
Wandelend tussen bergen, bossen, valleien en rivieren. Onder de zon, de regen, tegen wind en in de sneeuw.
Dit waren de voorbije dagen op de Primitivo. Zo noemt de weg waar ik op wandelende tussen Oviedo en Melide, vanaf Melide kwam ik op de Francés. De Primitivo loopt door de gebieden Asturias en Galicia, twee prachtige groenRijke, zachte regio’s en die me ook het meest aantrekken.
Ik geraakte de laatste dagen niet aan het schrijven, niet dat ik niet zou geweten hebben wat geschreven, integendeel. Ik voelde dat ik nood had om dicht bij mezelf te blijven, weinig in woorden te gaan en me hierin te begrenzen. De weg was fysiek niet te onderschatten.
Hier en daar kwam ik dezelfde pelgrims tegen. De meest van de tijd liep ik alleen en daar geniet ik nog altijd het meest van.
De dag die ik wandelde van Samblismo tot Berducedo, is een dag die ik niet zo snel zal vergeten. Een dag die pelgrims voor en na ons moeilijk konden geloven, want sneeuw was er voor hen niet. Het was een regendag. En hoewel ik weet dat regen beneden in een vallei, meestal/vaak barre weersomstandigheden zijn boven in de bergen, heb ik hier geen aandacht aangegeven en vertrok toch naar boven. Wat onverantwoord was.
Die dag vertrok ik met Thea de berg op. Wat de dag zou zijn met het verste, open wijdse landschap op een zonnige dag, werd de meest gesloten, sombere dag.
Boven op de berg kwamen we in een sneeuwstorm terecht. In één ruk kwam alles dicht. Ik verloor compleet de notie van tijd en ruimte. De sneeuw die viel werd door de hevige wind en de koude getransformeerd in ijs die kwam snijden op mijn linkerwang. De sneeuw was niet wit, alles was eentonig grijs. En wanneer eventjes een lichtpunt kwam door de wolken, verblinde de felle sneeuw me. Op bepaalde plaatsen kwam ik tot mijn knieën in de sneeuw. Onder de sneeuw waren ijsbaden aanwezig. Al heel snel werd ik ‘gesmakt’ op de grond. En vanaf dit moment voelde ik iets veranderen. Mijn lijf gebruikte alle spieren die het had om in doorzettingsvermogen stap voor stap vooruit te gaan, ik kwam lijfelijke in een overleving terecht. Overleving, een woord die ik nooit meer zal zien als voordien. Ik voelde me net als de vele Tibetanen die het Himalaya gebergte dienen over te steken, gebannen uit hun land. Bij iedere stap diende ik heel aandachtig te zijn. Ik verkoos door het water te lopen, ipv van het pad af te gaan en een been te breken.
De paarden stonden in een kudde naast elkaar met hun kont gericht naar de windrichting, beschermt achter een boom.
Dit was voor ons uit den boze, want stoppen betekende afkoelen. Mijn broek geraakte in-nat. Ik verloor contact met mijn bovenbenen en bekken. Mijn benen werkten op automatische piloot. Mijn voeten deden het goed ook al wandelde ik op sandalen en wollen kousen. Deze voelde ik leven telkens wanneer ik door het water stapte en hielp het mij contact te houden met de aarde. Dan deed ik telkens ademhalingsoefeningen om de levenstroom door mijn lichaam te voelen, te blazen.
Mijn vingertoppen onder mijn handschoenen voelde ijzig aan. ‘Thea, denk aan je vingertoppen beweeg ze regelmatig’, riep ik haar toe. Thea maakte zich zorgen om mijn voeten, maar die waren ok. Op sommige momenten voelde ik mijn fysieke krachten dalen, en dit telkens wanneer het pad iets voor mij voeten bracht waar ik een keuze moest maken om er veilig overheen te komen, telkens deed dit me afremmen en telkens wist ik ‘Jasmine, herpak je komaan meid. Gaan, gaan.’ Diep van binnen wist ik als ik stop, dan stopt het…. en telkens kwam deze onbeschrijfelijk kracht er terug om door te zetten. Een kracht die ik niet weet waar deze vandaan kwam. Mijn lijfelijke overleving kwam niet uit angst om te sterven, wel om tegen het natuur geweld te vechten, want daar ter plaatse was alsof alles wat was of voordien bestond, niet meer was. Het was de natuur en ik, ik en de natuur. Het was niet de sneeuw of het ijskoude water die het probleem was, wel de hevige wind die me bijna verhinderde overeind te blijven, de zachte sneeuw als naalden omtoverde en mijn broek ijskoud liet aanvoelen. Het was de ‘lucht’, die vervelend deed, niet het water.
Af en toe had ik het gevoel dat mijn lichaam zich binnenste buiten keerde waarbij ik braakneigingen kreeg.
We hadden geen bereik, konden niemand bereiken. We wisten dat er een groepje voor ons was en eentje achter ons…. maar waar?!…
Na 14 km zag ik even een mist verdwijnen. In een fractie van een seconde zag ik een klein gebouw en verdween terug. Daar moest ik heen. Ik maak teken aan Thea… naar daar.
Binnen was de harde wind verdwenen en konden we uitblazen. Heel snel deed ik mijn natte kleren uit. Verwijderde het water in mijn kousen. Een bol ijs stond erop. Mijn lichaam begon in een hevige trilling te komen, die ook veel energie vroeg en voelde dat er iets aan het opborrelen was. “Thea, het kan goed zijn dat er straks een stevige ontlading komt, niet verschieten.”
Thea stond te springen om zich warm te houden.
Ik haalde mijn nooddekens uit, gaf er eentje aan Thea. Ik wikkelde me in eentje. Gelukkig had ik deze bij.
Een hevig kreet die van diep van binnen kwam eruit, nadien volgden kort de tranen.
Een sticker was gekleefd op de metalen roestige deur. Een taxi nummer. “Thea, ik bel een taxi. We mogen zo niet verder”. Kort erna zagen we de jongeren aankomen en riepen ze binnen. Iedereen stond te trillen. Het geweld van de natuur was te lezen op ons lichaam en gezicht.
Een uur nadien hadden we allen de berg verlaten en zaten we gelukkig ergens in een albergue waar het warm is. Maar binninin voelde er iets gebroken in mij. En ook al hebben we er als groep al vaak over gedeeld, terwijl ik het nu schrijf voel ik mijn lichaam terug in kramp gaan en komen de tranen in mijn ogen.
Sedert dit moment zit mijn lichaam vast met hevige pijnen in onderrug. Vooral ’s nachts.
Ik ben blij dat ik er nu kan overschrijven en besef ook dat dit het begin is van een verandering in mijn lijf en healing.
Op 1-5-2022 (3) ben ik aangekomen in Santiago. De dag die ik aankwam was er een mist aanwezig. En zo voelde ik me de laatste dagen… ik voelde me in de mist.
Ondertussen worden me dingen duidelijk rond de gebeurtenis en wordt ik de beweging gewaar waarom ik hier ben. Later meer hier over…
Ik wou dit verhaal even met jullie delen, omdat ik weet wat ‘delen’ kan doen en wat het kan teweegbrengen in mezelf, wanneer het in het groter geheel gedragen wordt. Een delen waar jullie niet iets mee moeten, gewoon er Zijn. 🙏💖 Gegroet.
Dank je Thea, Obrigado Ricardo, Tiago, Vantuir, Obrigada Jennifer. ❤️🙏

je suis Là…
🙏💖
Jasmine, wat heb jij het prachtig verwoord. Ik kan het nog niet. Als ik jou verhaal lees, voel ik me weer daar. En voelt mijn keel als dichtgeknepen. Mijn kaken verstijfd en de tranen hoog. Dankjewel Jasmine “only we know” zoals Jennifer zo mooi omschreef. X
Lieve Thea, dank je voor je delen. In verbondenheid en dat tranen mogen vloeien… ik vertrek morgen richting zee en hoop beetje bij beetje het een plaats te kunnen geven… Liefs 🙏💖