De Ourthe

wp-image-336322105jpg.jpg

Je me plais bien au bord de l’Ourthe. Je suis un sentier direction La Roche. Celui-ci se situe sur l’autre rive et là où passe la GR57. Les canards continuent de flotter calmement lorsque je suis à un demi-mètre d’eux.

Des obstacles m’obligent à marcher sur des rochers se trouvant dans l’eau et de quitter le sentier de terre. Beaucoup d’arbres renversés empêchent le passage, il faut alors choisir: monter et descendre où ramper. Mettre et enlever et remettre le sac à dos… il m’arrive même d’oublier que je le porte sur mon dos, mais heureusement je m’en tire avec juste un peu de peur. Des racines glissantes. Mauvaises estimations de ma longueur de jambes… Un sentier d’aventures, comme si je parcourais un quatre cent mètres haies. Le chemin exige une certaine vigilance. Je prends les obstacles un par un, sans trop de réticences et sans trop d’efforts, tout calmement, c’est presque un jeu. Après deux heures de marche j’ai à peine trois kilomètres dans les jambes. Les mûres me reluquent. Après que Véronique m’ait raconté que les renards aiment les mûres, qu’ils urinent dessus, et qu’il est aujourd’hui défendu de les cueillir pour ne pas propager des maladies, je me retiens. Deux organes atteints par un parasite m’ont suffi. Je les laisse pour ce qu’elles sont et laisse de bon cœur leurs friandises aux renards.

À un certain moment je suis obligée de traverser l’Ourthe car il n’y a plus de passage accessible. Je traverse à contrecourant et espère réussir à me tenir debout. L’eau me rentre dans les souliers. Mon pantalon ne reste pas sec. Au milieu de la rivière j’admire la beauté qui m’entoure. Une oasis de repos.

Réussi. J’ôte mes chaussures, essore mes chaussettes, sèche mes semelles. Pendant ce temps je récupère un peu et mon estomac me demande de la nourriture.

Plus loin, de retour sur la GR57, deux jeunes sur la rive, Julie et Arnaud. Julie a un raton-laveur avec elle. L’animal a atterri un jour sous leur voiture et depuis il est devenu leur compagnon. Quel animal intelligent. Ses petites pattes ressemblent à des doigts et il sait, avec beaucoup d’agilité, charmer Julie.

À Maboge j’ai des doutes sur l’hébergement. La désobligeance de la femme ainsi que le fracas me font choisir de continuer plus loin. Il est presque vingt heures et le soleil du soir est presque disparu derrière les collines. Empruntant une pente de dix-huit pourcent au trot, je me dirige vers La Roche. Je rencontre un cerf… et encore un… cela me redonne du courage. Le soleil est presque couché. Il colore encore les troncs d’arbres de différents tons rougeâtres, comme si le bois était en flammes. Le ciel se colore de teintes mauves et roses. Le soir tombe. Le silence dans le bois est autre que celui du matin. J’arrive juste avant la nuit à La Roche. Je m’endors au-dessus d’une écurie.   

GPX Bestand Engreux – Maboge

La Roche

Ik heb het best wel naar mijn zin aan de oevers van de Ourthe. Ik volg een pad richting La Roche aan de andere kant van de rivier, waar de GR57 ligt. De eenden blijven rustig drijven wanneer ik op een halve meter afstand van hen sta. Hindernissen dwingen me ertoe om van de aardeweg af te wijken en rotsen in het water te bewandelen. Veel ontwortelde bomen verhinderen de doorgang, en dan is het of klimmen en dalen, of kruipen. Rugzak af, op, af… het gebeurt zelfs dat ik vergeet dat ik hem op mijn rug draag en dan kom ik er gelukkig met de schrik vanaf. Gladde wortels. Verkeerd inschatten van mijn beenlengte… Een avontuurlijk pad, alsof ik een vierhonderd meter hordenloop doe. De weg vraagt een zekere waakzaamheid. Eén voor één neem ik de obstakels aan zonder tegenzin en zonder teveel inspanning, in alle rust, het is bijna een spel. Na twee uur stappen heb ik amper drie kilometer in de benen. Braambessen staan naar me te lonken. Nadat Veronique me wist te vertellen dat vossen graag braambessen lusten, ze erop urineren, en er daarom een verbod is gekomen ze te plukken wegens het verspreiden van ziektes, moest ik toch wel even slikken. Twee aangetaste organen door een parasiet zijn wel voldoende geweest. Ik laat de bramen voor wat ze zijn en gun de vossen deze lekkernij.

Op een gegeven moment ben ik genoodzaakt de Ourthe over te steken omdat er geen doorkomen meer aan is. Tegen de stroom in, ga ik er tegenaan in de hoop dat ik recht blijf. Het water loopt in mijn schoenen. Mijn broek blijft niet droog. Middenin de rivier sta ik te kijken naar de schoonheid rondom mij. Een oase van rust. Gelukt! Ik doe mijn schoenen uit, kousen worden uitgewrongen, zolen worden gedroogd. Ondertussen recupereer ik wat en vraagt mijn maag naar voedsel. Verderop terug op de GR57 zitten twee jongeren aan de oever, Julie en Arnaud. Julie heeft een wasbeer bij zich. Het dier was onder hun wagen terecht gekomen, sedertdien is het hun metgezel geworden. Wat een slim dier. Zijn kleine poten zijn net vingers en hij weet met een behendigheid Julie in de ban te krijgen.

In Maboge is er twijfel voor overnachting. De onvriendelijkheid van de vrouw in de gîte en de luidruchtigheid doen me beslissen om verder te stappen. Het is bijna twintig uur en de zon verdwijnt achter de heuvels. Met een klim van wel achttien procent en in draf vertrek ik richting La Roche. Een ontmoeting met een ree… en nog één… geeft me moed. De avondzon is bijna verdwenen. Ze kleurt de boomstammen in verschillende tinten rood en oranje, alsof het bos in vuur en vlam staat. De lucht krijgt paarse en roze schakeringen. Het wordt donker. De stilte in het bos voelt anders aan dan ‘s morgens. Nog net voor de zon volledig ondergaat, kom ik aan in La Roche. Boven een paardenstal val ik in slaap.

 

La Roche

Plaats een reactie