Cinéma-time. Op het programma ‘Beautiful Boy’.
Wanneer we in de zaal zitten – een vriendin en ik – hebben we het over communicatie, relatie…
Ik wens een ervaring te delen vanop de weg. Op het ogenblik dat ik mijn eerste woord uit, voel ik een vreugde in me opkomen. De woorden verdwijnen. Daar gaan we weer.
Ik vind het best grappig, het is me niet meer vreemd en weet dat het een deel van mijn Zijn is.
“Versta je het wat gebeurt?”, vraag ik.
Een non-verbale uiting is duidelijk zichtbaar. Een lach, glinsterende ogen. “Het is vreemd wat ik zie, ik begrijp het niet”,krijg ik als antwoord met een glimlach. “Awel dat is het juist, wat voel je?”… “ik moet lachen”. “Wel dat is het belangrijkste. Wat het met je doet. Het brengt vreugde. En daarover gaat het. Wat het bij je teweegbrengt. De rest is hier nu blijkbaar niet nodig.
De film begint. Het verhaal gaat over een vader en zijn zoon die verslaafd is en wat verslaving kan teweegbrengen. Hoewel de recensie over de film meestal gaat over die verslaving op zich en hoe vernietigend het kan zijn. Laat ik het noemen de bovenste zichtbare laag. Waar we vaak en snel ook een oordeel over hebben door wat men op het eerste zicht hoort, ziet, leest.
Over twee mensen, ouder en kind. Twee mensen die wel verbonden zijn door het bloed maar waar de verbinding oppervlakkig blijft. Waar gevoelens niet worden besproken, de diepe onderliggende emoties niet worden getoond, waar men gaat inslikken, dan delen.
Ik herken me in de film zowel vanuit de positie van ouder, als de positie van kind. Rake zinnen, rake woorden. Beelden die me zowel verbinden met een tekort die ik heb gevoeld als kind, als de machteloosheid bij situaties waarin geen verandering komt. Beelden die me ook de spiegel geven van mijn eigen kracht doorheen mijn leven. De kracht om erin te duiken, er naar te kijken, de confrontatie aan te gaan en eruit te groeien. In het Nu, de kracht om verandering te brengen in wat ik verschillende levens heb meedragen in mijn schoot, en wat overgedragen geweest is van generatie op generatie.
In de film vind ik vooral de dieper liggende laag veel interessanter omdat men daarin kan zien wat de onderliggende oorzaak kan zijn van de verslaving. Een tekort aan verbondenheid… Verwachtingen, verlangens die niet uitgesproken worden. Een gemis. Een niet gezien worden.
De wens de verbondenheid te creëren of te herstellen. De laag van niet communicatie, geen uitdrukking geven aan je gevoelens, angst om…, niet in verbinding gaan, doofpot aktie, hoofd onder het zand… . Invullingen, interpreteren.
Wanneer checken we nog eens bij de ander naar de inhoud bij een contact.
Laatstleden was er in mijn nabije omgeving een duidelijk voorbeeld van hoe een gesprek compleet naast elkaar verliep.
Twee mensen. Elk met hun eigen inhoud of onderwerp. Beiden dachten elk te weten wat de inhoud bij de ander was. De verbale communicatie was passend bij elk zijn inhoud. En toch waren ze naast elkander aan het communiceren en dachten ze elkander te begrijpen.
We hebben het vaak over de ander, kijken vaak buiten onszelf, leggen de verantwoordelijkheid bij de ander en gaan daarmee aan het werk. Liever dan te reflecteren naar zichzelf om de confrontatie met zichzelf niet aan te gaan. Als men zichzelf nog niet begrijpt hoe kan men dan de ander begrijpen.
Er wordt zoveel gesproken over verbindende communicatie. Maar hoe kan je deze begrijpen als men al niet weet wat niet verbindende communicatie is.