
Terwijl ik mijn middagmaal neem, zie ik op de binnenkoer een pelgrim verschijnen. “yes, un pèlerin”. Ze zijn schaars momenteel. Diegene die de keuze maken om de weg te nemen, zijn allen Belgen of tenminste al deze die hier langs kwamen.
Ik loop naar de deur en verwelkom T. Een moedige pelgrim (Na Philippe richting Compostella en E. die vertrokken is naar Assisi met bijna 2 kg minder aan bagage. – ook landgenoten).
Na het verwelkomen en de courante vragen voor het inschrijven zoals: ‘prénom, date, pays, sexe, départ, destination, bénédiction (=pelgrimszegen) …’. Op dit laatste vind ik de antwoorden altijd heel boeiend en zo herkenbaar. Men is vrij om al of niet deze te kiezen en wanneer ik het aanbied dan hoop ik altijd wel stiekem dat de pelgrim een’ ja’ zal zeggen.
Iemand hierin mogen begeleiden is een ware vreugde voor de fraternitéit, mezelf en vooral voor de pelgrim zelf. Geen enkel pelgrim heb ik de basiliek zien verlaten zonder het hen had geraakt.
“Och, ik ben eerder voor Moeder-ken-eirde (Moederaarde op zijn West-Vlaams)”, zegt T. terwijl hij me in de ogen kijkt en zijn lichaam wat terughoudend is.
“Hmm, ik begrijp je. Weet dat er geen enkele verplichting is, het is belangrijk dat je je er goed bij voelt. Ik kan het wel van harte aanraden.” Ik laat een stilte, “ja tis goe kwil het wel doen. T’hoort bij de weg.” “Je zal er geen spijt van hebben.” Binnenin voel ik een vreugde dans.
”s Avonds hebben we een fijne babbel waarin T. zijn hart opent.
We hebben het over Moeder Aarde en Vaders Hemels, over het vertikale en het horizontale in het kruis, de weerstand tegenover Vaders Hemels- terwijl beiden niet zonder elkander kunnen -, ontkennen uit angst, het niet durven uiten van de woorden die daaraan gekoppeld zijn, de ballast die we meedragen van andere generaties, het durven staan in eigen keuzes, moeten ‘de man’ in huis zijn, het niet kunnen toelaten van tranen…
Tranen ze ‘lichten’ de ziel op. Kijk eens uit hoeveel water een mens bestaat! We kunnen gewoon niet leven zonder, dus waarom zouden we het de vrije loop niet laten. Zo mooi om te zien hoe een gezicht soms opklaard na een huilbui. En het is zo van levensbelang in ons lijf net als zuurstof.
De natuur toont ons zoveel, al eens water gezien die stagneert, het wordt ziek. Water dient in beweging te blijven…
Om negen uur ga ik slapen zodat ik fris ben voor de Laudes.
Zaterdagmorgen…
Schouder aan schouder verlaten we na de laudes de basiliek via de centrale gang, het Zon-Licht in de rug. We kijken elkaar aan. Een glimlach. Zoals verwacht werd T. diep geraakt door de zegening. In een verbonden stilte dalen we de trappen af… over het ruime plein naar Centre Marie Madeleine. Aangekomen in de salle St. Jacques nemen we samen het ontbijt.
“T. heb je gehoord wat men deelde tijdens de gebeden?.”
‘On t’ appellera: Ma Bien-aimée,
et ta terre: Épousée,
car tu plais au Seigneur
et ta terre aura un Époux. ‘ (CT Isaïe 62, 4-5)
…een stilte… “weet je nog gisteren toen we het hadden over het kruis over de vertikaliteit en horizontaliteit met in het midden het hart daar waar men in Eénheid, evenwicht is en zijn wortels…!”
We keken elkander aan, we wisten beiden dat we elkander hadden begrepen.
Wanneer T. klaar is om terug de weg te nemen komt hij spontaan naar me toe… opent zijn armen, we nemen elkander vast.
Ik voel mijn armen rond hem heen alsof ik hem met een doek omwikkel. Zijn lijf trilt…
Ik neem een diepe zucht en fluister zachtjes in zijn oor “ontspan je maar”.
“Ja, tis van den koffie”, hoor ik hem zeggen. Ik voel zijn lichaam wat inzakken, ontspannen worden. “Nog een beetje, fluister ik hem terug in…” Na drie maal voel ik de trilling uit zijn lijf verdwijnen en is hij wel een tien centimeter kleiner geworden. Ik hoor een diepe zucht bij T.
‘Hmmm, ja, we zijn er’, gaat er door meheen. In verbondenheid nemen we afscheid van elkaar.
Tom gaat heel spontaan naar À… en vraagt haar of hij haar ook een knuf mag geven. Een ‘ja’ volgt. Een onwennigheid is zichtbaar, een niet weten hoe zich gedragen. Tussen hen een tafel.
T pakt zijn rugzak en zwiert hem op zijn rug. “Moeder Hemels”, zegt hij. “Voila ze, Moeder-ken eirde en Vaders Hemels zijn getrouwd”, deel ik hem. We beginnen te lachen.
Na het vertrek van T. deel ik hoe mooi ik zijn gebaar vond, de snelle overgave en ontspanning die voelbaar was.
Het gebaar van een man die zich in zijn zachtheid en kwetsbaarheid laat zien.
“Je me sens mal à l aise avec cela…mes seins son ma sexualité”, deelt À.
“Je peut le comprendre que il se sentais mal à l’aise”, vertelt A verder terwijl ze verwijst naar mijn borsten. Dat mijn Borsten duidelijk zichtbaar zijn, de vorm en zelfs de tepels (wat zij niet durfde te vernoemen) en dit de reden was van zijn onwennigheid. “J’ai même vu ce que ça lui a fait”, ze verwijsde naar zijn lingam zonder het te durven vernoemen.
“Ce que tu a vu n’aise pas par tes propre yeux! Ce sont tes yeux et ta tête qui ont crée quelque chose. On ne peut que voir chez l’autre, ce qui est en nous. Ni moi et je peut mettre ma main au feu que, ni lui n’avait des pensée de ce genre. Le fait qu’il tremblait étais de rapport cœur à cœur, et cela touché au profond de nous. Un homme qui étais émue après la bénédiction et avait des difficulté à montré ses larmes”.
“Tu sais Dieu ma donner un corps, nous à donner un corps. Pas pour le caché, sinon il m’aurai crée autrement. Je crois reconnaitre ce que tu partage. Il y a bien longtemps dans le passer je caché mon corps par des vêtements large pour ne pas être vue et parce que je n’acceptais pas mon corps parce que je croyais que je n’étais pas là bienvenue en étant une fille. Il n’y avais que les hommes qui étais vu autour de moi en bien et de l’autre côté les femmes on en parlais en mépris. J’avais plein de raison pour me caché. Une opération du poumont m’a aider à voir clair. Je me regardé dans le miroir et au dessus ma cicatrice je venais conscient que j’avais une poitrine. Et j’en suis aujourd’hui bien heureuse.
Ce n’est pas en se cachant que en va apprendre. Ce n’est pas avec une image anatomique à l’ école et nous faire peur de tomber ensciente que les hommes et femmes vont ce comprendre. Ce n’est pas en disons ne croque pas dans la pomme… mais c’est apprendre à ce parler, partagez ce que nous ressentons. Apprendre à ce respecté et respecté les un les autre, et à chacun de prendre sa responsabilité. Un premier pas vers la sagesse…
Les peurs nous poussent dans le taboe, les interdictions… Et c’est souvent la que ils ce passe des chose pas respectueux.
N’est-ce pas à la personne elle-même de fixer des limites, sont pour autant ce cacher. Aller dans sa propre force. Et ce n’est pas parce que des hommes en fait des gestes mal placé que aujourd’hui la personne doit s’enfuir de son corps. Aller en communication. Oser faire des pas ver l’autre sans attaquer ni aller dans le défence. C’est ouvrir une porte vers une liberté de soi, s’aimer et ce respectée.
“Nous sommes le Temple de Dieu, l’esprit de Dieu habite en nous, Le temple de Dieu est sacré, et ce Temple c’est nous.”