
“Goedemorgen mevrouw, kunt u me helpen. Weet u waar ik een bar open zou kunnen vinden hier in de buurt?” , vraag ik een dame bij het buiten komen van de pelgrimsherberg. “Er is niet veel open momenteel met het verlof. Of je moet terug naar het centrum.”, zegt de vrouw.
Wanneer we de beweging maken om elkander te verlaten voegt de vrouw eraan toe “jammer dat ik niet naar huis ga want ik had je anders een ontbijt geschonken.”, deelt de vrouw spontaan en met een grote glimlach.
Het verlaten van Compiègne gaat via een lange weg van 12km in het bos van Compiègne. Deze begint op een asfalt baan, die vermoedelijk vroeger werd gebruikt voor gemotoriseerde voertuigen. Ik vind het altijd zielig om asfalt in een bos te zien, vooral te weten hoe nefast het is zowel voor de natuur waar wij deel van zijn.
Gelukkig, hoe langer en hoe dieper ik het bos in wandel, hoe meer ik naar iets puur natuur stap, van iets bijna ‘doods’ zonder ziel naar iets levend feëriek.
La ‘Réserve biologique dirigée des Grands monts’ .
De aanwezigheid van de fauna wordt talrijker. Ik sta stil en laat al dit moois op mij afkomen. Ik sluit mijn ogen en verwelkom.
Rechts, links, achter, dicht, ver van mij. Takken die kraken, een eikel die ergens valt.
Knaagdieren, spechten, eekhoorns zijn altijd ergens wel hoorbaar…Zo een fijne gewaarwording.
De motor geluiden van de vierwielers zijn verdwenen en het vliegtuig, ah, die is niet meer weg te denken.
Bij het verlaten van het bos kom ik langs de goed bewaarde Gallo-Romeinse ruïnes van Champlieu. Een tempel, een arena, de baden. Twee mensen zitten er in een intens dialoog. Twee meisjes spelen in de ruïnes en fantaseren erop los. Wat verder hun grootouders met wie ik een fijn en los gesprek heb. Terwijl ik mijn picknick neem. “Sedert de lockdown kwamen we naar hier om onze familie te zien. De kleindieren speelden dan hier vrij. En sedert dien is dit hun favorite plaats geworden. Ze zitten vol inspiratie en fantasieën. Het is zalig om zien”, deelt de grootmoeder.
De talrijke en fijne ont-moetingen verrijken mijn weg. Zoveel warme en open mensen. In dankbaarheid.
Niet ver van deze ruïnes ligt nog een ruïne van een Romeinse kapel. In een nog zichtbare nis staat een gebrand kaarsje. In de verte over de velden zie ik de arena. En de spelende meisjes.
Net vóór Nery neem ik een pauze in het dorp Béthisy Saint-Martin en zijn ene plaatselijk kleine supermarkt, die dienst doet als drankgelegenheid, postkantoor… Plots komt Joseph aangewandeld en zijn vader Gilles. De twee pelgrims die ik voor de eerste keer ontmoette in Compiègne. We geraken in een boeiend gesprek en ontdekken dat we gelijke interesses hebben en op een gelijkaardige manier het leven zien. Wat fijn om mensen te ontmoeten die heel bewust op deze aardbol staan, en vooral te weten dat er ook een jeugd is met heel veel wijsheid. En we als gelijke naast elkander staan, waar de leeftijdkloof geen rol meer speelt.
Ik hoor zo vaak mensen rond me die heel snel de jeugd in een vakje plaatsen omdat ze vergelijkingen maken met hoe ze zelf zijn opgegroeid. Is het de jeugd die ‘moet’ leven volgens de oudere generatie of is het de oudere generatie die niet meegroeit met de jeugd. Soms sta ik vol verwondering bij kinderen, zelfs kleine kinderen die soms juiste oprechte en pure uitspraken doen. Ze zijn zo een mooie spiegel voor vele volwassenen. En is het niet zo dat al jaren de uitspraak bestaat ‘de waarheid komt uit de kindermond’?! Helaas werd die kindermond vaak gesnoerd in het verleden. Gelukkig heb ik voorbeelden in mijn directe omgeving die mij een heel mooie, waardevolle groei laten zien en horen. Een verandering die ik met veel plezier mag waarnemen en beleven.
Ik neem afscheid van J en G. Zij nemen verder de GR, ik stap verder op le Chemin d’Estelle. Ter hoogte van Nery stap ik de weg af om naar het centrum te gaan. De zon is ondertussen verdwenen aan de horizon, de sterren en het cikkeltje van de maan wordt zichtbaar. Een holle weg neemt me mee onmiddellijk de nacht in. Een andere wereld opent zich… De wereld van de nacht vogels…