Stonehenge

Stonehenge

En français 👇🙏

Na een nacht op de boot kom ik ’s morgens vroeg aan wal in Portsmouth.
Even een hersenswitch maken: links rijden in plaats van rechts.
Het duurt een kleine 40 km voor ik de stadsdrukte achter me laat
en het platteland bereik.

De fietspaden zijn niet bepaald fantastisch – eerder rampzalig,
als ze er al zijn. De ene keer rijd je links van de baan,
de andere keer word je verwacht rechts te fietsen
op hobbelige, geaccidenteerde paden – euh, eigenlijk voetpaden.
Dit alles “voor de veiligheid”, terwijl het juist extra gevaarlijk en verwarrend is.
Probeer maar eens veilig een drukke weg over te steken
tussen auto’s die geen rekening houden met trage weggebruikers. Razendsnel rijden ze hier.
Zodra ik doorheb hoe ik me moet gedragen in het verkeer,
waag ik me op de rijbaan. En dan is de ‘turbo’ op mijn fiets
meer dan welkom om me uit benarde situaties te trekken.

Sinds twee jaar bepaalt de wet dat automobilisten minstens 5 meter afstand
moeten houden bij het inhalen. Als fietser mag je zelfs midden op de baan rijden
wanneer dat veiliger aanvoelt.

Onderweg naar Glastonbury voelde het helemaal juist dat ik deze tocht
met de fiets ondernam.
De hele weg door werd ik gevoed.

Elementen uit de voorbije elf jaar pelgrimeren kwamen terug.
Het onderweg zijn. De buizerd. De zeemeeuwen.
Marie, l’étoile de la mère. Aartsengel Michaël. De schelp…

Er kwam ook iets anders terug, iets wat diep in mij aanwezig is
maar wat ik had weggeduwd.
In 2018 kreeg ik een ervaring op de weg van de ‘Aartsengel Michaël’ .
Ik hoorde: “Ik zend je uit”.
Ik zag mezelf een weg weven over de aarde als een spinnenweb.
Een paar dagen later bevestigde iemand anders dit met woorden.
En recent kwam dit alles opnieuw sterk naar boven
na het verhaal dat Anaïs deelde over het  Kogi volk.

Ook in 2020 raakte het me weer even.
Ik vierde toen mijn verjaardag in het Pinksterweekend.
Zelf ben ik geboren op een pinkstermaandag.
Mijn naam, Jasmine, betekent “geschenk van God”,
gevolgd door Marie José.

Zijn we trouwens niet allemaal een geschenk van God?!

Voor mij voelt dit als een evidentie – en tegelijk als iets enorm waardevols
wanneer ik naar mijn pelgrimsleven kijk.
Ik wil dit geschenk open en nederig dragen,
en er voluit in gaan staan, het volledig incarneren.
Geen verstoppertje meer. Geen gedeeltelijk Zijn.

Mijn weg is geen weg van huisje, tuintje, beestje.
Ik aanvaard en bewandel vandaag de weg die voor mij bestemd is.
De weg heeft míj gekozen, en ik wil met de weg samenwerken.
Als ik dat niet doe, heb ik ondertussen geleerd, kan het bikkelhard aanvoelen.

Onderweg laat ik me leiden
door mijn hoogste, zuiverste verlangen.
Waar mijn ziel verbonden is met alles wat me omringt:
de natuur, de aarde, het universum.
Ik laat me leiden door mijn heilig voertuig.

Zo sprak iemand onlangs over Stonehenge,
net voor ik naar Avebury zou gaan.
Ik dacht: oké, waarom niet?
Toen ik daar aankwam en buiten de omheining stond,
voelde ik van alles in mijn lichaam.
Twijfel stak de kop op.
Waarom?
Omdat iemand anders zei: “Zeker naar Stonehenge gaan!”
– terwijl ik dat zelf eigenlijk niet had gevoeld.

En daar kwam mijn trouwe vriend, de buizerd.
Hij liet zich zien, en ik vervolgde mijn weg.
Stonehenge was niet voor nu.

Après une nuit sur le bateau, j’arrive tôt le matin à Portsmouth.
Un petit switch mental : rouler à gauche au lieu de droite.
Il me faut bien 40 km pour sortir de l’agitation urbaine
et approcher les paysages paisibles de la campagne.

Les pistes cyclables sont loin d’être idéales – pour ne pas dire catastrophiques,
quand elles existent.
Parfois, on roule à gauche de la route,
puis on est censé rouler à droite,
sur des chemins irréguliers, accidentés – non, en fait, sur les trottoirs.
Le tout au nom de la ‘ sécurité’ , alors que cela rend la route encore plus dangereuse et confuse.
Essaye donc de traverser au milieu de bolides qui ignorent totalement les usagers lents.
Une fois que je comprends comment m’adapter,
je prends le risque de rouler sur la route.
Et là, le mode ‘ turbo’ de mon vélo est plus que bienvenu
pour m’aider à avancer dans des situations délicates.

Depuis deux ans, une loi impose aux automobilistes de garder 5 mètres de distance
lorsqu’ils dépassent un·e cycliste,
et en tant que cycliste on a le droit de rouler au milieu de la route
quand on estime cela plus sûr.

En chemin vers Glastonbury, j’ai ressenti combien c’était juste
que je fasse ce voyage à vélo.
Tout au long du trajet, je me suis sentie nourrie.

De nombreux éléments de mes onze années de pèlerinage sont revenus :
l’expérience d’être en chemin.
La buse, les mouettes, Marie, l’étoile de la mère,
l’archange Michaël, la coquille…

Quelque chose d’autre est aussi remonté à la surface.
Quelque chose de profondément présent en moi,
mais que j’avais un peu mis de côté.

La première fois, c’était en 2018 :
“Je t’envoie” — une expérience reçue sur le chemin de l’archange Michaël.
Je me suis vue tisser un chemin sur la Terre,
comme une toile d’araignée.
Quelques jours plus tard, une tierce personne a posé des mots sur cette vision.
Et récemment, tout cela est revenu très fort,
après l’histoire que Anaïs a partagée sur le peuple Kogi.

En 2020 aussi, cela est remonté :
je fêtais mon anniversaire pendant le week-end de Pentecôte.
Je suis née un lundi de Pentecôte.
Mon prénom, Jasmine, signifie cadeau de Dieu,
suivi de Marie José.

Et puis ne sommes-nous pas tous et toutes un cadeau de Dieu ?!

Pour moi, cela est une évidence,
et en même temps une chose précieuse
quand je regarde ma vie de pèlerine.
Je souhaite porter ce cadeau avec ouverture et humilité,
et me tenir pleinement dans cette présence.
L’incarner totalement.
Ne plus me cacher. Ne plus être qu’à moitié.

Mon chemin n’est pas celui du ‘maison, jardin, animal’
Aujourd’hui, j’accepte et j’emprunte le chemin qui m’est destiné.
C’est le chemin qui m’a choisie,
et je souhaite collaborer avec lui.
Si je ne le fais pas, j’ai appris que cela peut devenir très dur à vivre.

En route, je me laisse guider
par mon désir le plus pur et le plus élevé.
Là où mon âme est reliée à tout ce qui m’entoure :
la nature, la Terre, l’univers.
Je me laisse guider par mon véhicule sacré.

Par exemple :
quelqu’un m’a parlé récemment de Stonehenge, juste avant que j’aille à Avebury.
Je me suis dit : OK, pourquoi pas.
Quand je suis arrivée sur place, à l’extérieur de l’enceinte,
j’ai ressenti des choses dans mon corps.
Puis le doute a surgi.
Pourquoi ?
Parce que quelqu’un d’autre avait dit :
“Surtout, va à Stonehenge !”
– alors que moi, je ne l’avais pas senti.

C’est alors que mon fidèle ami, la buse, s’est montré.
Et j’ai poursuivi mon chemin.
Stonehenge, ce n’était pas pour maintenant.

Plaats een reactie