Zelfzorg

Eymoutiers. Een vrouw komt aangelopen in lange fluweelachtige kleren in paars getint. Rond haar hals een Tau-kruis. ‘Vous allez où?’, vraagt ze me. De grote rugzak, wandelstokken en de schelp hebben haar aandacht getrokken. Een pelgrim. Ze nodigt me uit bij haar thuis en ga er met plezier op in.

Terwijl Muriel verder haar namiddagplanning invult, ga ik met mijn vuile kleren naar een wasserette. Niet zomaar een wasserette, maar een plaats waar mensen met mentale en lichamelijke beperkingen actief kunnen zijn binnen de maatschappij. Met plezier steun ik deze vereniging.
Ik blijf hangen aan een etalage. Schoonheidsinstituut. Hmm, verleidelijk. Een deugddoende gezichtsverzorging. Met een fris gevoel in mijn gezicht ga ik terug naar Muriel.

Op mijn voeten een vlooi. Oeps…en nog één en nog één. Om het ergste te vermijden en een goede nachtrust te kunnen nemen, verlaat ik het huis met een wat vervelend gevoel, maar met het vertrouwen dat het goed komt.
Ik bel haar. Antwoordapparaat. ’s Avonds spreek ik af met Muriël in een kunstcafé. En praten we over de weg.
Ik ben blij dat ik in deze situatie voor mezelf ben opgekomen. Ik heb gedacht aan zelfzorg en ik heb zonder vrees de situatie kunnen uitleggen. Zonder spanning. De fijne avond en het dankbare woord van Muriel voor mijn eerlijkheid. Deze interactie samen zorgde voor een warme en gezellige avond.

Eymoutiers

De volgende dag. Het voelt wat vreemd aan om te zien dat van de ene plaats – met soms slechts 20 km verschil – de bossen nog groen staan. Terwijl aan de andere kant l’été indien al goed aan de gang is. Zelfs paardebloemen staan hier nog volop in bloei. Maïs is weer zichtbaar en ver van rijp. De tuinen kleuren zich met najaarsbloemen.
De campanula probeert overeind te blijven en trotseert de ochtenddauw.

Achtermij in de lucht een grote dikke wolk. Brand in la Haute-Vienne. Regelmatig kijk ik achteruit om te zien dat de brand op afstand blijft. Na uren is de wolk de horizon gaan vullen met een bruine laag in de lucht.

Langs de weg vele kruisen in verschillende vormen en verschillend versierd.

Af en toe houd ik halt bij dieren, zijn het geen koeien dan sta ik te praten met schapen.
Onder een boom. Armen gespreid, gezicht naar boven gericht. Ik draai rond. De wind, gedoopt door vallende bladeren. Hoog in de lucht de roep van de buizerd.

Plaats een reactie