
français 👇
Wandelend tussen bergen, bossen, valleien en rivieren. Onder de zon, in de regen, met de wind op mijn gezicht en de sneeuw onder mijn voeten.
Zo gingen de dagen voorbij op de Primitivo — het pad dat me voert van Oviedo naar Melide. Vanaf Melide kwam ik op de Francés. De Primitivo slingert door Asturië en Galicië, twee regio’s die met hun groene heuvels en zachte landschappen het meest tot me spreken.
De afgelopen dagen schreef ik niet. Niet omdat ik niets te vertellen had — juist het tegenovergestelde. Maar ik voelde de behoefte om stil te zijn, om dicht bij mezelf te blijven, om mijn gedachten niet te veel in woorden te vangen. De weg was fysiek veeleisend.
Hier en daar kruiste ik dezelfde pelgrims, maar meestal liep ik alleen — en dat is nog steeds hoe ik er het meest van geniet.
De dag dat ik wandelde van Samblismo naar Berducedo, blijft in mijn geheugen gegrift. Pelgrims voor en na ons geloofden het nauwelijks — voor hen was er alleen regen. Maar wij stapten een wereld binnen waar regen veranderde in sneeuw. En hoewel ik wist dat regen in de vallei vaak stormen op hoogte betekent, negeerde ik het en begon de klim.
Onverantwoord, zou ik later beseffen.
Samen met Thea begon ik aan de klim. Wat op een heldere dag een weids, open landschap zou zijn geweest, werd nu een afgesloten, grijze wereld. Boven op de berg verraste ons een sneeuwstorm. De lucht sloot zich, tijd en ruimte vervaagden. Sneeuw veranderde door de snijdende wind in scherpe ijskristallen die mijn linkerwang geselden. Het wit van de sneeuw bestond niet meer — alleen eindeloos grijs. En elke zeldzame lichtstraal die doorbrak, verblindde me.
Op sommige plekken zakte ik tot mijn knieën weg. Onder de sneeuw lagen verborgen waterplassen, ijskoud. Al snel gleed ik uit en viel. Vanaf dat moment voelde ik iets kantelen. Mijn lichaam werd een machine, elk spiertje aangespannen om stap voor stap vooruit te komen, met als één doel: overleven. Overleven werd niet zomaar een woord — het werd een staat van zijn.
Ik dacht aan de Tibetanen die de Himalaya oversteken, verbannen uit hun land. Elke stap was een keuze. Door het water lopen was veiliger dan van het pad afwijken en mijn been breken. De paarden stonden in een dichte kudde, hun achterwerk naar de wind, verscholen achter een boom. Maar stilstaan was voor ons geen optie — stoppen betekende afkoelen.
Mijn broek werd doorweekt. Het gevoel in mijn bovenbenen en bekken verdween. Mijn benen bleven lopen, puur op wilskracht. Mijn voeten, in sandalen en wollen sokken, hielden stand. Elke keer dat ik door het water stapte, voelde ik ze leven, en dat hield me verbonden met de aarde.
Onder mijn handschoenen werden mijn vingertoppen ijzig. “Thea, denk aan je vingertoppen, beweeg ze regelmatig!” riep ik. Ze maakte zich zorgen om mijn voeten, maar die bleven warm, tenminste ik voelde ze nog.
Soms zakte mijn kracht weg, vooral wanneer het pad obstakels wierp. Telkens moest ik stoppen, mezelf toespreken: “Jasmine, herpak je. Kom op. Vooruit.” Diep vanbinnen wist ik: als ik stop, dan stopt het echt. En telkens vond ik die rauwe, onverklaarbare kracht om verder te gaan.
Het was geen angst om te sterven die me voortdreef, maar een wil om stand te houden tegenover de natuur. Daar, in dat ogenblik, bestond niets anders meer. Alleen de natuur en ik — ik en de natuur. Het was niet de sneeuw of het water die het gevaarlijk maakten, maar de meedogenloze wind die me bijna omver blies, zachte sneeuw veranderde in stekende naalden en mijn broek ijskoud maakte.
Af en toe leek het alsof mijn lichaam zich binnenstebuiten keerde, met braakneigingen tot gevolg.
We hadden geen bereik, konden niemand bereiken. We wisten dat er een groepje voor ons was en één achter ons… maar waar precies?
Ik had geen krachten meer en begon te bidden. Ik vroeg om hulp. Kort erna, na 14 kilometer brak de mist even open. Een fractie van een seconde toonde een klein gebouw zich, als een lichtpunt om meteen weer te verdwijnen. Dat werd ons doel. Mijn ogen verdwenen niet meer van dit ene punt, die ondertussen terug was verdwenen. Ik gebaarde naar Thea: daarheen. Daarheen! Mijn gebeden werden aanhoord.
Binnen verdween de wind, en we konden eindelijk uitblazen. Ik trok mijn natte kleren uit, wringde het water uit mijn sokken. Een bol ijs kleefde eraan. Mijn lichaam begon te trillen, een reactie die me uitputte. Iets in me kwam omhoog.
“Thea, het kan zijn dat er straks een ontlading komt. Niet schrikken,” waarschuwde ik.
Ze sprong op en neer om warm te blijven. Ik haalde mijn nooddekens tevoorschijn, gaf er een aan haar en wikkelde mezelf in het andere. Gelukkig had ik ze bij me.
En toen kwam het: een oerkreet, diep vanuit mijn binnenste. Tranen stroomden.
Op de roestige metalen deur kleefde een sticker met een taxinummer. “Thea, ik bel een taxi. We kunnen zo niet verder.”
Even later zagen we de jongeren van de andere groep. We riepen hen binnen. Iedereen trilde van de kou. De sporen van de natuur stonden op onze gezichten gegrift.
Een uur later zaten we veilig en warm in een albergue. Maar vanbinnen voelde ik iets gebroken. En ook al hebben we er samen vaak over gesproken, terwijl ik dit nu schrijf, voel ik mijn lichaam opnieuw verkrampen en vullen mijn ogen zich met tranen.
Sinds die dag zit mijn lichaam vast, met hevige pijn in mijn onderrug, vooral ’s nachts.
Ik ben blij dat ik er nu over kan schrijven. Ik besef dat dit het begin is van een verandering in mijn lichaam, een proces van heling.
Op 1 mei 2022 kwam ik aan in Santiago. De dag van mijn aankomst hing er mist, en zo voelde ik me ook de laatste dagen… verloren in de mist.
Dank je, Thea. Obrigado Ricardo, Tiago, Vantuir. Obrigada Jennifer.

Marchant entre montagnes, forêts, vallées et rivières. Sous le soleil, sous la pluie, avec le vent sur mon visage et la neige sous mes pieds.
Ainsi les jours passaient sur le Primitivo — le chemin qui me mène d’Oviedo Ă Melide. Ă€ partir de Melide, j’ai rejoint le FrancĂ©s. Le Primitivo serpente Ă travers les Asturies et la Galice, deux rĂ©gions dont les collines verdoyantes et les paysages doux me parlent le plus.
Ces derniers jours, je n’ai pas Ă©crit. Pas parce que je n’avais rien Ă raconter — bien au contraire. Mais je ressentais le besoin de rester silencieux, de rester proche de moi-mĂŞme, de ne pas trop capturer mes pensĂ©es avec des mots. Le chemin Ă©tait physiquement exigeant.
Ici et lĂ , j’ai croisĂ© les mĂŞmes pèlerins, mais la plupart du temps, je marchais seul — et c’est toujours ainsi que j’en profite le plus.
Le jour où j’ai marché de Samblismo à Berducedo reste gravé dans ma mémoire. Les pèlerins avant et après nous n’y ont presque pas cru — pour eux, il n’y avait que la pluie. Mais nous sommes entrés dans un monde où la pluie s’est changée en neige. Et bien que je sache que la pluie dans la vallée signifie souvent des tempêtes en altitude, je l’ai ignoré et j’ai commencé l’ascension.
Irresponsable, réaliserai-je plus tard.
Avec Thea, j’ai entamé la montée. Ce qui aurait été, par temps clair, un vaste paysage ouvert, est devenu un monde clos et gris. Au sommet de la montagne, une tempête de neige nous a surpris. Le ciel s’est refermé, le temps et l’espace se sont estompés. La neige, transformée par le vent tranchant, est devenue des cristaux de glace aiguisés fouettant ma joue gauche. Le blanc de la neige n’existait plus — seulement un gris infini. Et chaque rare rayon de lumière perçant ce voile m’aveuglait.
Par endroits, je m’enfonçais jusqu’aux genoux. Sous la neige, des flaques d’eau glacée, cachées. Rapidement, j’ai glissé et suis tombée. À partir de ce moment, j’ai senti quelque chose basculer. Mon corps est devenu une machine, chaque muscle tendu pour avancer pas à pas, avec un seul objectif : survivre. Survivre n’était plus juste un mot — c’était un état d’être.
Je pensais aux Tibétains traversant l’Himalaya, exilés de leur terre. Chaque pas était un choix. Marcher dans l’eau était plus sûr que quitter le chemin et risquer de me casser une jambe. Les chevaux restaient groupés, leurs croupes tournées vers le vent, abrités derrière un arbre. Mais s’arrêter n’était pas une option pour nous — s’arrêter, c’était se refroidir.
Mon pantalon s’est imbibé. La sensation dans mes cuisses et mon bassin a disparu. Mes jambes continuaient de marcher, uniquement par volonté. Mes pieds, dans des sandales et des chaussettes en laine, tenaient bon. Chaque fois que je marchais dans l’eau, je les sentais vivre, et cela me gardait connectée à la terre.
Sous mes gants, mes doigts devenaient glacés. « Thea, pense à tes doigts, bouge-les régulièrement ! » ai-je crié. Elle s’inquiétait pour mes pieds, mais eux restaient chauds, enfin, je les sentais encore.
Par moments, mes forces faiblissaient, surtout lorsque le chemin devenait obstacle. À chaque fois, je devais m’arrêter, me parler à moi-même : « Jasmine, reprends-toi. Allez. En avant. » Au fond de moi, je savais : si je m’arrêtais, tout s’arrêtait vraiment. Et chaque fois, je trouvais cette force brute, inexplicable, pour continuer.
Ce n’était pas la peur de mourir qui me poussait en avant, mais une volonté de tenir tête à la nature. Là , dans cet instant, rien d’autre n’existait. Seulement la nature et moi — moi et la nature. Ce n’était pas la neige ou l’eau qui étaient dangereuses, mais le vent impitoyable qui menaçait de me renverser, transformant la neige douce en aiguilles piquantes et rendant mon pantalon glacé.
Parfois, j’avais l’impression que mon corps se retournait, provoquant des nausées.
Nous n’avions pas de réseau, nous ne pouvions joindre personne. Nous savions qu’un groupe était devant nous et un autre derrière… mais où exactement ?
À bout de forces, j’ai commencé à prier. J’ai demandé de l’aide. Peu après, après 14 kilomètres, le brouillard s’est ouvert un instant. Une fraction de seconde, un petit bâtiment est apparu comme un point lumineux avant de disparaître. Ce serait notre objectif. J’ai fait signe à Thea : par là . Par là ! Mes yeux ne quittaient plus ce point où il y avais le bâtiment, bien qu’il ait déjà disparu et que tout était gris uni. Mes prières avaient été exaucées.
À l’intérieur, le vent a cessé, et nous avons enfin pu reprendre notre souffle. J’ai retiré mes vêtements mouillés et tordu l’eau de mes chaussettes. Un bloc de glace y était collé. Mon corps a commencé à trembler, une réaction qui m’épuisait. Quelque chose montait en moi.
« Thea, il se peut qu’une décharge émotionnelle arrive bientôt. Ne t’inquiète pas », l’ai-je prévenue.
Elle sautait sur place pour rester au chaud. J’ai sorti mes couvertures de survie, en lui donnant une et en m’enveloppant dans l’autre. Heureusement, je les avais prises avec moi.
Et puis, c’est arrivé : un cri, profond, venant de l’intérieur. Des larmes ont suivi.
Sur la porte en métal rouillé, une étiquette avec un numéro de taxi. « Thea, j’appelle un taxi. Nous ne pouvons pas continuer comme ça. »
Peu après, nous avons vu les jeunes de l’autre groupe. Nous les avons appelés à entrer. Tout le monde tremblait de froid. Les traces de la nature étaient gravées sur nos visages.
Une heure plus tard, nous étions en sécurité et au chaud dans une auberge. Mais à l’intérieur de moi, quelque chose était brisé.
Et même si nous en avons souvent parlé ensemble, alors que j’écris ceci maintenant, je sens mon corps se crisper à nouveau et mes yeux se remplir de larmes.
Depuis ce jour, mon corps est resté bloqué, avec une douleur intense dans le bas du dos, surtout la nuit.
Je suis heureuse de pouvoir maintenant écrire à ce sujet. Je réalise que c’est le début d’un changement dans mon corps, un processus de guérison.
Le 1er mai 2022, je suis arrivée à Saint-Jacques-de-Compostelle. Le jour de mon arrivée, le brouillard flottait, tout comme je me suis sentie ces derniers jours… perdue dans la brume.
Merci, Thea. Obrigado Ricardo, Tiago, Vantuir. Obrigada Jennifer.
.
je suis Là …
🙏💖
Jasmine, wat heb jij het prachtig verwoord. Ik kan het nog niet. Als ik jou verhaal lees, voel ik me weer daar. En voelt mijn keel als dichtgeknepen. Mijn kaken verstijfd en de tranen hoog. Dankjewel Jasmine “only we know” zoals Jennifer zo mooi omschreef. X
Lieve Thea, dank je voor je delen. In verbondenheid en dat tranen mogen vloeien… ik vertrek morgen richting zee en hoop beetje bij beetje het een plaats te kunnen geven… Liefs 🙏💖