Bergerac

Een dikke laag ochtendnevel hangt boven de velden. Het is fris. De natuur tovert met kleuren en contrasten. Ik sta vol bewondering te kijken naar wat moedernatuur me dagelijks schenkt. De natuur is toch wel iets heel bijzonders. Meters spinnenwebben komen tevoorschijn. De opgedroogde maïs is als een veld vol goud. De mist danst door de struiken en bomen. Ik blijf even staan om van deze pracht te genieten. Vreugde zindert door heel mijn lichaam.

Een paar meter onder mij wandelt een vrouw, halfgebukt, in het bos. ‘Je suis curieuse, madame, c’est du buis dans votre main?’ vraag ik, verrast door de rups. ‘Non, madame, c’est une plante qui reste jolie jusqu’à Pâques,’ antwoordt ze. De vrouw probeert dichterbij te komen om de plant te tonen. ‘Attendez, madame, je viens à vous,’ zeg ik terwijl ik me een weg baant tussen de bramen. ‘Si mes enfants me voyaient ici, ils me gronderais,’ zegt ze naar mij kijkend. ‘Je crois qu’ils auraient raison. Merci et soyez prudente,’ antwoord ik terwijl ik terug omhoog naar de weg ga.

De zoete geur van de den, vrijgegeven door de zon, is prettig aanwezig.
Ik herinner me de weg hier nog goed. Drie jaar geleden was dit een deel van mijn route naar Compostella. Een slang, een boom, een halte, een bar (gelukkig nu open), en nog veel meer. Ongelooflijk hoeveel onze hersenen kunnen onthouden.

Ik stuur een bericht naar Anne-So dat ik vanavond in Bergerac aankom.
Voor ik verder ga, zoek ik kastanjes; die neem ik mee als geschenk voor Louis en Octave.

Eglise Saint-Jacques Bergerac

Een gedichtje van Louis:

‘La sorcière Augustine prépare
dans sont grand chaudron.
Une patte à bonbon.
Elle y mais des aubergines,
du poivre, des cornichon,
quatre mandarine,
trois beau potiron,
des fleures d’aubepine,
deux limaçon.
Les cousines de la sorciere Augustine adore les bonbon ratatouille a la sauce citrouille.

Plaats een reactie