Ik schuif het overgordijn opzij. Een diepblauw licht is zichtbaar aan de andere kant van het venster. Het warmgeel van het kunstmatig licht in de kamer staat er heel goed bij. Op de daken en binnenkoer een witte laag. Een nieuwe dag ontwaakt met een dikke laag sneeuw.
Achter nen goe pot café, een zelfgebakke stute en verse gemakte konfiteure van Norbert. Vier piepers. Zet ik voor de eerste keer in vier jaar pelgrimeren mijn voeten in de sneeuw. Voilà… Ik heb de vier seizoenen mogen ontmoeten… Hihi..
Onder mijn paraplu, in vijf lagen ingeduffeld (behalve mijn benen, die het met één laag doen) trotseer ik weer en wind. En ook al is dit nu het andere extrême van de hete temperaturen van deze zomer, ook hier geniet ik van.
Sneeuw, regen, wind en dan plots op het onverwachts een dikke mist. .. Een muur, zicht nul…ik ben genoodzaakt een halte te houden en af te wachten…gelukkig ben ik hier niet in de bergen. Wanneer je zoiets gelijkaardigs tegenkomt in de bergen is voorzichtigheid een prioriteit. Vaak worden mensen in de bergen gered niet zozeer omwille van sneeuw, wel van een dikke mist die zich aanbied hierdoor verloren lopen en hun lichaam uitputten en onderkoeld geraken.
Ik dank de pelgrim die haar jeansbroek achterliet in de verzameltrom van Vézelay. Dit zorgde ervoor dat ik een wat dikkere broek aanheb, die nu kletsnat is geworden.
In het pottenbakkers dorp Saint-Armand-en- Puisaye neem ik een pauze. De tijd van me wat op te warmen. Mijn voeten… super droog. Of ik vandaag nog voorstander ben van trekkingschoenen, neen. De vrijheid die ik in mijn trailschoenen mag voelen is niet te vinden in trekkingschoenen. En hoewel ik mijn voeten nog nooit heb omgeslaan deed ik dit wel met bottines.
De takken van de bomen hebben het zwaar te verduren. Door de lange droogte, het nog teveel aan bladeren zorgde de sneeuw ervoor dat velen zijn gesneuveld onder het gewicht.
Een pad met hindernissen. Het pad van Jean Carriès een sculpteur pottenbakker. Ondertussen is mijn broek door de warmte van mijn lichaam aan het opdrogen.
Gans de dag voel ik dat er veel volk is om meheen. Het voelen van entiteiten en
met hen in contact komen is versterkt sedert Vézelay en voelt ook niet meer zo vreemd. Ik verwelkom… ze zijn deel geworden van mijn leven.
De vroege avond… zon. De sneeuw is verdwenen en geniet ik verder van wat deze dag me bracht.