
Salle St. Jacques… De tafel wordt gedekt, er wordt gekookt… Deze avond zitten we met vier aan tafel. Rechts van mijn B., hij kwam gisteren aangewandeld vanuit Parijs. Een tendinitis vraagt hem te vertragen… een rustdag. Schuinover mij A. een vrouw die hier telewerk komt doen en om de lockdown in Parijs te vermijden. Vóór mij Christian, één van de zovele moedige Belgen. Zijn open blik, zijn glinsterende ogen en zachtheid doen me wat denken aan Vincent die ik een paar weken geleden mocht ontmoeten op de weg.
Plots deelt B. dat hij is beginnen lezen in het OT. “Wat ben ik geschrokken van het geweld dat geschreven staat in het Oud-Testament. Ah, echt dit heeft me geshockeerd en maakt me kwaad.”
“Ik kan je begrijpen, antwoord ik hem. Lang geleden deed ik dezelfde opmerking en begreep ik niet wat dit te maken had met het ‘Licht”. Waarom begreep ik het niet omdat ik de tekst plat leesde, in afscherming, overleving en weerstand leefde. Omdat ik veel buiten mezelf zocht. “
A. gaat er verder op in, ze kent de bijbel bijna uit haar broekzak. Volgde theologie en deelt catechese les aan jongeren.
Christian en ik blijven er rustig bij zitten en bekijken vanop afstand het gesprek. In stilte kijken we elkander soms aan en proberen in stilte verder te eten.
Een zekere spanning komt aankloppen. B. stelt vragen omtrent de inhoud en het brengt hem nog meer in stress omdat hij er geen antwoord op ontvangt. Het gesprek verliest zijn verbinding. Een over en weer gebabbel van losse woorden die vertrekken en waarop men terug kletst zonder werkelijk te laten aankomen. Net als een ping-pong balletje die over en weer gaat.
Na een eindje verlaat ik de tafel. Ruim af en maak het aanrecht wat netjes.
B. spreekt me aan “blijf je niet aan tafel, zullen we nog samen een dessert nemen?” Waarop ik me omdraai en zeg, “ik kom straks terug aan tafel. Ik zag de waarde er niet meer in om te blijven zitten. Het gesprek brengt geen aangename sfeer aan tafel, in de ruimte. Het is een constante ping-pong van woorden zonder enige verbinding tussen elkaar, waarop men uren kan verder gaan en jullie geen steek vooruit zal helpen. Doe gerust verder ondertussen ruim ik af. ” ” Excuseer me, je hebt wel gelijk. Ik heb me laten meenemen”, antwoord B. “Vraag morgen even raad aan één van de twee priesters, misschien kunnen zij je helpen. Ik denk dat het goed is voor ons allen dat de rust hier terug mag komen voor het slapen gaan.”
A. verlaat de ruimte in stilte.
Nadat de gemoederen zijn gesust, dek ik de tafel voor het ontbijt en gaan we allen slapen.
Mijn wekker… La salle St. Jacques. Ik kijk naar de tafel waar we gisteren zaten en herinner mij de situatie alsof ik naar een theater stuk kijk.
Ik zie de tafel duidelijk gesplitst. Rechts 2 mensen in sereniteit, rust, open, verbonden. Links 2 mensen, in spanning, stress, gesloten. Dualiteit ten top. Yin-yang.
Christian komt binnen. “Bonjour, bien dormis.” Zijn glimlach spreekt boekdelen.
Tu c’est Christian je peut te partager quelque chose d’hier ? “” Oui, bien sûr”.
En ik begin te delen hoe ik de tafel zie. “De situatie deed me een beetje denken aan de bijbel op zich. Het stuk die B. las in het OT, wat hem zo overstuur bracht was duidelijk links zicht-voelbaar aan tafel, de inhoud was levend. Rechts het NT. Men zou kunnen zeggen wat hij las was niet zozeer belangrijk, wel wat het in hem naar boven heeft gehaald. Het OT werd een spiegel.”
Ondertussen komt B binnen. Ik vraag hem of ik het ook met hem mag delen wat het bij me opriep. Zijn antwoord is positief.
Wat is het fijn om mensen te ontmoeten die de durf hebben om zich in vraag te stellen, die bereid zijn de weg te nemen van innerlijke groei naar een lichter en vrij leven.
Ik neem de bijbel in handen…en blader grof door het boek tot ik op het einde kom van het OT. “Zie je hoe het boek in elkaar zit? 3/4 OT, 1/4 NT. het NT die voor mij veel meer ‘licht’ bevat. Een vraag die ik me stel, heeft het werkelijk zin om te weten wat de inhoud is, wat waar is of niet. Helpt ons dit werkelijk vooruit. Het zou mooi zijn dat we vandaag evolueren naar 3/4 NT en 1/4 OT
En laten we ook kijken hoe waardevol je lezen was B in het OT. wat het bij je teweeg bracht en je deed inzien. Had je dit niet gelezen, had je de spiegel niet gehad. Dankjewel dat je het boek las, als een leesboek. Je delen, je vraagstelling. “
In de verte hoor ik de klokken luiden. Handig wanneer men geen uurwerk heeft. We vetrekken samen naar de basiliek. Vandaag mag Christian zijn zegen ontvangen.
Ik geraak vreugdevol ontroerd door de tekst die wordt voorgelezen… het vertrouwen in mezelf groeit.
Na de Laudes komen we buiten. Deelt Christian,” de tekst die werd voorgelezen dit gaat toch over wat je deze morgen deelde!” we kijken elkander aan. Onze ogen glinsteren.
Samedi 3e semaine Pâques
Jn 6, 60-69
De saint Bernard
au XIIe siècle
« Voulez-vous partir vous aussi ? »
Nous lisons dans l’Évangile que lorsque le Seigneur s’est mis à prêcher et, sous le mystère de son corps donné en nourriture, à instruire ses disciples sur la nécessité de participer à ses souffrances, certains ont dit : « Cette parole est dure », et ont cessé de l’accompagner. Mais comme Jésus demandait à ses disciples si eux aussi voulaient le quitter, ils ont répondu : « Seigneur, à qui irions-nous ? Tu as les paroles de la vie éternelle ».
De même, je vous le dis, frères, encore de nos jours pour certains les paroles de Jésus sont « esprit et vie », et ils marchent à sa suite. Mais à d’autres elles paraissent dures, si bien qu’ils cherchent ailleurs une misérable consolation. En effet « la Sagesse élève la voix sur les places », et plus précisément sur « la route large et spacieuse qui conduit à la mort », pour appeler ceux qui s’y sont engagés. « Quarante ans, dit un psaume, je me suis tenu proche de cette génération, et j’ai dit : ce peuple a toujours le cœur égaré ». « Une fois Dieu a parlé » : une fois, oui, parce que sa Parole est unique, sans interruption et perpétuelle. Il invite les pécheurs à rentrer dans leur cœur, parce que c’est là qu’il habite, là qu’il parle. « Si aujourd’hui vous entendez sa voix, n’endurcissez pas votre cœur ». Et dans l’Évangile ce sont presque les mêmes paroles : « Mes brebis entendent ma voix ». « Vous êtes son peuple, les brebis de son pâturage, si aujourd’hui vous écoutez sa voix. »
Sermon divers n°5, sur Habaquq ; PL 183,556 (trad. cf. bréviaire)