
Basiliek Monte San’t Angelo
Om 9.30 heb ik afspraak met Mateo en Matea aan het infobureau van de Via Francigena.
Samen drinken we een koffie…een verwelkoming en kennismaking volgt.
De apotheker… opzoek naar tapeverband. Wanneer je lange afstanden wandelt heb je vroeg of laat te kampen met vermoeidheid, ook al draag je veel zorg voor je lichaam. Versleten schoenen, verandering van schoenen, temperaturen, je lichaamsgewicht en deze van de rugzak, je kracht, voeding en nog zoveel meer…kunnen voor aanpassing zorgen.
Mijn pezen blijven lichtjes zeuren, waardoor ik preventief mijn benen een andere kleur zal geven. Pink! Straks zal ik niet enkel witte sokken hebben, ook bleker banden op de voorbenen en kuit. Na nieuwe schoenen te hebben aangekocht in Rome zijn ook deze binnenkort aan vernieuwing toe. Helaas zijn kwalitieve schoenen hier niet zo te vinden. Ik hoop dat ik dan ook binnenkort mag op bosgrond wandelen, wat al een hemelsbreed verschil zal maken.
Niet enkel de pezen… Mijn huid heeft zich aangepast aan de zon en ziet er uit als een nomaden huid. En dan mijn kleren… De oorspronkelijke kleuren… wat was dit weer? Hoe mijn kleren eruit zien daar heb ik eigenlijk geen zorgen mee, het zijn immers niet de kleren die de vrouw maken, het is de uitstraling die van binnenuit komt.
Ik ga terug naar de basiliek… om in ruimte, tijd en zonder rugzak alles op mij te laten afkomen. Een man spreekt me aan bij de ingang. Hij ziet mijn Tau hangen rond mijn hals. “Francescani non possono immettere nella gotta”, of zoiets gelijkaardigs. Het komt erop neer dat ik volgens de man niet binnen mag in de grot. Ik vraag hem waarom. De reden is dat in het jaar 1216 Sint Franciscus bij aankomst geweigerd heeft de grot binnen te stappen omdat hij vond dat hij het niet waard was God te ontmoeten. Hij liet aan de deur een inscriptie achter, de Tau. Deze Tau is vandaag te vinden binnen aan de ingang in de basiliek, aan de rechterkant. antwoord aan de man dat ik de keuze van de Heilige Franciscus respecteer, dat het echter zijn keuze was, niet de mijne. Dat ik niet te voet ben afgekomen van België om aan de deur te blijven.

Aertsengel Michael
Ik daal de trappen af, 86, en zie hoeveel inscripties in de muur gekerfd zijn van de vele pelgrims die hier geweest zijn doorheen de eeuwen. Hand en voetafdrukken… namen, getallen, boodschappen…
Hoe dieper ik de trap afdaal hoe meer ik me voel naar binnenkeren en ingetogen wordt.
Ik loop wat rond in de basiliek en voel… Ik ga zitten… Sluit mijn ogen.
Ik wordt gewaar. Een warmte is voelbaar in mijn buik… alsof een vuurbol in beweging komt, terzelfde tijd wordt ik mijn harteklop gewaar… wat heviger naar mijn gewoonte… Ademen… Ik blijf in rust en met aandacht gewaarworden. Hoe langer ik blijf gewaarworden hoe dieper en intenser het wordt… Ik laat gebeuren in alle vertrouwen. Woorden komen doormeheen ‘kracht, liefde, licht, vuur, evenwicht’…een kaars.
Ik open mijn ogen. Kijk rond… Mensen, kinderen… Ik neem op… Ik voel… Blijf verder gewaarworden. Ik heb het idee dat iets me te doen staat… Voel twijfel, mijn denken. Diep van binnen heb ik een duidelijk beeld of eerder een duidelijke gewaarwording dat diep juist aanvoelt. Mijn denken zegt ‘misschien vul je het gewoon zelf in. .. Neen, Jasmine. Dit patroon oud patroon ken je. Vertrouw. Vertrouw’.
Ik verlaat de basiliek om het verder te laten rusten. Ik ga terug naar ‘Nicola’snestje’.
Terwijl ik op de trede zit van het huis, ik had mezelf buitengesloten (!), komt Nicola aan. Een spontaan en open contact. Samen gaan we eerst op stap voor wat nuttige boodschappen. Wasserij, schoenen… Michèle zijn papa vergezeld ons. Soms ontmoet je mensen op de weg waarbij veel woorden, uitgebreidde uitleg niet noodzakelijk is en je diep vanbinnen weet ‘dit zit juist’. Nicola spreekt me aan over ‘Abbazia di Pulsano’. Zijn vader stelt me voor dat hij me er morgen kan brengen. Zonder enige vraagstelling in mezelf zeg ik OK. Michel regelt er een overnachting bij de monniken. Ik vraag Nicola waar ik een witte noveenkaars kan aanschaffen en of er een mogelijkheid is deze te laten inwijden. Bij deze gaan we opzoek, vinden we de kaars en laten we hen inwijden net op de dag waar de Heilige St. Anna wordt gevierd en honderden kinderen worden gewijd. Ik vind het bijzonder en raakt me… ik krijg er geen woorden uit… mijn vreugde en traan verwoord alles. De kaars die op de pelgrimstocht het Zuiden en Noorden zal verbinden. Nicola, Michèle Mille Grazie et bonna Fortuna.
’s Avonds keer ik nog even terug naar het plein van de basiliek om het vuur en licht aan te steken en in stilte mijn avond in te gaan.

Ex Chiesa San Pietro

Chiesa di Santa Maria Maggiore