Schorpioen

Français 👇

Veertien dagen geleden verliet ik Egypte. Het was goed geweest.
Ik was erheen gegaan om uit te rusten en om opnieuw dichter bij mezelf te komen na de zorgperiode met mijn vader.
Het voelde goed om aan de Nijl het verlies van mijn papa een plaats te geven.
Ik huurde voor een maand een huisje met patio, helemaal voor mij alleen.
Het was deugddoend om een eigen stekje te hebben, en om niemand rond mij te hebben die iets wilde verkopen of toenadering zocht met bijbedoelingen.

Ik had me ook voorgenomen om de Vallei der Koningen en Abydos te bezoeken — twee plaatsen waarvoor ik twee jaar geleden noch de behoefte, noch een aantrekkingskracht voelde.
Deze keer was de tijd er wél rijp voor.
Er was iets veranderd in mijn aanvoelen — vooral ten opzichte van de ‘man’.
Dit heb ik te danken aan mijn vader, en niet enkel aan hem: ook aan mijn jongste broer David.
Ik kan hen vandaag voelen in mijn ruggengraat.

Zowel in de Vallei als in Abydos kon ik goed de vruchten gewaarworden van het transformerende werk dat ik samen met mijn vader had afgelegd.
Ik ben dankbaar voor de tijd die ik met hem heb doorgebracht.
Dankbaar ook voor dat ene sms’je: “Bonne nouvelle, je me fais opérer au cœur”, na twee jaar stilte.

Ik werd geraakt door de bas-reliëfs van Isis en Osiris — het zien van de verschillende rituelen en sacramenten.
Ik kon ze me levendig voorstellen, nu ik ze zelf had toegepast.
Sommige bas-reliëfs zijn in het verleden gelukkig niet vernield door de Kopten, die vonden dat geslachtsdelen, een moeder die borst geeft, of een penis in erectie onkuis waren.
Terwijl die laatste net een symbolische betekenis heeft in deze representaties.
Er werd niet alleen een taboe opgelegd op het lichaam — ook belangrijke symboliek werd hiermee verbannen….of … kreeg het eerder een andere gedaante waardoor het maatschappelijk meer tolereerbaar was, maar kreeg de taboe sfeer de bovenhand
Verrijzenis, opstanding, leven, de verbondenheid tussen het horizontale en het verticale.

Na Abydos hield ik halt in Dendera.
Een plek die je, ook al ben je er eerder geweest, toch niet zomaar links laat liggen.

De bedoeling van mijn rust in Egypte was ook om mij voor te bereiden op mijn ordinatie (waar ik nu naartoe fiets).
Samen met mijn broers en zusters kregen we de opdracht om elk ons ‘medicijn’ in de materie neer te zetten en aan elkaar voor te stellen — 45 minuten lang.
Oehoe… de stress was voelbaar in heel mijn wezen.
Het lukte mijn hersenen niet om iets dat in de toekomst zou plaatsvinden te anticiperen en neer te schrijven, vermits mijn pelgrimeren altijd in het nu plaatsvindt.
Een hersenkronkel met knopen erin…

De laatste week bracht nog een schrikmoment.
Op een ochtend deed ik mijn sandaal aan. Gelukkig bracht ik mijn voet omhoog om die te sluiten, waardoor een grote, giftige schorpioen eruit viel.
Ik kwam er met de schrik vanaf.
Enkele dagen later zag ik dat het volle maan in Schorpioen was.
Ik dacht: “OK. Ik heb het begrepen.”

Daarna heb ik nog vijf dagen lang mijn darmen goed geledigd — alles wat ik at, ging er even snel weer uit.
Zegt men niet dat de hersenen op de darmen lijken? Loslaten.
Gelukkig is de rust teruggekeerd en kijk ik met vreugde en verlangen uit naar dit moment.

Het voelt als feest.
Sinds gisteren ben ik vertrokken vanuit Roeselare, met de fiets richting Glastonbury.
Ik reed langs de Canadese frontlijn en kerkhoven van gesneuvelde soldaten uit 14-18.
In mijn verbeelding liet ik overal bloemblaadjes van rozen achter.

Overal langs de weg word ik verwelkomd door de geur en kleur van rozen. Ze zijn er in alle tinten — een weelde.
De takken van de lindebomen hangen zwaar naar beneden van het overvloedige lindebloesem.
De geur is hier en daar nog te bespeuren.

Op een moment dat ik met vreugde aan mijn ordinatie denk, lees ik langs de weg: Rue du Christ.
Christus, een kosmisch principe. Manifestatie van het leven, principe van licht, goddelijke liefde.
Mijn vreugde groeide.

Il y a quatorze jours, j’ai quitté l’Égypte. C’était bon.
J’y étais partie pour me reposer, et pour me retrouver après la période de soins auprès de mon père.
Cela m’a fait du bien de pouvoir donner une place à la perte de mon papa au bord du Nil.
J’ai loué une petite maison avec patio, rien que pour moi.
C’était apaisant d’avoir un endroit à moi, sans personne autour de moi qui voulait me vendre quelque chose ou chercher un contact avec des intentions cachées.

J’avais aussi l’intention de visiter la Vallée des Rois et Abydos — deux lieux pour lesquels, il y a deux ans, je ne ressentais ni besoin, ni attirance.
Mais cette fois, le moment était venu.
Quelque chose avait changé dans mon ressenti — surtout dans mon rapport à « l’homme ».
Je le dois à mon père, et pas seulement à lui : aussi à mon plus jeune frère, David.
Je peux les sentir aujourd’hui dans ma colonne vertébrale.

Tant dans la Vallée que dans Abydos, j’ai pu ressentir pleinement les fruits du travail de transformation que j’avais accompli avec mon père.
Je suis reconnaissante pour le temps passé avec lui.
Reconnaissante aussi pour ce seul message reçu après deux ans de silence : « Bonne nouvelle, je me fais opérer du cœur. »

J’ai été touchée par les bas-reliefs d’Isis et Osiris — la vision des divers rituels et sacrements.
Je pouvais les imaginer vivants, après les avoir pratiqués moi-même.
Certains bas-reliefs n’ont heureusement pas été détruits dans le passé par les Coptes, qui considéraient comme impudiques les organes génitaux, une mère allaitante, ou un phallus en érection.

Alors que ce dernier n’est porteur que d’une signification symbolique dans ces représentations.
Ce n’est pas seulement le corps qui a été frappé d’un tabou — c’est aussi une symbolique sacrée qui s’est vue reléguée dans l’ombre…
ou peut-être a-t-elle simplement revêtu une autre forme, plus acceptable aux yeux du monde,
mais l’atmosphère de tabou a néanmoins pris le dessus, voilant ce qui était autrefois porteur de mystère et de sens.


Résurrection, élévation, vie, lien entre l’horizontal et le vertical.

Après Abydos, je me suis arrêtée à Dendérah.
Un lieu qu’on ne peut ignorer, même si on l’a déjà visité.

Le but de mon séjour de repos en Égypte était aussi de me préparer à mon ordination (où je me rends maintenant à vélo).
Avec mes frères et sœurs, nous avions reçu la mission de poser chacun notre « médecine » dans la matière et de la présenter aux autres — pendant 45 minutes.
Ouh là là… le stress était palpable dans tout mon être.
Mon cerveau n’arrivait pas à anticiper quelque chose qui devait avoir lieu dans le futur et à le poser sur papier — car mon pèlerinage se vit dans le présent.
Un nœud de pensées embrouillées…

La dernière semaine m’a réservé une frayeur.
Un matin, alors que j’enfilais mes sandales, j’ai heureusement levé mon pied pour les fermer, ce qui a permis à un grand scorpion venimeux d’en tomber.
Je m’en suis sortie avec une bonne peur, rien de plus.
Quelques jours plus tard, j’ai vu que la pleine lune était en Scorpion.
Je me suis dit : « OK. J’ai compris. »

Puis j’ai encore passé cinq jours à bien vider mes intestins — tout ce que je mangeais ressortait aussitôt.
Ne dit-on pas que le cerveau ressemble aux intestins ? Lâcher prise.
Heureusement, le calme est revenu à ce niveau-là, et je regarde ce moment à venir avec joie et envie.

Cela a des airs de fête.
Depuis hier, je suis partie à vélo depuis Roulers, direction Glastonbury.
Je suis passée par les lignes de front canadiennes et les cimetières des soldats tombés entre 14-18.
Dans mon imagination, je laissais partout des pétales de rose derrière moi.

Tout au long de la route, je suis accueillie par le parfum et les couleurs des roses. Elles sont de toutes les teintes — une vraie abondance.
Les branches des tilleuls ploient sous le poids des fleurs en plein épanouissement.
Par endroits, leur parfum flotte encore dans l’air.

À un moment où je pensais avec joie à mon ordination, j’ai lu au bord de la route : Rue du Christ.
Le Christ, un principe cosmique. Manifestation de la vie, principe de lumière, amour divin.
Ma joie s’est intensifiée

Plaats een reactie