht. Plof me op het bed en val in slap.
”s avonds komen er twee mannen de gîte delen.
Bij het slapen gaan wensen we elkander een fijne weg voor morgen.
Een man antwoord me, “bonne continuation et Ouvre le Chemin”
Étoile filante
Mathieu, de eigenaar van het huis slaapt nog. Ik leg het geld voor de overnachting op het bed en verlaat in stilte de gîte.
Via een poort van de burcht verlaat ik ‘La Couvertroirade’, een plaats die zegt ‘tot de weerziens’.
Via een arcade van buxussen, neem ik de weg verder richting Reines le Château en Bugarach.
Grr, spinnenwebben, iemand noemde dit ook’ les cheveux de…. ‘, (vergeten) de naam was zo luchtig fris, dat je bijna de webben zou appreciëren…. Aaahhh, mij lukt het niet…. Mijn sponnenfobie is dankzij hypnose en mijn tochten voorbij, maar dit neen, daar hou ik echt niet van.
Na twee kilometer hou ik de GR route voor bekeken, mijn ochtend energie heeft het gehad met de webben.
De weg is ruw, droog, af en toe wandel ik in uitgedroogde rivierbeddingen andere keren op een pad tussen uitgedroogde velden.
Op een aarde weg midden een brousse zie ik een kruiwagen staan. ‘Een kruiwagen!, een echo in mijn hoofd. Ik keer even terug op mijn passen. Een persoon zit op haar hukje kruid uit te doen. “Bonjourrrr, cela m’ étonne de voir une personne en plein milieu du GR7” Een vrouw, springt recht “Bhein, oui, moi je suis la. Et alors”, op een wat kordate manier. “Pardon madame ce n’est pas une évidence quand en marche depuis des heures dans la nature et que depuis des jours en vois personne en marchons”. De vrouw komt wat dichter en ik voel dat ze zich herneemt. Beginnend met zich te excuseren voor haar klederdracht. Een zwarte onderbroek, een kakihemd. Een fijn gelaat, geblondeerde haren, zwarte getekende wimpers. Uiteindelijk staan we wat te praten. De vrouw is ‘les pyrales’ uit de buxussen aan het halen om te vermijden dat ze verder ziek worden. Want eenmaal de buxussen hun bladeren verliezen kunnen ze niet meer aan fotosynthese doen en sterven ze af.
Na een fikse tocht in de hitte stop ik in Soudés. Een man wijst me de weg naar le Gîte communale en het gemeente huis. “La tu trouveras une personne qui pourras t’aider”. “Merci à vous.” Ik stap binnen in het gemeentehuis. Een vrouw stelt me voor om samen te kijken na de vergadering. “Très bien, je bouge plus du village je suis épuisé. Merci, beaucoup.”
Ondertussen zit ik te spelen en te spreken met kinderen en hun mama.
Na de vergadering spreek ik de vrouw terug aan. Ik zie aan de vrouw dat ze niet had verwacht dat ik er nog zou zijn. In het kort het resultaat. Haar woord was lucht. Gebruikt een excuses, de covid om haar gedrag te justifier’ en loopt weg.
Uiteindelijk kies ik om buiten te slapen. Ver van het plaatselijk, café naast La Mairie waar een menigte van volk samen is. In een van de kleine straatjes vind ik water. Ik geef mijn ledematen een goed schrobbeurt. Vind er een bank in een parkje. Installeer mijn bed en ga onder de sterrenhemel de nacht in. Un étoile filante ici, une étoile filante par la… Merci madame…. sans vous je n’aurai pas passé une soirée intelle.

Soubès