9/09 Op mijn rechterkant een klein altaar. Moeder & kind, Maria. Een boeddha beeldje. Een vaas met bloem. Een paternoster van mijn grootmoeder, een kaars. Een kaartje met een lachende vrouw, Magda. Heengegaan en blijvend in gedachten. Een vrouw die me op korte tijd veel heeft bijgebracht en dit zonder woorden. Het kaarslicht laat dit tafereel in het groot op de muur zien, schaduw.
Dansende schaduw!
De schaduw neemt me mee naar een gesprek eerder op de dag.
“Is het de Camino die je zo filosofisch heeft gemaakt”. “Vreemd u bent de tweede persoon die het woord filosofisch gebruikt in een paar dagen tijd”, stel ik luidop vast. “Oh ja, ik gebruik filosofisch in plaats van spiritueel omdat niet iedereen positief reageert op het woord ‘spiritueel'”.
Hmmm. Vreemd hoe mensen snel een woord nodig hebben als houvast of iemand in een leefwereld te kunnen klasseren.
Vóór de Camino kreeg ik vaak het woord ‘analist’ te horen. Erna filosoof en/of hoe moet ik het noemen spirituoloog 😉 .
Waarschijnlijk ben ik van alles een beetje, alleen niet sedert de Camino, wel al sedert mijn geboorte. Euhh, hoeveel is dat weer? ‘Denkt na’ Ah ja, 43 jaren! Is het dan de Camino die me zo gemaakt heeft! Neen. De Camino heeft me geholpen een deur terug te openen die al heel lang op een kier stond. De deur terug naar mezelf. Als klein meisje was ik vaak in gedachten verweg. Stond ik te kijken naar de grote (lees in centimeter) mensen en had ik een eigen mening. Aan het dromen, dagdromen, nachtdromen. In de kast, onder de dekens, op de schoolbanken, in de hoek. Verweg naar een leefwereld waar ik mezelf kon zijn waar ik mocht ‘zijn’. Een kier geopend na dertig jaar hard werken. Met deze zin wil ik graag alle mensen die op mijn weg zijn gekomen danken. Sommigen zullen nog een eind meereizen, anderen hebben mijn pad verlaten. Danken om wat jullie bewust, onbewust me hebben doen inzien en voelen. Ook mezelf vergeet ik niet te danken om te blijven geloven in mezelf. Me-zelf, je-zelf.
Enne wat de volgende benamingen mogen zijn op mijn weg. Ik ben gewoon mezelf zonder taboe.
De schaduw is verdwenen, de kaars dooft uit. Ik doe het licht uit. Tijd om te gaan slapen.
Jasmine,
Ze lacht.
Zo goed als voortdurend.
Ze zegt wat ze denkt en weet het
antwoord te relativeren.
Ze kijkt
naar mensen,
Enigszins zoekend
en wacht…
Marianne, Prinsenhof 2014
http://www.hetgentseschrijverscollectief.be