ls ik nu rechte lijn in mijn kijkrichting zou plaatsen dan ben ik in Genua. Ik zie het al voor me, de zee, wel daar verlang ik nu eens naar, mijn lichaam laten drijven, laten dragen. Maar eerst naar links dieper het land in en de komende heuvels trotseren die het binnenland en zee scheiden.
De pelgrims zijn de deur uit. Ik geniet van de stilte in het huis en van het rustig ontwaken. Ook het rustig ontwaken binnenin mezelf. Om dan vanuit deze stilte te starten… De wereld zou er nog eens anders uitzien als we dit allen zouden doen. Vanuit stilte in aktie schieten.
In de Abdij van Chiaravalle della Colombia, cisterciënzer klooster geniet ik van de grote eenvoudige abdijkerk, binnentuin, kloostergang. Vier kapellen vooraan één voor Petrus en Paulus, Benedictus, Stephanus en Maria Magdalena. In het midden werd een lang tapijt met bloemen gecreëerd, typisch voor de regio Emilia-Romagna.
Een fresco van Maria die de borst geeft in een abdij en dan zijn er landen die moeilijk doen over vrouwen die de borst geven op straat. Een pater gekleed in zijn gewaad bekijkt de rozen en speelt met zijn hond in de binnentuin. Overal waar ik kijk vind ik ergens wel een klein hoekje waar ooit wel een volledige fresco te zien was. Als iemand mij zou zeggen je mag hier verblijven, zou ik geen neen zeggen.
Ik verlaat de abdij. Een vrouw en man op de fiets stoppen voor een babbel. De vrouw nodigt me uit om bij haar te gaan logeren. Ik bedank vriendelijk, helaas ligt haar huis een totaal andere kant op.
De weg… oneindig. De zon schijnt fel. Zodra ik even stilsta komt het zweet op mijn huid. Geen plaats om ergens af te koelen in de schaduw.
Langzaam, voet voor voet de trappen op, afduwend op mijn wandelstokken kom ik aan in het centrum van Fidenza. Een frisse muntwater op een terras voor ik opzoek ga naar een overnachtingsplaats.
Rechts van mij vermoedelijk moeder en dochter, dezelfde neus en mond. Ik schat 75 en 50 jaar. Fijn uitgedost. Juwelen, gelakte vingernagels, een moderne haar coupe. Voor mij een blinde man, op zijn linker zijde een vrouw van kleingestalte een blinde stok in haar handen. Op mijn rechterkant spelende kinderen, vrouwen die elkander ontmoeten, een man leest op een bank, een andere man staat te telefoneren aan een venster van een Gotisch gebouw… In het midden een obelisk, aan de voet spelende kinderen. Een zuster stapt er naartoe en groet hen. Een vogel zingt in een boom. Plaatsen waar mensen samenkomen, geen rennende mensen zichtbaar zijn, waar mensen ontspannen, vrolijke gezichten hebben. Waar geen enkel gemotoriseerd voertuig te horen of te zien is.
Hoe dieper ik Italië in wandel, hoe meer ik denk verliefd te worden op dit land.
Pleintjes met keuvelende mensen en spelende kinderen, weg van het jachtige leven. Je zou voor minder verliefd worden. 🙏❤️🦋