GR 126

 

img_20160628_204459.jpg

 

Un jour de repos en compagnie d’amis. Des conversations intenses et profondes. Respect mutuel. Ceci fait du bien.

De temps à autre je mets mon nez dans mon sasjh fraichement lavé, mon sasjh Marocain et multifonctionnel. Qui me donne chaud quand il fait froid et de la fraicheur lorsqu’il fait chaud. Qui peut servir de sac ou de chapeau. Durable.

Avec les explications de Gérard au sujet des traces d’animaux dans le bois, je pars à la découverte sur la GR126. Sangliers, cerfs, chevreuils, blaireaux.

La digitaline est omniprésente dans le bois. Les vues panoramiques me font penser au Pyrénées. Les descentes de Roncesvalles. Les pierres de O Cebreiro. Les bois de Galicie. Je traverse le bois de Langues Virées.

Pas de traces de chiens ni de chevaux qui réfèrent aux gens.

Des heures à marcher seule, appréciant tout ce qui m’entoure. Seule ou peut-être pas…, car dans le bois une forte présence est tangible. Une buse vole devant moi longeant le sentier, ses ailes élégantes grandes ouvertes. Un cerf saute en grande vitesse pour s’enfoncer plus profondément dans le bois. Au loin j’entends des sangliers. Au-dessus de ma tête une autre buse. Différentes odeurs. Le vent dans les branches. Je mène mon attention vers mon corps. Tout y semble détendu. Solidement ancrée dans le sol.

La douleur dans mon bassin et bas du dos a disparue. Les heures et les kilomètres n’ont plus d’importance.

‘La Houille’, un cour d’eau. Le coquillage de Santiago est régulièrement présent. Le soleil est haut dans le ciel.

Gédinne. Un homme se trouvant dans l’entrée de l’office du tourisme m’adresse la parole. Avant que j’ai pu poser une question toute une explication sur le pourquoi il n’y a pas de logement pout pèlerin. C’est clair! Ici je ne dois même pas poser la question. Je termine au camping ou les jeune me procurent une tente en 1 seconde.  Flipflop et hop. Mon sac à dos dedans. Mon nid est prêt.

GPX bestand Chooz à/naar Vencimont

GPX bestand Vencimont à/naar Bellefontaine

GR 126

Een dagje rust in gezelschap van vrienden. Diepe intense gesprekken. Wederzijds respect. Het was deugddoend.
Af en toe steek ik mijn neus in mijn vers gewassen sasjh,mijn multifunctionele Marokkaanse sjaal. Die geeft me warmte wanneer het koud is, koelte wanneer het warm is, kan dienst doen als tas en als hoofddeksel. Oersterk.
Met de uitleg van Gérard ivm dierensporen in het bos, ga ik op ontdekking op de GR 126. Everzwijn, hert, ree, das. De Digitalis of vingerhoedskruid is massaal aanwezig in het bos. De vergezichten doen me denken aan de Pyreneeën. De afdalingen aan Roncesvalles. De stenen aan O Cebreiro. De bossen aan Galicië. Ik doorkruis het bos van Langues Virées. Geen sporen van honden of paarden die verwijzen naar mensen. Uren alleen wandelend, genietend van alles rondom mij. Alleen en toch niet, want in het bos is een grote aanwezigheid voelbaar. Een buizerd vliegt vóór me over het pad, met zijn elegante vleugels breed open. Een ree springt aan een hoge snelheid dieper het bos in. In de verte hoor ik everzwijnen. Boven mij een andere buizerd. Verschillende geuren. De wind in de takken. Ik breng mijn aandacht naar mijn lichaam. Alles voelt ontspannen. Stevig verankerd in de grond. De pijn in mijn  bekken en onderrug is verdwenen. Uren en kilometers hebben geen belang meer.

‘La Houille’, een waterstroom. Schelp van Santiago is regelmatig te zien. De zon staat hoog aan de hemel. Gédinne. Een man die in de deur van het toeristenbureau staat, spreekt me aan. Nog voor ik een vraag kan stellen, een hele uitleg waarom er geen pelgrimsplaats is. Duidelijk! Hier hoef ik zelfs de vraag niet te stellen. Ik eindig op de camping, waar jongeren me helpen aan een secondetent. Flipflop en hop. Rugzak erin. Nestje gemaakt.

Plaats een reactie