Met een interessante bundel over Janusz Korczak verlaat ik het huis van Carolien. Een knuffel en hop, een nieuwe dag. Terug via de Abdij van ’t Park de velden in. Om de zoveel minuten vliegen er mountainbikers langs me heen. De één kondigt aan, de ander niet. Op een afgestorven boom, twee pijlen. Vézelay zoveel kilometers, Compostela zoveel. Erboven een schelp. Een aangenaam gevoel en herinneringen komen terug. Een beetje verder wandelt een man over een veld van chrysanten. Op zijn rug een soort reservoir met spuit. Ik vraag of ik een beeld van hem mag nemen. Ik ga wat dichterbij om te zien wat hij doet. Via de spuit komen er mestkorrels aan de voet van de plant te liggen. “Mooie planten en een mooi werk. Zoveel voorbereiding en dit ook op zondag. Ik hoop dat mensen daar mogen bij stilstaan op één november.” Een glimlach verschijnt op zijn gezicht. “Merci, spijtig genoeg zijn er niet zoveel mensen als u. Weinig mensen die hier passeren die een goedendag zeggen. Ze wandelen gewoon voorbij”, deelt Kris me mee. Met een wederzijds respect zeggen we elkaar goedendag.
Het weer is aan het veranderen. Op een splitsing van een straat en een aardeweg zit een vrouw met haar zoontje op het terras van hun huis. Gita en Tristan. Ik vraag of het mogelijk is om mijn drinkbus bij te vullen. Ik blijf er een half uurtje rusten voor ik het natuurgebied in trek. Het pad is zo dicht begroeid dat ik blij ben mijn wandelstokken bij te hebben. Ik waag me in een Brabants Amazonewoud. Het begint stevig te waaien. De lucht voelt vochtig. De brandnetels staan 1m50 hoog, door de krachtige wind komen ze mijn huid strelen. Gedonder op de achtergrond. Ongedierte rond mijn oren. Het geritsel van het hoge rietgras. Op een open plaats bescherm ik preventief mijn rugzak. Voor mij het geluid van een buizerd. Een paar seconden laat valt een tak midden op de weg. Goed kijkend waar ik mijn voeten plaats, ga ik verder op dit pad tussen de vallende takken. Het onweer komt dichterbij.
Ik moet dringend naar het kleinste vertrek in de grote natuur. Foert, in de hoop dat er niemand in de buurt is en de muggen en dazen mij welgezind zijn, waag ik het erop. Op drie kilometer voor Hoegaarden begint het te regenen. Ik ontsnap aan een grote regenbui. Boven op een heuvel en na een holle weg, de Marollenkapel. In de verte de kerk van Hoegaarden en zicht op Tienen met een dubbele regenboog. Op de markt van Hoegaarden, geniet ik van een koffie in het authentiek interieur van ’Den Venetiaen’. ’s Avonds een fijn samenzijn in aanwezigheid van Sonia en Ben. Samen met Sonia beluister ik een diep ingetogen muziekstukje dat Ben heeft gecomponeerd en afspeelt op zijn bijzondere mandoline. Altijd wel verrassend, talenten van anderen te mogen zien en horen. Rond één uur ’s nachts ronden we deze rustige en boeiende avond af.
Une forêt amazonienne au Brabant
Avec une liasse intéressante sur Janusz Korczak, je quitte la maison de Carolien. Une embrassade et voilà, je pars à la rencontre d’une nouvelle journée. À nouveau par l’Abbaye du Parc pour rejoindre les champs. Toutes les quelques minutes des vtt me dépassent à toute vitesse. L’un s’annonce, l’autre pas. Sur un arbre mort deux flèches. Vézelay autant de kilomètres, Compostelle autant. Au-dessus un coquillage. Un sentiment agréable et des souvenirs me reviennent. Un peu plus loin un homme se promène dans un champ de chrysanthèmes. Sur son dos un pulvérisateur. Je lui demande si je peux le prendre en image. Je me rapproche pour voir ce qu’il fait. De la lance sortent des granulés d’engrais qui tombent au pied de la plante. “Belles plantes et beau travail. Tant de préparations et cela aussi le dimanche. J’espère que les gens y penseront le premier novembre.” Un sourire apparait sur son visage. “Merci, malheureusement il n’y a pas beaucoup de gens comme vous. Peu de personnes qui passent par ici disent bonjour. Elles passent tout simplement”, me dit Kris. Avec un respect mutuel on se souhaite une bonne journée.
Le temps change. À une intersection, entre une rue et un chemin de terre, une femme est assise en terrasse avec son petit garçon. Gita et Tristan. Je demande s’il y a possibilité de remplir ma gourde. Je reste me reposer une demi-heure avant de rentrer dans la réserve naturelle.
Le sentier est tellement envahi que je suis bien contente d’avoir mes bâtons de marche. Je m’aventure dans une forêt amazonienne du Brabant. Le vent se lève. L’air est humide. Les orties sont hautes d’un mètre cinquante, et avec la force du vent elles viennent caresser ma peau. De l’orage au loin. Des bestioles volent autour de ma tête. Le bruissement des roseaux. Dans un espace ouvert, je protège préventivement mon sac à dos. Devant moi le cri d’une buse. Quelques instants plus tard une branche tombe au milieu du chemin. Regardant bien ou je mets les pieds, je continue mon chemin entre les branches tombantes. L’orage approche.
Je dois d’urgence faire un petit besoin dans la grande nature. Zut, espérant qu’il n’y a personne dans les environs et que les moustiques et les taons me laisseront tranquille, je prends le risque.
À trois kilomètres de Hoegaarden il se met à pleuvoir. J’échappe à une grosse averse.
En haut de la colline et après un chemin creux, la chapelle des Marolles. Au loin l’église de Hoegaarden et une vue sur Tirlemont (Tienen) accompagnée d’un double arc en ciel. Sur le marché de Hoegaarden, j’apprécie un café dans l’intérieur authentique du ‘Venetiaen’.
Le soir un agréable moment en compagnie de Sonia et Ben. Avec Sonia j’écoute un morceau de musique tamisée, composé par Ben et joué sur une mandoline particulière. Toujours un peu surprenant, de découvrir le talent d’autrui. Vers une heure du matin nous terminons cette soirée paisible et captivante.
Wel ik moet u bewonderen als ik dat allemaal lees in die warmte van de vorige week jamer dat ik niet met auto kan rijden anders was ik in Gent op 25 Juli doe zo voort beste dada 👍💐
Dank je wel. Enne naar Gent is beter met de trein 😉 . Toedeloe
Dank je wel, enne Gent met het openbaar vervoer is veel beter vooral wanneer er Gentse Feesten zijn 😉