Du pain frais, de la confiture maison à la rhubarbe au gingembre et à la cannelle. Le petit-déjeuner. Nous parlons de religions, de croyances, d’autres cultures et de bien d’autres choses encore. Des sujets pas évidents, quand l’une est croyante et l’autre athée. Chacune avec nos propres idées, visions, et sentiments. Ensemble dans le respect mutuel de l’autre et sans vouloir changer quoi que ce soit. ‘Être’ ensemble. Il est agréable de voir que les yeux continuent de scintiller même si les façons de voir divergent. En harmonie.
Il est clair que j’aime la compagnie. Il est presque dix heures quand je quitte la maison. On s’embrasse et je pars en passant par la place de l’église d’Erezée direction Vaux-Chavanne. Il fait chaud. Je marche en alternance dans des bois et sur des chaussées. Mes pieds commencent à faire mal, à cause de la marche sur sols endurcis. Des taches rouges, qui démangent, apparaissent sur mes tibias. J’ai bu trop peu les deux derniers jours…
Mon corps se sent lourd. Au-dessus de ma tête des fils électriques est des hirondelles qui ont la bougeotte et qui s’amusent. Elles sont très nombreuses ces jouettes. Elles passent sans cesse d’un fil à l’autre.
À Manhay je trouve enfin un café. Je me réjouis à l’idée d’un bon café. Je mets mon nez au-dessus de la tasse de café et étends mes jambes. Un homme entre. Je rêve, ou est-ce bien lui? “Marc!” L’homme se retourne, en effet c’est bien Marc, nous avons un ami commun, Ronny. Ronny est l’auteur du merveilleux livre ‘Robin & Rudjard’, un conte pour adultes qui traite d’un petit garçon et d’un renard. Je vous le recommande. Après une heure mon corps se sent beaucoup mieux et pleine d’énergie je continue ma route. De l’église Saint-Jacques le mineur de Vaux-Chavanne vers l’église de Notre-Dame de l’Assomption de Bra.
Noël Fernand y est mon guide. Noël a restauré l’horloge datant du quinzième siècle se trouvant dans la tour du huitième siècle, et qui n’avait plus fonctionnée pendant cent ans. Une horloge à une aiguille. Des chiffres Romains et un mécanisme spécial. Il est fier de me montrer son travail. En face de l’église le presbytère. J’y ai installé un lit. Un peu plus tard Noël m’apporte un repas du soir et un petit-déjeuner sur un plateau. Curieuse comme je suis, je me promène dans la demeure. Une magnifique maison, avec des planchers en bois ayant des fentes d’un demi centimètre par lesquelles je vois le rez-de-chaussée. Un lavabo qui fuite. Je vais me rafraichir dans la cuisine avant de me coucher. Dans la salle à manger, à l’aide de la lumière de bougies, je lis mon journal. Les flammes des bougies donnent vie à deux figures bizarres se trouvant sur la cheminée. Ma tête tombe de temps à autre vers l’avant. Il est temps d’aller me coucher.
Vers brood, zelfgemaakte rabarberconfituur met gember en kaneel. Het ontbijt. We hebben het over religies, geloof, andere culturen en nog zoveel meer. Geen evidente onderwerpen wanneer de ene persoon gelovig is en de ander een atheïst. Elk met onze eigen visie, ideeën, gevoelens. Met elkaar, in respect voor het ‘anders’ zijn, zonder elkaar te willen veranderen. Samen ‘zijn’. Fijn om te mogen ervaren en te zien dat ogen blijven sprankelen, ook al is de visie zo verschillend. In harmonie met elkaar.
Het is duidelijk dat ik hou van compagnie. Het is bijna tien uur wanneer ik het huis verlaat. We geven elkaar een zoen en ik vertrek via het kerkplein van Erezée richting Vaux-Chavanne. Het is warm. Afwisselend wandel ik in bossen en op harde wegen. Mijn voeten beginnen pijn te doen, het gevolg van de harde ondergrond. Rode jeukende vlekken komen te voorschijn op mijn scheenbenen. De laatste twee dagen heb ik ook te weinig gedronken. Foei! Mijn lichaam voelt zwaar. Boven mij elektriciteitsdraden en niet stilzittende zwaluwen. Het krioelt van deze plezante, speelse vogels. Voortdurend vliegen ze van de ene draad naar de andere.
In Manhay vind ik eindelijk een café. Oh, wat zal een heerlijk potje koffie me deugd doen. Ik hou mijn neus boven het welriekende goedje en strek mijn benen uit. Een man komt binnen. Hein, droom ik nu? Zie ik juist? “Marc!” De man draait zich om, inderdaad, het is Marc. Samen hebben we een gemeenschappelijke vriend, Ronny. Ronny schreef het schitterend boek ‘Robin & Rudjard’, een volwassen sprookje over een jongen en een vos. Een aanrader. Na een uur voelt mijn lichaam totaal anders en met volle energie zet ik mijn weg verder. Van de Sint-Jacobs de mindere kerk in Vaux-Chavanne naar l’église de Notre-Dame de l’Assomption de Bra. Ik krijg er een rondleiding van Noël Fernand. Noël restaureerde het vijftiende-eeuws uurwerk van de versterkte kerktoren uit de achtste eeuw, nadat het uurwerk honderd jaar niet had gewerkt. Een uurwerk met één wijzer, Romeinse cijfers en een bijzonder mechanisme. Met fierheid toont hij zijn werk.
Recht tegenover de kerk, de pastorie. Ik heb er een bed geïnstalleerd. Wat later brengt Noël me een avondmaal en ontbijt op een plateau. Nieuwsgierig als ik ben wandel ik doorheen het huis. Een prachtig gebouw met een houten plankenvloer met spleten waardoor ik het gelijkvloers zie. Een lekkende wastafel. In de keuken fris ik me wat op voor het slapengaan. Bij kaarslicht lees ik in de eetkamer in mijn dagboek. De vlammen van de kaars brengen de twee bizarre figuren aan de schouwmantel tot leven. Mijn hoofd valt af en toe met een korte beweging, tijd om te gaan slapen.