‘Bhein, ils faut avoir du courage’ of ‘je vous admire…’, uitspraken die ik vaak hoor.
Nochtans heb ik gedaan zoals vele anderen iedere dag doen. Ontwaken, de nodige zelfzorg en in beweging komen. Een nieuwe dag tegemoet.
Wat wel anders is, is dat ik leef op het ritme van wat de mens in werkelijkheid aankan. Een ritme van mijn lichaam samen met het ritme van de natuur. De enige ‘tijd’ die in werkelijkheid bestaat. De rest is iets wat ik mezelf zou gaan dwingen of opleggen tegen mijn nature in.
Ik besef dat ik straks terug in een maatschappij zal stappen die op een ander ritme leeft. Een ritme waar ik me vaak heb in verloren. Waarin ik niet trouw was aan mezelf, omdat ik van het idee was dat het zo moest.
Een ritme die ik als kleine ukkepuk al op de speelkoer niet voor te vinden was. Uitspraken als ‘ze is zo stil, scheelt er iets… blabla, blabla…’ Dus de kleine ukkepuk zei ‘OK, laten we dan meedoen’ . Alleen, dit was ik niet en werd ik al snel uitgesloten, wat ik dan niet begreep en zo komt men al snel in een visieuze cirkel die je jaren met je kan meeslepen.
Mijn leven bestond uit 80% hoofd en mijn lijf volgde maar. Het gevolg hiervan was dat ik niet meer in verbinding was met mijn ‘Zijn’ en niet in verbinding met je ‘Zijn’ is ook niet in verbinding met de ander. Een parasiet zorgde ervoor dat een operatie noodzakelijk werd- na mijn eerste pelgrimstocht– waarbij mijn lijf bijna volledig doormidden werd gesneden, dit bracht verandering en bewustzijn met zich mee.
En wanneer beiden aan de orde zijn kom je al snel oude patronen tegen, waarin je voelt dat dit niet meer bij je hoort. In dit niet meer wensen komt opstand, omdat dit de enige manier is die ik kende om me te kunnen losmaken van wat ikzelf had gecreëerd om te kunnen bestaan in de maatschappij. De weg naar transformatie en ook de opstand transformeert zich. Foert wat was ik kwaad als ik terug in eenzelfde situatie stond, deze keer niet als kleine ukkepuk maar de volwassenen die in haar eigenwaarde en Zijn aanwezig was tijdens mijn laatste opleiding. Terug interpreteerde men wat ik zo vaak had gehoord ‘ik zonderde me af’ . Daar waar voor mij net de plaats was om in een veilige omgeving te groeien en mij te openen. Daar kreeg ik het deksel op de neus. Dit deksel was een ‘STOP’ om ‘neen’ te zeggen tegen mezelf en mezelf niet meer te kneden omdat men het graag zo had gewild binnen een kader.
Wel… ik geloof in de mens, in het leven.
Waar ik niet in geloof zijn die muren, wanden die ontstaan zijn in groepen, instanties en opgetrokken zijn uit angst om zich te beschermen, af te schermen … die ervoor zorgen dat discriminatie is ontstaan, een niet meer kunnen delen vanuit een vanzelfsprekendheid, macht, zelfzucht, eilanden, die er net voor zorgen dat mensen zich afzonderen van zichzelf, jaloezie ontstaat, afkeuren, dualiteit en nog zoveel meer.
Het is meer dan tijd dat de muren mogen dalen en we allen hand in hand door het leven gaan waarin evenwicht en harmonie zijn plaats mag vinden waarin we de mens zien verder dan wat de ogen kunnen zien. Dit is alvast mijn intentie.
Die muren zie je overal om de mensen heen☹️mooi omschreven
Ook rond onszelf Frank 🙏💫