Aubrac

Na een weldoende nacht gaat mijn tocht verder richting de Aubrac.
Maar eerst nog wat proviand voor onderweg. Wanneer ik aan de kassa kom schrik ik wat van de prijzen, die toch wel fiks opgelopen zijn.

In een dorpje ben ik opzoek naar het openbaar toilet. Helaas gesloten wegens winterperiode net zoals de vele kranen waar in de zomerperiode de wandelaar zijn fles kan vullen. De nachtelijke temperaturen dalen hier nog ver onder de nul, tot wel min 10 graden.
Ik klop aan een deur. Een vrouw doet open. Ik schat haar begin de zeventig, wat rond van vorm, steunkousen en met een wat voorovergebogen lichaam. Haar gezicht ziet er zacht uit en met haar lieve glimlach kijkt ze me aan. Een vrouw met een moederlijke uitstraling waar je wel zin zou krijgen om onder haar vleugels te vertoeven. “Dag mevrouw, zou ik even jullie toilet mogen gebruiken. Deze van het dorp is niet open”. “Natuurlijk kom binnen”, terwijl de vrouw me de weg wijst.
Voor ik terug de deur uit ga vraagt de vrouw of ik iets warms wens te drinken, met plezier aanvaard ik de uitnodiging. Terwijl de koffie machine het heerlijke geluid maakt van pruttelen en haar aroma door de keuken verspreid, staat de vrouw haar middagmaal klaar te maken. Chinese kool ligt op tafel. In de pan een stuk vlees waar af en toe een scheutje witte wijn ontvangt kwestie van te blussen. Terwijl ze met haar mollige handen de kool vast neemt om in parten te snijden vertelt ze me ondertussen gans haar levensverhaal. Ik breng mijn elleboog op tafel en leg mijn hoofd in mijn hand terwijl ik aandachtig naar haar luister en geniet van dit huiselijk tafereel. Het is warm binnenshuis. Haar man komt erbij zitten. Jacques. Hij zegt niets tot het moment zijn vrouw uitlegt wat hij voorhad. “Ik ben het leven beu”, deelt hij me met een zachte stem, mij aankijkend, met moeite kan hij articuleren. Hij kreeg een paar jaar geleden een hersenbloeding. Ik hou hen nog even compagnie. Vóór het verlaten van het huis vraag ik hen hun adres. Een kaartje zal hen deugd doen.

Mijn weg gaat in stijgende lijn en al heel snel kom ik op een altitude van 1200m in het Parc naturel régional de l’Aubrac. Wanneer ik op het hoogste punt kom zie ik de warme gloed van de avondzon. Ik check even mijn kaart om te zien hoever het nog is naar een dorp. Het is hier zo mooi dat ik zin heb om hier te overnachten, ik kan het me echter niet veroorloven wat betreft de nachtelijke temperaturen. Ik wacht tot de zon volledig onder is en aanschouw dit prachtig natuurspel. De schoonheid geeft me kracht en bij het vallen van de nacht vind ik midden een dorp een broodoven. Daar waar wekelijks vroeger het brood werd gebakken.
Ik zet de twee banken die er staan tegen elkander en maak mijn bed. Ik ga op zoek naar houtsprokkels en in een verlaten schuur vind ik hier en daar een stuk droog hout om mij op te warmen.
Met het licht van de houtkachel denk ik aan deze prachtige dag en aan wat ik de voorbije dagen al heb mogen beleven en ervaren. Met een vreugdevol gevoel val ik in slaap.

Klik HIER voor bewegend beeld

Klik HIER voor nog wat beelden

4 gedachtes over “Aubrac

  1. Dag lieve Jasmine Slaap zacht en warm Dat je een broodoven vond, en er een vuurtje in stookt, je bed erbij maakt net een sprookje vol wonder …. Omarming Tania

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s