Mantra

De regen van gisterenavond bracht de heerlijke natuurlijke geuren aan de oppervlakte. Een eerste aarde pad sedert de start van de Mozarabe, zelfs gras is er te zien. Dankjewel moeder aarde om deze zachtheid onder mijn voeten.

Een grote witte hond zit midden het pad. Wanneer Chris, die op een paar meter voor mij wandelt, erbij is, strekt hij zijn voorste poten vooruit en gaat zijn kont naar boven. Zalig om zien. Zo dadelijk is het mijn beurt. En ja hoor, wat een liefdevolle hond.

De uitgebloeide, opgedroogde Granaatappels hangen in de bomen. Kleefkruid is te zien in de berm. Af en toe kraakt een noot onder mijn voeten. Moestuinen worden voorbereid. Ik word wat melancholisch van de zoekende natuur elementen. De Spaanse achtergrond muziek halt me snel terug in het Nu.

Het wandelen op hoge altitude blijft. In de verte… een Hemels wit licht… De zon, de wolken, sneeuw… De Sierra Nevada.

Ik geniet van dit prachtig natuurpark tussen Quentar en Granada.

Een lied trekt mijn aandacht op FB.
Mijn gedachten gaan naar Ukraine en zijn bewoners, maar ook naar de zovele andere landen waar men vandaag nog altijd in oorlog leeft. En ook naar de zovele mensen die oorlog in kleine kring leven, familie, vrienden, buren, we hoeven niet altijd ver te gaan kijken.
Als een mantra zing ik het volgend lied:

“Peace is the world smiling
peace is a gentle dove
peace is sharing
peace is caring
peace is filling the world with love”

(https://www.youtube.com/watch?v=oEBfIBGfIcQ)

Dat de woorden, gedragen mogen worden door de wind en zich verder verspreiden over het landschap zodat iedereen deze horen mag.

’s Avonds slenteren Chris, Hannelore en ikzelf wat door de straten van Granada. Het voelt wat vreemd om plots al het volk te zien en zoveel indrukken te ervaren.
In een bar maken we kennis met een familie die speciaal vanuit Ierland is gekomen om hier zoon en dochter te laten trouwen. Hups, eventjes op en neer, en voilà. Mijn ogen staan wijd open van verbazing.

Quentar

La Peza

Oehoe, een lange tocht staat me vandaag op te wachten.
Het is nog stil in La Peza, behalve in de bar van ‘Oscar’ waar vaak de mannen vóór de start van hun werkdag een koffie komen drinken. Samen met Hannelore neem ik er een ontbijt.
Aan de muur een tv, de beelden spreken weinig hartelijkheid uit. Het raakt me. Oorlog.

Geleidelijk gaat de weg opwaarts tot zo een 1500m altitude. Bramen, heide, lavendel, rozemarijn, eglantier rozen… Een prachtige en indrukwekkende rotsformatie.
Een immense stilte… met hier en daar een klein windbriesje die achter mijn oren een klein ‘zuchtje’ komt geven.

In de verte de Sierra Nevada met deze keer veel meer sneeuw dan de voorbije dagen. De Camino omcirkeld bijna het ganse gebergte om zo naar Granada te stappen.
Een eerste buizerd is hoorbaar. Een innerlijke glimlach.

Op het hoogste punt wandel ik door een oude verlaten mijn. De grond is in-wit en zacht. Dit voelt wat bizar aan.

Vanaf daar begin ik aan fikse afdaling. Mijn knieën vinden dit niet zo leuk, gelukkig helpen mijn twee wandelstokken me wat af te remmen. Een Nederlandstalige fietser trekt zijn fiets naar boven. We staan wat te praten en delen wat over de weg.
Van zodra ik stil sta voel ik het zweet langs mijn scheenbeen, mijn sandaal inlopend.
Niet zo handig wanneer mijn voeten wat blaren hebben, en vanwaar ik al die blaren heb, is mijn een raadsel.

Aangekomen in Quentar heb ik nog de moed om tot in het dorp te wandelen naar een plaatselijk supermarktje. Op het menu.. Eieren, tomaat, paddestoelen, courgette, look, ui.. En dan straks… Van al dit lekkers een maaltijd toveren.

OverKop-huis

Het was een zalige nacht in de grotwoning. Geen mummy slaapzak deze keer – waar mijn benen niet breder kunnen dan schouder breedte – wel een dubbel bed met polar dekens, best wel aangenaam om daar in te slapen.

Centrum van Guadix. Langs de Alcazaba de Guadix, de Convento de las Clarissa y de Santiago, de kathedraal…
en nadien even de oneffen ondergrond opzij laten om mijn voet wat te sparen.

Graag zou ik even jullie aandacht wensen. Jullie hebben de naam Hannelore al gelezen. Wel, op de tweede dag meld een vriend me via FB. “Is dit ook niet de weg dat je bezig bent?” Hannelore is op 1 dag na mij begonnen aan de Mozarabe. Haar eerste camino, en onmiddellijk een pittige.
Ik piep even op haar pagina. Een kaart valt me op… 2 richtingen, een richting Almeria – Compostella en de andere Compostella – Lisboa. Och, bijzonder, ik wandel dezelfde richting uit.
Ik ontmoet haar voor de eerste keer in Abla. We delen wat… Hannelore wandelt haar tocht voor een goed doel nl. ‘Overkophuizen’ in Menen. Allé, hmm, Menen, mijn geboortedorp. De dag nadien delen we eenzelfde kamer… en wanneer twee meiden vroeg in bed liggen… wat doen we… praten, delen… Hmmm, Hannelore kent Kurt. Kurt werkte samen met me in Chenee. En om het plaatje nog wat aan te vullen, Hannelore woont in dezelfde straat als mijn vader op een paar huizen van elkaar. Bijna ongeloofwaardig, en toch.

Maar nu even terug naar de reden waarom ik graag jullie aandacht wens. ‘Overkophuizen’ in Menen.
In een OverKop-huis kan je als jongere vanaf 12 jaar gewoon binnen en buiten lopen, wat chillen en ook allerlei leuke activiteiten doen.
Het is een veilige plek waar je terecht kan voor een babbel, maar ook gewoon tot rust kan komen.

Bij zo een ‘Overkophuizen’ denk ik dan aan mezelf. Ik heb geen gemakkelijk jeugd gehad. Was ver verwijdert van mezelf en weet hoe belangrijk het kan zijn om ergens een plaats te hebben waar jongeren terecht kunnen om er te praten of om er gewoon te kunnen Zijn.
Wel graag vraag ik jullie of je samen met mij, Hannelore hierin kan steunen, en voor de zovele jongeren die ik een warme plaats toewens. Samen zijn we sterker.
Alvast bedankt om jullie steun.

Hannelore schrijft:
“Een voettocht van 2500 km
3 maanden stappen voor mezelf, maar ook een beetje voor anderen:
Met mijn camino wil ik graag wat geld inzamelen (dankbaar voor elk bedrag, groot of klein🙏) voor een project dicht bij huis. Ik koos voor de OverKop huizen Kortrijk & Menen, die zich inzetten voor jongeren met een psychische kwetsbaarheid.
Wie wat wil bijdragen aan dit mooie project, kan overschrijven tót 1 juni op het rekeningnummer BE89 7430 8587 1585
Het bedrag gaat integraal naar dit regionale initiatief.
Grote merci 🌱”

Dit is de link naar OverKop.
https://www.overkop.be/search/node?keys=OverKop+Menen

Guadix

Buen Camino, wensen we elkander toe. De koude ochtend temperatuur is voelbaar op mijn handen. Momenteel bevind ik me op een hoogte van 1200m altitude. De landschappen zijn prachtig. Een eerste dorpje kondigt zich aan in de verte. Eerst nog een afdaling en een pittige stijging trotseren. “Het is allemaal plat”, zei de man deze morgen. Hmmm.
In het dal geniet ik van het geluid van een stromend riviertje. Op de oevers is vorst zichtbaar.

De inspanning wordt beloond wanneer ik de sfeer in het dorp, Jérez del Marquesado, mag opsnuiven.
Een fijn gesprek met twee dames die de straten netjes houden. Beiden gemaskerd, kan ik enkel hun ogen zien, zo sprekend en stralend.
“Bijzonder rustig is het hier in het dorp. De zuivere lucht, het water die rechtstreeks uit een bron van de Sierra Nevada komt. Waarom zouden wij naar het stad gaan, stad is er om te werken. Hier is het gezonder om te leven”, vertelt de vrouw met fierheid. Hmm, idd. een luxe en daar zijn beide dames heel bewust van.

“Alle torens hier zijn van Moorse afkomst, ook de kerk”, vervolgd de vrouw.
De regio hier doet me enorm denken aan Marokko, het Hoge Atlas gebergte. De olijven, dadels, de rode grond.

Mijn knie doet het wat beter. Een goede taping doet wonderen. Maar wat er vooral meer wonderen zou doen is dat ik mijn bovenbenen meer zal mogen trainen, om zowel de knie als mijn heup minder onder druk te zetten. Goede voornemens, hopelijk kan ik ze waar maken.

In Guadix heeft Hannelore – haar Spaans is pakken beter dan het mijne – ervoor gezorgd dat we een nacht in een ‘cueva’ kunnen overnachten. Een grotwoning. Gezellig vertoeven en warmer binnen dan buiten bij zonsondergang. Bijzonder om in zo een woning te leven. Ikzelf zou snel al het natuurlijk binnenkomend licht missen en de vergezichten die men soms kan waarnemen door een venster.

Vrouwen

Terwijl een nieuwe dag tevoorschijn komt, geniet ik van de stilte van de natuur en het golvend landschap.
De zachte roze, oranje tinten weten me te bekoren.
In één dag kan de flora zo verschillen. Geen Hibiscus of jasminoides meer, wel de prachtige en uitbundige bloei van de amandelbomen, afwisselend met mijn favoriete boom, de olijf.

Ik verheug mij bij het zien van de naaldbomen, en terwijl mijn neusvleugels zich spreiden geniet ik tenvolle van hun vrijlatende helende geuren.
Op de toppen van de Sierra Nevada is een vloeiend sneeuwtapijt te zien.

Een dorp kondigt zich aan, in de verte hoor ik een haan die kraait, vogels tjielpen erop los, de geur van verbrande takken.
Na een pauze gooi ik mijn kousen en broekspijpen uit, als ik nu een mond op mijn benen zou tekenen dan zou deze beginnen glimlachen. Stel je voor!

In de dorpen zijn prachtige muurschilderijen te zien. Ik vraag aan een vrouw op straat wat de bedoeling is van deze schoonheden, want het zijn praktisch allemaal vrouwelijke afbeeldingen. De vrouw weet me uit te leggen dat door de vele handenarbeid in de dadel – en olijfboomgaarden er mensen komen werken van andere culturen. Culturen waar de vrouwen niet gelijkwaardig gesteld zijn als de mannen.

En hun manier van bewustmaking vind ik best geslaagd. Men kan er niet naast kijken. Zelf tot op de servietten in de bar is het te lezen.

Mijn dag eindigt in Alquife. Koken voor Chris en Hannelore en dan gezellig samen tafelen.

Valiente

Gisterenavond kreeg ik nog berichten van de hospitaliero. Voor mij wat vreemd aanvoelend. Ik voelde dat er geruis op de communicatie was komen zitten. Zoals niet snel genoeg reageren, niet reageren zoals men het verwacht, een ongeloof van mijn niet goed voelen, achterdocht… WhatsApp, is nu ook niet ‘het’ middel en zeker niet bij een taalbarrière.

Ik liet los en had een goede nachtrust. Mijn hart was rustig en zacht. Een bijzondere droom over drie zusters van de fraterniteit van Jeruzalem, die eventjes uit het monastieke leven waren gestapt en me om hulp vroegen.

In de ochtend vertrekte de ene pelgrim na de andere. Ik had er zelf ook zin in, koos echter om mijn lichaam wat rust te geven en er zorg voor te dragen. Ik vroeg om nog een extra nachtje te blijven, wetend dat er geen nieuwe pelgrims zou komen opdagen en ik hun plaats niet innam. Ik wachtte een antwoord af.

De communicatie bleef onzuiver met de hospitaliero. Een nadeel wanneer een hospitalier niet ter plaatse is. Men ziet niet en kan de situatie niet juist gaan inschatten. Ik neem de telefoon en probeer met haar in gesprek te gaan. Tevergeefs. Nadien volgt een bericht van de présidente met machtsvertoon, tal van regels, eisen van een ziekte briefje zoniet dreiging tot expultie.
Het was voor mij duidelijk, ik had hier niets meer te zoeken. Pakte mijn rugzak in. Versterkte mijn pezen aan voet en knie met tape verband om wat verder te stappen, met hoop op goed verloop.
Ik vond dit allemaal wat vreemd en had het gevoel dat er een ontbrekende schakel zat in hun doen.
Een pelgrim aan de deur zetten in een moment dat het lichaam niet ok is. Niet echt pelgrims waardig.
Ik ben hier duidelijk geen dag langer welkom, schud het stof van mijn voeten en stap verder.

In de namiddag kwam het aan het licht. De hospitaliero deelde me wat een pelgrim haar zei, ze was achterdochtig geworden nadat de Spaanse pelgrim had meegedeeld dat ik gewoon in de albergue zou blijven zonder de toelating te vragen. Er ontstond controle, angst. En wat ik vanaf dat moment ook mocht zeggen,ik maakte reeds geen schijn van kans meer. Ik was blij dat ik mijn innerlijk stem vertrouwde en niets persoonlijks nam.

De weg was rustig zonder teveel stijgen en dalen. Wat ongemak was voelbaar op de onregelmatig grond in de rivierbedding. Mijn lichaam deed het goed en ik nam voldoende rust.
Ik genoot van de ondergaande zon en haar zachte roze kleuren over de vallei.
Hier en daar kwam ik in aanraking met honden, voornamelijk Podenco’s. Ze doen me af en toe denken aan Lumake, een lieve hond gered uit een asiel in Spanje en die nu leeft bij Els in haar warm en liefdevol nestje.
”s avonds laat kom ik aan in Huéneja. Een dame spreekt me aan. “Valiente”, deelt de vrouw in het Spaans, nadien spreken we verder in het Frans. “Merci, de me parlais en Français”, deel ik haar… en dan komen we tot het Engels. Een vrouw uit England die hier woont. Er volgt een uitnodiging om bij haar te logeren. Ik maak de keus om naar de albergue te gaan. Bij het verder stappen draai ik me nog eens om en zeg, ” Thank you for your invitation and kindness, it makes my day. In gratitude”, en we zwaaien naar elkander. Wat later een vriendelijke Spaanse vrouw wijst me de weg, we hebben een kort gesprek. “Muchas grazias, buenas noches”, verwijderen ons met een grote glimlach en gezwaai.
Oef.. de avond eindigt in vreugde en goed gezelschap in Hueneja.

Abla

Abla

Vandaag van Ocana naar Abla. Een korte afstand om dan nadien mijn benen te kunnen laten rusten, alsook mijn Hart.

Onderweg besef ik dat ik nog mag lossen uit mijn bagage. De rugzak is me nog te zwaar en deze laat het via mijn lichaam duidelijk verstaanbaar maken.
‘Als ik dit niet doe, zou het wel het einde kunnen zijn’, gaat door me heen. Ik voel dat dit me raakt en het voelt als een ‘scheur’ op hartniveau. Tranen komen vrij… mijn longen open zich… ruimte… een zee van ruimte komt vrij.

Ik besef dat ik straks mijn binnentent mag achterlaten, ook al had ik het verlangen om in een tent te kunnen slapen. Het maakt mij ook niet minder pelgrim omdat ik het niet kan dragen. Integendeel, durven lossen, kijken wat gaande is maakt me in mijn beleving pelgrim ‘tot op den draad’. En in wezenlijkheid met een tastbaar dak of niet… een dak boven mijn hoofd zal er altijd zijn.

Net vóór Abla, stopt een bakker. Ik laat me verleiden met een koek met crème en een laagje chocolade.

De Albergue ligt op het uiterste puntje bijna van het dorp, met een prachtig zicht op de Sierra Nevada. De temperatuur is hier duidelijk lager dan aan de kust.

Kort na mijn aankomst, komt een Spaanse man aan. Kort en opgejaagd wijst hij mij op de manier van hoe ik met de sleutel van de albergue moet omgaan… Ik voel me wat verdwaasd kijken, ‘Alle, ook een goede dag!’, denk ik dan. “Si, comprendo”, deel ik, hihi, of dit nu werkelijk Spaans is?!, en ik breng mijn twee handen naast elkaar en laat ze beiden wat dalen, gevolgd door een vriendelijke glimlach. Later installeerd hij de regel, ‘daar de vrouwen, daar de mannen.’

Op de middag zet ik me op een terras, met een boekje. Een man komt naast me zitten. En maakt contact. Wat later vraagt hij mijn leeftijd. (Hmm, jaja, hij denkt….), hij deelt zijn leeftijd. De man maakt teken met zijn vinger’ jij-ik’ en kruist zijn vingers op elkaar. (… verkeerd gedacht.) ‘No’, kijk hem aan, en breng mijn aandacht terug naar mijn boek.

Later komen er nog pelgrims aan in de albergue.
Een Zweedse mama en haar dochter. Een Belgische dame ‘Hannelore’ … en later nog Chris. Er is leven in huis.

In de namiddag voel ik mijn hart nog tekeer gaan terwijl ik op bed lig te praten met Hannelore. Ik leg mijn handen op mijn borst en stuur mijn hart Liefde.
De pittige dagen is goed voelbaar in mijn lichaam, want ook mijn knie en voet vragen aandacht. Ik overweeg een extra dag hier te verblijven om terug op eigen ritme te komen en me niet onder druk te laten brengen door de soms wel overdonderende berichten via what’s app van de hospitaliero. Indien niet beter, vraag ik om hier een extra dag te blijven.

Ying-yang

7u30 er rinkelt iets…. het is ver… Hmmm, mijn wekker. Ik kom net uit een droom. Twee grote poezen, speels en wat lomp bewegend. Oh, neen het waren twee welpen (tijger). De ene wit met zwarte lijnen, de ander zwart met witte lijnen. Ze deden me denken aan het Ying-yang teken. Ik blijf nog wat liggen. Het is donker buiten.
Deze nacht ben ik wakker geworden door hartkloppen, ze voelde diep en verhinderde om terug de nachtrust te vatten.
Ik legde toen mijn armen breed en opwaarts… en toen… kwam de wekker.

Rustig maak ik me klaar. Mijn voetkussens voelen wat gezwollen. De blaar vooraan is opgedroogd. Een ander maakt zich klaar aan de andere voet. De twee kleine blaren aan de hiel op iedere voet voorzie ik van tape. Ik herinner me mijn vader die altijd tegen me zei: “denk aan je grote teen”, als ik ergens pijn had. En dat lukt… maar nu mag ik mijn aandacht op een anderpunt leggen. Ik neem de neus zoals in de ‘Vipassana’. Eigenlijk gaat het er hem gewoon om dat je je aandacht niet bij het pijnpunt houdt, zo verdwijnt de pijn.
En een blaar, ook al is het niet aangenaam, nadien komt de verharding een natuurlijk bescherming van de huid.

Ik ben me hier bewust dat ik met verschillende zaken te dealen heb, de warmte, het gewicht in de rugzak, café con leche, de kilometers en niet te vergeten de bergstreek, het soort ondergrond waar ik op wandel. Drie zaken kan ik niets aan veranderen. Wel het gewicht van de rugzak. Ik laat mijn nieuwe buitentent achter, meedragen tot een postpunt is niet te overwegen. Geld of zelfzorg, mijn keus is snel gemaakt. Zonder mijn voeten kan ik me niet voortbewegen.

De maan staat nog in haar volle glorie te schijnen boven de bergflank, daar waar het dorp tegen gebouwd is. Terwijl aan de andere kant de zon stilletjes aan tevoorschijn komt.

Een stevig klim komt me al snel in mijn keuze bevestigen. Blij dat ik mijn boventent achterliet. Aan de andere kant van het dal hoor ik een hond huilen. Ik probeer hem waar te nemen. Ik zie hem niet. Een tiental meters blijft zijn gehuil me volgen. Ik voel me machteloos.

Bij het afdalen in een andere vallei, in de rivierbedding, geniet ik van de schaduw van de eucalyptus, de populier en de struiken.

Een pauze in Nacimiento doet me goed. In plaats van een koffie probeer ik een ‘cerveza sin alcohol’. Ik strek mijn benen uit en val bijna in slaap. Ik krijg een bericht van Nelly ‘Abla’ nog 16 km’. Pff, probeer maar in het nu te leven.
In Dona Maria stel ik me de vraag, ‘hoe zit het hier met de bejaarden. Waar gaan ze heen, of blijven ze bij de kinderen wonen. Op het moment van mijn vraagstelling hoor ik muziek. Ik ga kijken. In een klein zaaltje volgen bejaarden turnles. Ze zwaaien.

Nog een paar kilometers en ik hou het voor bekeken. Genoeg voor vandaag. Mijn dag eindigt via een mooie olijfboomgaard met een wateririgatie systeem.
Bij aankomst voel ik terug de hartkloppen door gans mijn lijf… Rusten.

Vredeslied

Ik verlaat Rioja via de hoofdweg. Op de bergflank kan men hier en daar holbewoningen zien, die er nu verlaten bij staan.

Voor mij twee dames, die hoogstwaarschijnlijk hun ochtend wandeling doen, ze hebben alvast een vlotte en stevige stap.
Een lange asfaltweg slingers doorheen een wijk waar ieder huis omgeven is door een hoge omheining. Binnen de omheiningen ziet het er piekfijn uit…buiten de omheiningen sta ik iedere keer versteld hoe mensen hun afgedankt materiaal dumpen in de natuur.
Is dit ook niet iets die een andere wending zou kunnen aannemen als mensen meer in verbondenheid met het hart zouden leven? Zonder twijfel!

Mijn geheugen brengt de herinnering aan groene bossen, zachte wegen, donkerbruine aarde. De heerlijke geur van de bossen, de jonge vogels die de lente aankondigen.
Hier zie ik dorheid, stof, stenen… Geen pimpelmezen die hun deuntje zingen.
Wat brengt me hier, gaat door meheen! En toch brengt het landschap iets bekend en voelt het allemaal juist.

Net vóór Santa Fe de Mondujar, zie ik een ganse rotswand met grote openingen. Woningen van toen… Ik kijk even op kaart en zie dat daar een ganse archeologische oppervlakte is. ‘Yacimiento Los Millares’

De kerktoren van Santa fe de Mondujar zingt een deuntje en weergalmt over de vallei. Het is me niet onbekend….ik probeer mee te zingen…. Na nana…. reik nu een hand aan elkander… open je hart voor iedereen….Aan alle medemensen die de vrede wensen… Nnn nnnn…zoiets. Het vredeslied. Dat is nu eens een lied die voor mij overal mag weergalmen… In alle torens over de ganse wereld… en dat het ver en breed mag weergalmen.

Net voor mijn aankomst bij zonsondergang in Alboloduy, voel ik dat er een blaar onder mijn voorvoet is gesprongen. Ooooo…
Het is donker, de straat lantaarns verlichten de kleine steegjes. In de verte een kleine bejaarde dame, ik ga in haar richting en probeer me te verduidelijken in mijn gebrekkig Spaans. “Un Albergues Municipales. Calle Iglesias. Porfavor. ” In een snelheid wijst ze naar iets, vergezeld door een waterval aan woorden. Oeps, dat is te snel en voel dat ik afhaak in mijn bovenkamer. Ze steekt haar arm in de lucht en maakt een teken van’ kom’. Ik vergezel haar, maar het wordt me duidelijk dat ze niet de weg neemt van wat ze me aantoonde. Hebben we elkander verkeerd begrepen? De moedige dame trekt haar zelf omhoog aan de metalen balustrades. Ik duw me vooruit op mijn wandelstokken.
Ik blijf staan, kan niet meer. Mijn voeten doen pijn en mijn krachten zijn op. Ze klopt aan een deur, een man met geel jesje komt naar me toe. Ik keer terug op mijn stappen. Ik dank de vrouw, “muchas grazias, buonas noches.” Amai wat was zij moedig. De lieve dame verdwijnt in haar deuropening. Beetje later sta ik aan de deur van de albergue. Een half uur vroeger, stond ik hier aan het gebouw. Hmm, moeheid, pijn… brachten me uit het Nu.

Puerta de Tierra

rb. Sint-Jacobskerk Almeria, lo. Rioja met zicht op de droge rivierbedding

Almeria. Samen met Chris, een Belgische pelgrim ontvangen we een pelgrimszegen
in het Monasterio de la Purísima Concepción. Het kerkje is gespaard gebleven tijdens de oorlog, daar er geen beelden te vinden waren in de kerk. De inwoners hadden alles verstopt en zo ontsnapte het aan het vuur. We nemen afscheid van Nelly en José.

Op een terrasje wat verder op de Camino neem ik samen met Chris een ontbijt. Café con leche e un bocadillo calido Con tomate, aceite de Oliva, y jamón. Bij betalen schrik ik van de lage prijs op mijn kassa ticket.

Het duurt een paar kilometers voor ik de urbanisatie uit ben van Almeria. In een kerkje in een volgend dorp stap ik naar het wijwatervat… just…. droog.
Het wijwatervat heeft plaats gemaakt voor een ontsmettingsdispenser die er net naast hangt. Besluiteloos sta ik ernaar te kijken en laat dit beeld bij me binnenkomen.
Waar is in godsnaam de bewustwording gebleven! Wanneer zullen mensen wakker worden en niet meer handelen louter vanuit hun bovenkamer en blind vertrouwen in autoriteit en iets buiten zichzelf gaan zoeken.
Wanneer zal de mens opstaan en zijn innerlijke brain gebruiken, contact maken met de buik, daar waar in elk mens zijn/haar kracht is. Niet voor niets dat de darmen gelijken op onze hersenen.
Wanneer zal men deze samen gaan verbinden met het hart. Is het niet wondermooi hoe we zijn gecreëerd.
Niet enkel via onze oren kunnen we horen, laten we leren luisteren naar onze innerlijke stem, onze intuïtie.
Verbind je met je Zelf! Wordt gewaar.

Via een droge rivierbedding ‘Rio Andarax’ wandel ik richting Rioja.
Al heel snel gooi ik mijn wollen kousen uit – waar ik me gevangen in voelde – en kan ik hierdoor de vrijheid in mijn lijf gewaarworden. De wind blaast een lichte bries op mijn voeten, terwijl de zon al hoog staat, voelbaar op mijn hoofdhuid.

Wat bevreemdend wandel ik door de rivierbedding en het dorre landschap. De overgang van België, vliegen over de Franse Pyreneeën – daar waar de assen van mijn grootvader uitgestrooid liggen – voelde als een poort waar ik door mocht.

Terwijl ik aan het wandelen ben, wordt ik verandering in mijn bewustwording gewaar. Het kenbaar gevoel van thuiskomen.
Het gedumpte afval in de natuur doet me aan een flitssnelheid terugbrengen in het horizontale. Gelukkige kan ik even snel mijn lichaam terug gewaarworden in een groter geheel.

De weg gaat rustig verder…aan een huis, een bordje ‘Puertas de tierra’, met er boven een ’11’.

Aangekomen in Rioja stap ik naar de Albergues Municipales waar Nelly me een code gaf om er te kunnen overnachten. Na een tappa – een klein gerechtje op een dessert bord, ideaal voor mij buikje -, een avondwandeling bij volle maan.