De kraai

De afstand tussen Portsmouth en Glastonbury valt best mee — twee dagen rijden. Twee nachten, ideaal om te ervaren hoe het kloppen aan de deur in Engeland gebeurt.

Twee keer werd ik meteen uitgenodigd om me op iemands grond te installeren, of kreeg ik spontaan een kamer aangeboden – zonder dat ik zelfs iets had gevraagd.
In elf jaar pelgrimeren was ik nog nooit op zo’n manier ontvangen. Ik was geraakt, met tranen in de ogen. Daar gaat je hart van bonzen.

De laatste dag vóór mijn aankomst in Glastonbury bracht ik door in gietende regen. En toch: ik had plezier, zelfs in de regen, tot tranen van het lachen toe. ‘Ik ontving mijn doop van hierboven’, dacht ik.
Op een bepaald moment zag ik een kraai midden op de weg zitten. Ik remde bruusk, keerde om, nam hem voorzichtig op en zette hem veilig in het gras neer.
Hij was lichtjes gewond aan zijn linker vleugel. Maar toen draaide hij zich om en hupte terug in mijn richting, tot aan mijn voeten.
‘Wat kom je me vertellen, kleintje?’ dacht ik. ‘Ik kan je niet meenemen.’
Ik nam hem opnieuw op. In volledige overgave legde hij zich neer op mijn linkerarm. Ik voelde zijn hart bonzen op mijn pols.
Ik wandelde wat heen en weer in de regen, en werd me bewust dat zijn/haar tijd op aarde gekomen was.
Plots draaide hij/zij zijn/haar kopje opwaarts naar links, keek me aan terwijl hij zijn/ zij haar linker vleugel richting hemel opende…
En toen — plots — niets meer.
Hij/ zij was heengegaan. Tranen vloeiden.

Ik zocht een plek waar ik hem/haar kon neerleggen, plukte wat eglantierrozen en nam mijn rozenwater uit de fietszak voor een ritueel.
Geraakt door deze ervaring reed ik verder, mijn laatste kilometers naar Glastonbury.
Hoewel ik de rit voelde in mijn benen, voelde ik me fris en levendig en blij bij aankomst
Ik ging op zoek naar mijn zussen van het Magdalena-pad, Éméline en Gaëlle, die intussen een plekje hadden gevonden in de Rainbow – een heerlijk, eerlijk vegetarisch restaurant.
Het was een fijn weerzien.

Daarna inchecken in de White Rabbit. Een bed zoeken, uitpakken, bijpraten, en een zalige, verfrissende douche nemen. Julie, Arthur en Alexandra waren ook aangekomen.
Ondertussen was het al 21u. Toch nog even kort met Éméline de anderen opgezocht in een restaurant.
Kort, want ik wilde fris zijn voor de volgende dag.
Ik keek ernaar uit, vol vreugde, wetende wat het weekend ons zou brengen.

La distance entre Portsmouth et Glastonbury n’est finalement pas si grande deux jours de route.
Deux nuits, idéales pour vivre comment se fait ‘ le frapper à la porte’ en Angleterre pour un logement.

À deux reprises, j’ai été immédiatement invitée à m’installer sur leur terrain ou une chambre m’a été proposée- sans même que je ne l’aie demandé.
En onze années de pèlerinage, jamais je n’avais été reçue de cette manière.
J’en ai été profondément touchée, les larmes aux yeux. Cela fait battre le cœur.

Le dernier jour avant mon arrivée à Glastonbury, il a plu à verse toute la journée.
Et pourtant, j’ai eu de la joie, même sous la pluie- jusqu’aux larmes de rire. ‘Je reçois mon baptême d’en haut’ , me suis-je dit.
À un moment donné, j’ai vu une corneille assise au milieu de la route.
J’ai freiné brusquement, fait demi-tour, l’ai prise délicatement et déposée en sécurité dans l’herbe.
Elle/ils était légèrement blessée à l’aile gauche.
Mais elle/ils s’est retournée et a sauté de nouveau dans ma direction, jusqu’à mes pieds.
“Que viens-tu me dire, petite ?”, lui/la demandé je. “Je ne peux pas t’emmener avec moi ! ”
Je l’ai reprise dans mes mains. En totale confiance, elle/il s’est posée sur mon bras gauche.
Je sentais son petit cœur battre contre mon poignet.
Je marchais un peu sous la pluie, et je sentis que son temps sur terre touchait à sa fin.
Soudain, elle/il tourna la tête vers la gauche, leva les yeux vers le ciel, me regarda et ouvrit son aile gauche vers les hauteurs…
Et puis… plus rien.
Il/elle était parti·e. Les larmes ont coulé.

J’ai cherché un endroit où je pouvais le/la déposer, quelques églantiers pour un rituel. Et puis mon eau de rose.
Émue par cette expérience, j’ai poursuivi mes derniers kilomètres vers Glastonbury.


Même si je sentais l’effort dans mes jambes, je me sentais encore pleine de vie.
J’ai rejoint mes sœurs de la Voie de la Madeleine, Éméline et Gaëlle, qui s’étaient installées aux Rainbow- un délicieux et sincère restaurant végétarien.
Ce furent de belles retrouvailles.

Ensuite, enregistrement au White Rabbit. Chercher un lit, défaire les sacs, échanger un peu, une bonne douche rafraîchissante.
Julie, Arthur et Alexandra sont arrivés aussi.
Il était déjà 21h. Avec Éméline, nous avons quand même rejoint brièvement les autres au restaurant.
Un moment court, car je voulais être en forme pour le lendemain.
J’étais impatiente, le cœur joyeux, sachant ce que ce week-end allait nous offrir.

Plaats een reactie