Hmmm, ik rek me uit op de bank. De speelse Zwaluwen vliegen over me heen. Een kever doet een herhaaldelijke poging om op mijn sandaal te klimmen. ‘Ah, petit que est tu courageux’. Ik plaats de kever veilig in het groen.
Het nachtje buiten deed deugd. De ruimte, oneindigheid, openheid gewaarworden van wat Moederaarde en Vadershemel, het Universum ons in continuïteit bied… De hemellichamen die op het ritme van de aarde, van links naar rechts zich in een andere ooghoek bevinden op een verschillend tijdstip in de nacht. De wolken die zachtjes voorbij komen en spelen met het licht, als een aan en uit knop.
Wat geniet ik van de tocht en alles wat het met zich meebrengt en mag ontvangen. Het kunnen voortbewegen in volle overgave, dat zelf het bewustZijn grenzeloos wordt.
De vrijheid geven aan wat op me afkomt, zodat het zijn of haar eigen leven kan leiden en zodat ikzelf ook vrijheid kan ervaren, zonder te negeren. In vrede en liefde accepteren zodat het kan transformeren.
Soms hoor ik de zin ‘Hopelijk vind je er wat je zoekt’. en telkens word ik iets gewaar in mijn lijf, als een niet kloppend,…
Ooit was het wel, ooit ben ik lang zoekend geweest. Zoekend naar iets die een enorme leegte in mezelf zou gaan en moest gaan opvullen. De leegte voelde als oneindig, een pijnlijke leegte want niemand kon deze gaan opvullen, invullen. Het zoeken was een hongersnood geworden, die niet werd gestild. Een oneindig gemis droeg ik met me mee. Wanneer ik huilde was het voelbaar tot laag in mijn buik. Mijn ribben deden pijn, mijn onderbuik voelde aan alsof de voor – en achterkant tegen elkaar kleefden. Afgesneden van mijn eigen bron.
Als kind compenseerde ik dit. Heel vroeg ontdekte ik mijn lijfje en wat masturberen met mij deed. Wat vrij kwam was zo heftig dat ik ‘knock out’ was en zo wiegde ik mezelf iedere avond in slaap. Ik gebruikte het masturberen als compensatie.
Tot op een dag, dat ik begreep dat alles wat ik zocht binnenin mezelf al aanwezig was . Het zoeken hield op en liet alles zachtjes en op eigen ritme zich ontwikkelen van binnenin naar buiten… zonder gebruik te maken van opvullingen…
Zo wordt ik gewaar dat mijn eigen bron, mijn bekken zich stilletjes aan, aan het openen is… en er een natuurlijke stuwing ontstaat die zich verder zal en mag ontplooien… op eigen ritme en ruimte, in right time, right place…
Ben ik dus zoekend, neen, want wat nodig is, is met me, in me…. In Eenheid met het groter geheel, ‘de Bron’…
Na twaalf kilometer hou ik het voor bekeken. De warmte is als een muur waar je tegen aanloopt. Ik kom in een gîte terecht. Plof me op het bed en val in slap.
”s avonds komen er twee mannen de gîte delen.
Bij het slapen gaan wensen we elkander een fijne weg voor morgen.
Een man antwoord me, “bonne continuation et Ouvre le Chemin”
Dit is inderdaad geen weg meer. Je bent zelf de weg. 💐
Het woord “zachtsterk” heb ik voor iemand als jou bedacht, Jasmine. Knuffel!
Wat ben jij een bijzondere man lieve Peter.
Knuf