7 juni – Een gorgel, een sheet, een boer…dit zijn de geluiden die ik hoor tijdens het ontwaken. Als ik deze geluiden kan dulden voor de rest van de Camino, dan verdien ik niet enkel één pluim wel een ganse hoed 🙂 . Vijf uur in de morgen sommige staan al in hun start schoenen, ik draai me nog even om. Zes uur alle lichten gaan aan. Met trage bewegingen maak ik mijn rugzak en ga mijn schoenen halen in de schoenruimte die bijna leeg is. De weg loopt door de Navarre streek. Op een hoogte van 900 meter wandel ik door de bossen. Na de middag gaat het bergaf. Door de vele pelgrims op de weg zullen de dieren minder aanwezig zijn. Wat zal ik ze missen. Vijf minuten later komt een vos (of zou dit Rudjard kunnen zijn) mij vergezellen. We kijken elkander kortstondig aan. Zijn staart is lang en elegant. Zijn pootjes zien er donzig uit. Hik verdwijnt nadien via de velden richting het bos. Een jonge pelgrim vergezeld me. Jimmy. We hebben een boeiend en intens gesprek over imperfectie en deze aan God te geven. Na een uur scheiden onze wegen terug.
Onder mijn knieën zie ik het zweet langs mijn benen druppelen. Mijn armen zien er glanzend uit. Net zoals gisteren ben ik rond 14 uur in auberge.
*Robin en Rudjard – Ronny Dhulster – isbn 97890-90280-462