Gilles

wp-image-1043631376jpg.jpg

“Je vous souhaite un bon voyage à l’intérieur de vous-mêmes et une belle nouvelle rencontre”, c’est ce que je souhaite à Daniel et Véronique. On s’embrasse. À Martelange, juste à la frontière Belgique-Luxembourg il y a au moins six stations d’essence, l’une après l’autre. Une odeur désagréable et malsaine me coupe le souffle. Heureusement que la GR15 me guide assez rapidement vers les bois qui longent une partie de la ‘Smokkelarij route’- route de la contrebande. En 1843, lorsque les premiers douaniers ont fait leur apparition à Martelange on a essayé de mettre fin à la contrebande. À ce moment-là on les appelait ‘gabeleurs’ – receveur des taxes sur le sel. Avant la guerre il y avait la lutte contre le braconnage. Après 14-18 il y a eu plus de contrebandiers, car les habitants étaient confrontés au manque de pommes de terre, de bougies, de graisses et huiles pour lampe.

Sous mes pieds, de l’ardoise. Le sentier monte assez bien. De temps à autre un banc pour se reposer et pour admirer le magnifique paysage. La nature m’émotionne. De temps en temps de la déforestation, des arbres de vingt à trente mètres de long étendus et posés les uns sur les autres. Pas loin de Tintange, un manège. Dans l’étable le cheval au nom de ‘Rolex’ me regarde. Je pose mes bâtons de marche contre le mur. Je peux me voir dans ses grands yeux. Je me tourne un instant et le coquin s’empare presque de ma plume de buse. “Pas question filou, elle est à moi”, lui dis-je. En face de Rolex se trouve Hazard. L’heure et le hasard face à face. Je continue la montée. À chaque pas j’entends ma rotule craquer.

Je vois bouger quelque chose et j’entends le craquage des branches. Mes bâtons de marche sous les bras et mon appareil photo en main je me déplace lentement et doucement. De quel animal pourrait-il s’agir. Mon cœur bat plus fort, excitant. Jusqu’à l’instant où je suis assez près pour voir que ce sont des vaches. Je ne m’attendais pas du tout à cela, surtout qu’il n’y a pas de prairie. L’idée de passer la nuit dans la nature n’est soudainement plus à l’ordre. Sur le sentier je dois faire très attention, de grandes bouses verdâtres rendent le sentier dangereux. Aussi glissant qu’une peau de banane. Heureusement je m’en tire bien l’odeur mis à part.

Un homme vient à ma rencontre. Petit, mince, une chevelure blonde et frisée. Il tient son sac à dos sur son ventre, un petit morceau de son maillot de bain est visible. Un torse nu. On se croise. “Bonjour”, me dit une voix douce et fragile. “Bonjour!” Avant que j’aie le temps de me retourner, l’homme a disparu.

Ma journée se termine à Villers-la-Bonne-Eau. La première maison une maman et ses deux enfants. Un non. La deuxième une jeune femme. Un non. La troisième maison, Joëlle et Albert. Un oui. Ma chambre à coucher, une nouvelle maison de jardin. Un peu plus loin je vais à la recherche de seaux d’eau pour me laver. Marthe, une femme âgée de quatre-vingt-deux ans me propose une douche Une gentille dame avec un beau regard et des yeux bleus. Joëlle m’invite pour un spaghetti sur la terrasse. Gilles, le fils, vient se joindre à nous, un garçon joyeux. Un garçon capable de désarmer n’importe qui avec sa pureté. On s’entend bien tous les deux, surtout quand il s’agit de Kinder Surprise. Les spaghettis sont délicieux, je ne peux refuser une seconde assiette. Nelly se joint à nous, la grand-mère de Gilles. Au-dessus de nous un ciel ouvert et de temps à autre une étoile filante. Des histoires et des éclats de rire remplissent la soirée. Plus tard j’apprends que toutes les maisons où je m’étais adressée, hébergent des membres de leur famille. Le village compte 69 habitants.

GPX Bestanden Martelange – Villers-la-bonne-Eaux

Gilles

“Je vous souhaite un bon voyage à l’intérieur de vous-mêmes et une belle nouvelle rencontre”, dat wens ik aan Daniël en Veronique. We geven elkaar een zoen. In Martelange, net aan de grens België-Luxemburg, zijn er wel zes tankstations, de één na de ander. Een onaangename en ongezonde geur pakt me op de adem. Gelukkig neemt de GR15 me al snel mee in de bossen en volgt een deel van de ‘Smokkelarij route’. In 1843, wanneer de eerste douaniers hun intrede deden in Martelange, probeerde men een einde te maken aan de smokkelarij. Toen werden ze ‘gabeleurs’ – ontvangers van zoutbelasting – genoemd. Voor de oorlog was het bestrijding van stroperij. Na 14-18 kwamen meer smokkelaars, toen de inwoners geconfronteerd werden met schaarste van aardappelen, kaarsen, vet en lampolie.

Ik wandel op leisteen. Het pad stijgt behoorlijk. Af en toe een bank om uit te rusten en om de prachtige vergezichten te bewonderen. De natuur weet me te ontroeren. Af en toe is er bosontginning en liggen er bomen van wel twintig à dertig meter lang, de één op de ander. Niet ver van Tintange, een paardenmanège. In een stal staat het paard ‘Rolex’ me aan te staren. Mijn wandelstokken zet ik tegen de muur. In zijn grote ogen kan ik mezelf zien staan. Even draai ik me om en de grote deugniet heeft bijna mijn buizerdveer te pakken. “Pas question filou, elle est à moi”, vertel ik hem. Recht tegenover Rolex staat Hazard. Tijd en toeval recht tegenover elkaar. Het klimmen gaat verder. Bij iedere stap is het gekraak van mijn knieschijf hoorbaar. Ik zie iets bewegen en ik hoor de takken kraken. Met mijn wandelstokken onder de arm en camera in de hand stap ik langzaam en zachtjes vooruit. Welk dier zou daar zijn? Mijn hart gaat tekeer, spannend. Tot ik dichter kom en zie dat het koeien zijn. Dat had ik in de verste verte niet verwacht, vooral omdat er geen weiden zijn. Daar verdwijnt het idee van in de wilde natuur te overnachten. Op het pad is het oppassen geblazen, grote mosgroene vlaaien maken het pad onveilig. Even glibberig als een bananenschil. Gelukkig kom ik er enkel met de onaangename geur vanaf. Een man komt me tegemoet gewandeld. Klein, tenger, een krullende blonde haardos. Hij houdt zijn rugzakje voor zijn middel, een klein stukje van zijn zwembroek is zichtbaar. Een naakt bovenlichaam. We kruisen elkaar. “Bonjour”, hoor ik met een broze, zachte stem. “Bonjour!” Voor ik het goed besef en me omdraai is de man verdwenen.

In Villers-la-Bonne-Eau stopt mijn dag. Het eerste huis, een mama en twee kleine kinderen. Negatief. Het tweede huis, een jonge dame. Negatief. Het derde huis, Joëlle en Albert. Yes! Het nieuwe tuinhuis wordt mijn slaapkamer. Ik ga op zoek naar emmers water om me te wassen. Marthe, een vrouw van tweeëntachtig stelt me een douche voor. Een lieve dame met een open blik en blauwe ogen. Joëlle nodigt me uit voor een spaghetti op het terras. Gilles komt erbij zitten. De zoon van Joëlle, een vreugdevolle kerel. Een jongen die gelijk wie zou kunnen ontwapenen, gewoon door zijn puurheid. We vinden elkaar, vooral met de Kinder Surprise. De spaghetti is overheerlijk, een tweede bord kan ik niet weigeren. Nelly komt erbij, Gilles zijn grootmoeder. Boven ons hoofd een open hemel en af en toe een fel witte vallende ster. De verhalen en lachbuien vullen de avond. Nadien hoor ik dat al de mensen van de huizen waar ik heb aangebeld familie van elkaar zijn. Het dorp telt 69 personen.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s